Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dwaze rondschouw (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dwaze rondschouw
Afbeelding van De dwaze rondschouwToon afbeelding van titelpagina van De dwaze rondschouw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (95.35 MB)

ebook (4.12 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dwaze rondschouw

(1926)–Victor J. Brunclair–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige

De Dwaze Rondschouw

 
Over alles hebben wij de hand gekeerd
 
heldendom, het hoge offer, mijmerij
 
als wij groggy zijn
 
Dionysos is weer ingehaald
 
aan tafelen vol gestorte wijn
 
is het leven de sublieme zwijnerij.
 
 
 
L'extase
 
J'en ai marre Dieu qu'ça m'rase
 
In onze zonnehovingen haalt het onkruid woekerwinsten
 
Bizarre wasdom heeft de geurige gazons overkropen
 
de bergwel is in een krozige sloot gesmoord
 
maar zonnebloemen vouwen genadig hun aartsdom aanschijn open.
 
 
 
De dichter en zijn heiligdom
 
Albastpraal, mijnheren, breekbaar, en let op het bord: Niet spuwen
 
Lasciate ogni speranza voi ch'entrate
 
Il était intimidé.
 
Standaard simbolen van reiniging: vomitorium en kwispedoor
[pagina 53]
[p. 53]
 
Hij die binnentreedt zal zich de voeten wassen
 
Bral, Zielewelzijn is om feestelik te verbrassen!
 
 
 
Schijn en wezen
 
wisselspel
 
ach, is onze tast zo teder
 
gaan wij schuil onder schaduwkruinen van wijsheid
 
hoge, koninklike seder
 
toch staan wij blindemannetje voor een weids mysterie
 
Zij, die geroepen zijn orakelen Pilsner Urquell is het wachtwoord van de tijd
 
en ontginnen de bronader van het algebeuren
 
Nou wordt gids, leve de padvinderij
 
Geslachten die waart en komen zult, ik zeg:
 
Achter alle dingen staat in kern idioterij
 
 
 
Daar heb je de zendelingen van hoger heil
 
o zij zullen zich vereenzaamd kloosteren
 
hun paars gepijnigd vlees roosteren
 
in louteringsvuur:
 
rhumsteack
 
Bah makelaars in mirakelen
 
Jawel we kennen de preekheren van zieke rhetoriek
 
Gemeenschap, Elyseum Paradijs
 
afgezanikte psalmwijn
 
kluchtig kakelen.
 
Heren hervormers, bezorg een monsteroplaag van de modelmens
 
graatmager, uit pure poezie speelt hij op zijn ribben mandolien
 
na 't wegmasseren van de spekpens
 
oertype
 
laat de godskinderen onversaagd elkaars wezen uitdiepen
 
kosterlik devoot
 
het laatste hulsel valt
 
verschijn o Geest die overaards zijt, brenger van genade
 
paddebloot.
 
 
 
Drijf niet een duimduw in wakke klei
 
Zuilheiligen zijn in hun star gebaar versteend
 
al werden de beitelsporen
 
tot dieper voren
 
uitgeweend.
[pagina 54]
[p. 54]
 
Geen aanschijn vol ontferming blijft ons uit aètherzonen toegewend
 
God heeft veel te hoog logies, wij kunnen Babel niet herbouwen
 
Alles staat op 't dode punt.
 
Op de helling
 
naar het end.
 
O stroef getij!
 
De dood heeft geopend haar stille strijkerij
 
mensen morrenmoe in levensgang dragen hun gelaat erheen
 
dat een deernishand het overvaart en effent zo sereen
 
verlost uit de angst te zijn en star betrachten
 
Metaphyziek?
 
Ach lik me laars
 
Volheerlik alleen zijn onze feestnachten
 
the shimmy my dear
 
kruis over de kultus der idolen
 
omrijgen wij gevallen beelden met vreugdefarandolen
 
barst de bombantiebom
 
gong
 
Beeldstormerij; haal neer
 
raait feestgezang schor
 
watertor
 
ventilator
 
Ik ben geen boodschapdrager
 
verkwansel het paaslam bij de slager
 
't Is nu de supreme stond, welaan het grote avontuur gewaagd
 
élan, Schwung, saltomortale
 
de wereld wentelt andersom
 
down
 
alle schoonheid is ontmaagd.
 
Trommelorkest, klakson
 
Stop
 
Schep mij naar uw aanschijn Heer: goddelike clown.
 
 
 
Alle Baedekers weggeworpen, mijn koene verkenner, globe trotter
 
Ons rijk is het schimmige no man's land
 
Inferno, Paradijs
 
Larie hier, larie daar
 
alleen wie voor opperste tooisel de narrenkap draagt is onvergankelik wijs
 
nous irons jusqu'au bout
 
jusqu'au bout
 
jusqu'au bout d'cigare
 
de diepzin wordt alle dagen zotter
[pagina 55]
[p. 55]
 
Waarom tans je hoogste boord niet omgedaan
 
je gekneveld in de strengste dassen
 
kerel, let op de problemen, de problemen
 
Hoogste doel der kultuur: de wetenschap afkremen
 
daarna kondenspillen
 
merk bij meneer Doorsnee gedeponeerd
 
zo kan men zijn honger naar geestesvoedsel stillen.
 
 
 
Van het inzicht naar de waanzin
 
Wij hebben schuw buitenshuis gekeken
 
nu faalt onze hand de lamp op te steken
 
Ohé
 
Skating op het ijsvlak der idee
 
metaphysiek
 
virtuoos van de rede
 
mec der dialektiek
 
let op de dekking der begrippen, de trottoirtrimmers niet vergeten
 
oh Jimmy, oh Jimmy
 
Nu is mijn ziel a giorno gezet
 
openbaring, zet in de shimmy
 
de ganse batterij
 
tam
 
tamme tango
 
bang rillen van de banjo
 
taradzing
 
we worden stapel
 
o in vreemde schemer omdolen
 
slag van de molen
 
Kink in de kabel
 
Lol
 
Dit is het sleutelwoord naar het hart van alle dingen
 
aanvang en bestemming, als nooit te voren zo konkreet
 
zet het averechts het blijft glad gelijk
 
Lol is onsterfelik en de rest is zijk
 
Men ontwortelt de mijlpaal bij iedere grens
 
Bij de aanvang was het woord niet, was de daad niet
 
Dichters en veldheren verkondigen deze waan
 
Bij de aanvang was de nonsens
 
Ergo 't is ons bestemming daar weer heen te gaan
 
De doodsklok over al wat schijnleeft klept
 
Nonsens, richtsnoer van alle handelingen, herrijs ongerept
 
Heer psychiater, hopeloos geval, totaal mesjogge
[pagina 56]
[p. 56]
 
Maling heb ik alles te doorvorsen
 
Ontkracht warrelen witte wondehanden
 
efemeer
 
omneer
 
langs alle schorsen
 
en de kern blijft onbetast
 
Naar het centrum gaan?
 
Ach na de zoektocht schamel staan
 
het heimweehart zó leeg vóór een verborgen schat
 
gareel
 
galeigang
 
tredmolen
 
gaan gaan gaan
 
tot het spoor van vroegere tochten hervonden
 
lilt op onze pijnvoeten
 
bij 't aanschrijden in diepe rouwstoeten
 
als onverhoord wij de vingering beiden van klimrozen aan onze dorre staf
 
 
 
Treurtocht
 
Er is een koude kust door grauwe golfslag bespoeld
 
daar wemelt de vloed van ondinen
 
Wij hebben het land gemeten
 
de hemel gepeild bij de sterrewacht
 
God vermeit zich met planetair knikkerspel
 
bluffliefhebberij op grote schaal
 
en daarop vestigen perkamentsmoelen hun teleskopen
 
Welke magierstaf legt het hart der dingen open?
 
 
 
O als de koorts opsteekt haar dageraden van bengaals vuur
 
Jazz Jazz Jazz
 
plet in mijn hoofd geen molenstenen
 
Wenen, wenen
 
Ik het starre smartsymbool
 
midden het kokasse kwaakkoor der vorsen
 
jammer joedeljool.
 
verschijningen
 
lijningen
 
streng kontoer
 
film a rebours
 
dwarrelvlucht van binnenbeelden naar verre vorm
 
dan de hele heirschaar: Storm!
[pagina 57]
[p. 57]
 
Langs mijn slapen gleed een kwade wiekslag heen
 
grauwe gieren, snel, snel
 
glimworm dwaallichten
 
karoussel
 
galop
 
Alle teugels tuimelen
 
alle remmen roesten
 
stuit de stimulans
 
Stop stop
 
Boven de sataniese dans
 
staat het fatum in habijt
 
Is er geen God die uit deze wirrel-warrel ring bevrijdt?
 
God omnipresent!!?
 
Sito valt mijn gebed terug: bestemmeling onbekend
 
Draven geen genade
 
rode ruiterij
 
rit rit
 
kavalkade
 
palle paarden
 
Van dit orgel valt elk lied
 
gebroken
 
klanksakkade
 
Satan bedrukt elke toets
 
Een opperheks ment de vaart in prinselike koets
 
Ogen bij dit star vizioen
 
ongeloken
 
voor de kleuren wentelwaaier
 
diep violet gemeen groen
 
 
 
Vreemde gestalten zijn omgegaan
 
niet op mijn trommelvlies de gong slaan
 
transparante tulle
 
over het boze aanzicht gleed
 
danseresjes waaierkleed
 
de regenboog kringt nader
 
teer omhullen
 
draag povere prinses de gordel der infanten.
 
Reeds gaan de karouselpaarden zich vermooien
 
tot epiese strijdrossen
 
de stromanen worden weelderige vacht
 
Helena wacht, Helena wacht
 
beleg van Troje.
[pagina 58]
[p. 58]
 
Vaart in! De wakke wallen neer, wijken de horden kobolten gnomen
 
Het wonderlik bloemenkorso heeft de binnenstad ingenomen.
 
 
 
Er is rood licht.
 
de lippen der geliefde zijn roder dan de kersentijd
 
zo is mijn ziel verloren nikkelrinkel op gekloven schaal
 
en klautert opwaarts in het mikballetje op de waterstraal
 
de schutter die doel treft heeft de heimzin van een hart beroerd
 
in hoge heerlikheid vervoerd.
 
Knal
 
Massacre des innocents. Sla neer de pleisteren idealen
 
glundere bakkessen met plisseekin
 
de Quaker die frazen gorgelt van zijn kansel
 
Hij gaat van zware konsepten groot
 
en de wind huivert melodies door zijn matrasbaard
 
gevallen engel
 
de muze
 
o haar mongolfiereboezem is verlept tot koffiezakken
 
denkers wijsgeren: geest en materie
 
de substansen, de substansen
 
Hij zeit wat
 
Prrrr
 
Turlututu
 
Goed mikken
 
Raak
 
het kraakkraam vol wakken
 
na een meesterworp
 
foutu!
 
 
 
Geef de koenheid dat ik ontspring het mol tourniquet
 
railwayreiziger naar hooglanden van vervoering
 
De goden onttronen
 
nonsens kronen
 
nu alles tot woeste waanzin is ontzet
 
Gondelschommelen
 
dommelen
 
brutaal strijkt de lichtbatterij
 
vol rembrandtschaduw rechte straat
 
hypocondergelaat
 
lusteloos voor het feegeflonker
 
diepdonker
 
Tobbogan
[pagina 59]
[p. 59]
 
schuitjes douwedeinen
 
vlotte vaart omhoog
 
Wij stonden in onbegeren en in lust
 
Wij treden de schatkamer uit waar peinzaam licht is en diep de rust
 
om tovertochten op de tobbogan te wagen.
 
de held herrijst zo vaak verslagen.
 
Redivivus
 
Tobbogan
 
levenswekker
 
beeld van opgang en vervulling
 
beloven boven (dit is geen pornografie)
 
golvingen
 
zwel aan tempo di valse zwel aan
 
teer wiegelied
 
slok
 
Koude tunnel
 
zefier zut
 
snel snel snel
 
als een nikker verschijn ik weer
 
let op: volmaakt clownkokas kannibaal
 
Nu wordt onze rit zo infernaal
 
dat de globes aan bleekzucht winnen
 
Wiegelen wentelen
 
rennen
 
het rad van avontuur
 
 
 
Beeldendéfilé
 
vogelvlucht door het Al
 
heen     terug
 
Eifeltoren Brooklynbrug
 
dra is het toppunt bereikt kulminant
 
op onze voorpost in 't azuur staan wij supreem en heersen
 
nu de foor ons triomfgevoel polyfonies onderlijnt
 
Alles is goed
 
lol
 
katrol
 
het spoor springt
 
diorama slaat om
 
knak
 
ach het was maar zeevaart surrogaat
 
stijging en val: non ajuus mijn heren: hij gaat!
 
Zalig gevoel van buikloop
[pagina 60]
[p. 60]
 
de bindlijn tussen antipoden
 
O! O! O!
 
Railwayrilling
 
stroop
 
glissando
 
Was dit een sensatie van lik me vessie
 
Nous voilà!
 
 
 
Tobbogan dit was de grote waagnis
 
Ontvoogding uit ons zelf, de schaduw doden
 
koener dan dan het lam lustig wiel
 
voor ouwe heer met aambeien
 
Bij de roulette
 
alles slaat op hol, alles is van de wijs
 
tans op Zero zetten
 
onfeilbaar nummer
 
altijd prijs.
 
 
 
Over ons hoofd is nachtegaleslag, daar wuift ons tegen
 
gouden regen
 
roomijs
 
alles panaché
 
 
 
Wij zijn bouwmeesters voor de grote nonsensbrouwerij
 
Heren, prima lafenis
 
laat het bronwater aan asketen
 
Deze bizarblonde bock
 
daarbij is Loreleyhaar getaand
 
 
 
één slok
 
verwekt golvingen die een zondvloed zijn
 
op het robinsoneiland der eenzamen
 
waar landouwen loom zijn en meren zonneloos
 
Open de sluis
 
over idealen in hun treurnisgroeven
 
over droomdroeven
 
allo, bekers hoog
 
treedt het symposion aan
 
pelgrims uit het verre Oosten
 
peinzers met vroede zin
 
tast geen ideeën af. Er zit niks in
 
Natuurvorser die de poten telt van kever tot kever
[pagina 61]
[p. 61]
 
dit nieuwe credo zullen wij belijden
 
ideaalmens is aller tijden
 
de loslever,
 
die uitgestotenen tafelt aan dezelfde dis.
 
 
 
Broederen
 
schijnschoonheid neer
 
omhelzen wij alsurditeit de grote konkubine
 
Dit is de grote reddingsdaad
 
de wereld overspoelen met urine, urine, al maar door urine
 
geen ark die spelevaart op de vloed.
 
 
 
Vóór alle stellingen houd U sprongbereid
 
aanloop
 
cumulet in het ruim
 
retro naar de oneindigheid
 
 
 
Als de bloemen ontkleurd zijn en hun kroon vaal uitsneeuwt
 
Geef Heer de goede genade, dat wij midden lege lach
 
niet dobbelen om het gering gelag.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken