Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstreeks 1480) (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstreeks 1480)
Afbeelding van De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstreeks 1480)Toon afbeelding van titelpagina van De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstreeks 1480)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

Scans (4.20 MB)

ebook (4.71 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Middelnederlandse liederen van het onlangs ontdekte handschrift van Tongeren (omstreeks 1480)

(1955)–Eliseus Bruning–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

IV. Over de transscriptie der liederen

Er waren voor de transscriptie van onze liederen meerdere mogelijkheden:

a)de foto-typische reproductie, zoals Scheurleer deed met DEPB;
b)de diplomatische transscriptie, zoals Bäumker deed bij zijn publicatie van de beide Noord-Nederlandse hss AMST en UTR;
[pagina 9]
[p. 9]
c)de volledige uitgewerkte of uitgeschreven metrische transscriptie van Fl. van Duyse in zijn 3 delen: Het oude Nederlandsche lied (FVD);
d)de z.g. ‘Middeleeuws-ritmische’ transscriptie zoals o.a. Mevr. W. Brom-Struick toepaste voor verschillende oude liederen in haar: Lied en Luit (1929);
e)een combinatie van a (b) met c.
Ongetwijfeld is a (en b) de meest wetenschappelijke; maar de melodie blijft hier - experientia teste - zelfs voor muzikale vakmensen nog moeilijk toegankelijk, juist omdat de metrische transscriptie tal van kleinere moeilijkheden in zich bergt, die een niet-deskundige ontgaan, waarvan zelfs het bestaan niet eens vermoed wordtGa naar voetnoot(1). Men bekijke in dit verband eens de uitgave der Souterliedekens, zoals Mevr. Mincoff- Marriage die in 1922 heeft uitgevoerd. - Nog eens : voor de wetenschappelijke specialist heeft alleen de fototypischeGa naar voetnoot(1), of, bij gebrek daaraan, de streng-diplomatische transscriptie (b) waarde, maar voor 90 % van de lezers wordt dan het nut vrij problematisch. Per slot van zaken is de publicatie van dergelijke liederen toch een geval, dat niet enkel de wetenschappelijk onderlegde volkslied-deskundige, maar ook den dilettant-volkslied-deskundige en den letterkundige in hoge mate zal interesserenGa naar voetnoot(2).

Practische conclusie.

Van alle 10 liederen wordt een fototypische reproductie gebracht te samen met een weergave in modern notenschrift. In deze fototypische reproductie vindt men alle bijzonderheden, die de musicoloog interesseren (ligaturen, verschillende noten-

[pagina 10]
[p. 10]

vormen, enkele dubbele noten, e.d.); al deze dingen behoeven dus niet weer opnieuw opgenomen te worden in de moderne transcriptie. (Eventuele moeilijkheden of twijfelgevallen worden apart besproken).

Om dezelfde reden is voor deze weergave in modern notenschrift zonder enige aarzeling de metrische waarde in lange en korte noten geschreven. Iets anders is echter om deze metrische indeling met onze tegenwoordige, uit de 17e eeuw stammende, maatstrepen aan te geven: om dit anachronisme te vermijden zijn er op de plaats der maatstrepen kleine streepjes gezet, die hetzelfde effect beogen en die tegelijkertijd de melodie veel overzichtelijker laten. Een uitzondering moest gemaakt worden voor lied 4, Allen mijn troest en lied 7, Nu starc ons god: deze beide liederen zijn zeer waarschijnlijk belangrijk ouder dan de meeste andere; hun metrische vorm is niet zo beslist uitgesproken: vandaar dat alleen maar stippellijntjes een idee van metrum aanduiden.

Voorts hebben wij ons gehouden aan de volgende regels:

1)De moderne kwartnoot(♩) is genomen als eenheidsnoot, die dus de ‘gewone’ noot weergeeft van de 2 verschillende wijzen van notatie (de Frans-gothische en de Bourgondische).
2)Waar enkele malen een soort van minimae of ook losstaande ruitnoten de zeer kennelijke bedoeling hebben kortere waarden aan te geven, zijn deze weergegeven door achtste noten. (♪) Overigens worden deze gevallen steeds afzonderlijk bekeken en met elkander vergeleken.
3)Ligaturen: Als er over de ritmische waarde van een bepaalde ligatuur twijfel bestaat, wordt dit steeds afzonderlijk behandeld.
4)Als het molteken boven de balk staat, is dit een aanwijzing, dat het niet in het hs staat aangegeven, maar volgens de algemeen geldende regels wèl gezongen werd; zodra op dit punt enige redelijke twijfel bestaat, wordt dit uitgedrukt door een bijgevoegd vraagteken.
5)>Alle liederen zijn overgebracht in de toonhoogte waarin ze geschreven staan, behalve de enkele gevallen waarin zich bijzondere moeilijkheden voordeden: op de betreffende plaats werd dit verantwoord.
6)Enkele gevallen van emendatie worden steeds aangegeven.

voetnoot(1)
Iets anders ligt het geval als het gaat over melodieën, waar de metrische moeilijkheden door verschillende omstandigheden minimaal zijn, zoals bijv. in de prachtige publicatie van Valerius' Gedenckclank door P.J. Meertens, Prof. N.B. Tenhaeff en Mevr. A. Komter-Kuipers van 1942. - Mij is een geval bekend van een volkslied-‘deskundige’, die zelfs deze reproductie niet geheel kon lezen!
voetnoot(1)
Iets anders ligt het geval als het gaat over melodieën, waar de metrische moeilijkheden door verschillende omstandigheden minimaal zijn, zoals bijv. in de prachtige publicatie van Valerius' Gedenckclank door P.J. Meertens, Prof. N.B. Tenhaeff en Mevr. A. Komter-Kuipers van 1942. - Mij is een geval bekend van een volkslied-‘deskundige’, die zelfs deze reproductie niet geheel kon lezen!
voetnoot(2)
Misschien zou men een zekere analogie kunnen zien in de kwestie of men bij transscriptie van teksten de handschriftelijke afkortingen moet behouden of ze moet oplossen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken