Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
Afbeelding van Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en PalestinaToon afbeelding van titelpagina van Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.40 MB)

ebook (57.53 MB)

XML (1.77 MB)

tekstbestand






Editeur

Renaat J.G.A.A. Gaspar



Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina

(2014)–Cornelis de Bruyn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Deze uitgave



illustratie

In folio. Omvang: 20 + 398 + 8 pagina’s, waarvan 398 genummerd. Afmetingen: ca. 22 x ca. 35 cm. In particulier bezit.

 

Om dit reisverhaal overzichtelijker, minder log en in het algemeen toegankelijker te maken, waren allerlei aanpassingen noodzakelijk. Hieronder zijn ze puntsgewijs vermeld. Maar nadrukkelijk zij vooraf vastgesteld dat nergens in de hele hoofdtekst ook maar één woord is weggelaten, toegevoegd of verplaatst.

1. Het complete werk van bijna 400 folio’s is het verdeeld in vier boeken: a) Italië en Turkije (ff. 1-165); b) Griekse eilanden en Egypte (ff. 165-243); c) Palestina (ff. 243-317); d) Syrië en Cyprus (318-398).
2. De signalementen in de marge zijn herschapen in tussenkopjes. Eventuele inhoudelijke toevoegingen daarin zijn geplaatst tussen rechte haken.
3. In de lange (vertaalde) passages over de Turkse en Griekse profane en religieuze gebruiken alsmede in die over de oorsprong van de Nijl en over Palmyra, waarbij De Bruyn in het eerstgenoemde geval slechts sporadisch, en in de laatste twee geen enkel signalement had opgenomen, zijn ter geleding tussenkopjes toegevoegd, geplaatst tussen rechte haken.
4. De zeer lange ‘perioden’ zijn indien mogelijk gesplitst in afzonderlijke, kortere zinnen en indien nodig over twee of meer alinea’s verdeeld.
5. Zoveel mogelijk zijn de huidige regels over het aaneenschrijven van woorden toegepast. Zoals veel tijdgenoten schreef De Bruyn allerlei woorden ‘los van elkaar’: voegwoorden (bijvoorbeeld. op dat; voor dat; na dat), allerlei bijwoorden (bijvoorbeeld by na; daar en boven; waar om), samenstellingen (bijvoorbeeld huys deur; klooster gang; buyten muur), betrekkelijke voornaamwoorden c.q. bepalingaankondigende woorden (bijvoorbeeld ’t geene; die geenen), voornaamwoordelijke bijwoorden (bijvoorbeeld er aan; daar mee; van daar). Maar zeker niet altijd kon onze huidige regel worden toegepast. Het was heel vaak nodig naar bevind van zaken te handelen omdat de duidelijkheid van de tekst niet in het gedrang mocht komen.
De zelve en dezelve gebruikte De Bruyn volstrekt willekeurig door elkaar heen, nu eens als persoonlijk voornaamwoord met aanwijzende nuance (‘hij’; ‘hij daar’), dan weer als aanwijzend voornaamwoord met identificerende nuance (‘de zelfde’). In deze uitgave zijn ze genormaliseerd naar hun betekenis: dezelve voor ‘hij’ of ‘hij daar’; de zelve voor ‘de zelfde’.
6. De Bruyn schreef het woordje er altijd met een voorafgaande apostrof: ’er. Die plaatsing moge uit etymologisch oogpunt te verdedigen zijn, de toegankelijkheid van de tekst wordt er veeleer door geschaad. Hij is dus weggelaten.
7. De overvloed aan komma’s die de tekst ontsiert, is verminderd; niet zelden (wanneer het een tussenzin betrof) zijn komma’s vervangen door liggende strepen.
8. De stijlfiguur van de zogeheten ‘relatieve aansluiting’ is dikwijls te hulp geroepen ter vervanging van de puntkomma of de dubbele punt. Overigens gebruikte ook De Bruyn die relatieve aansluiting, zij het af en toe.
9. De apostrof werd door de Bruyn in allerlei woordcombinaties volstrekt onjuist geplaatst. Dat is steeds stilzwijgend verbeterd: ’t eenemaal in t’eenemaal; ’t schip en ’t scheep (=scheep) in t’schip en t’scheep; ’t zeewaart in t’zeewaart; s’ namiddags in ’s namiddags; ’t zyner eere in t’zyner eere; t’geen in ’tgeen; ’t huys in t’huys; ’t elkens in t’elkens. Let wel, De Bruyn schreef even gemakkelijk: t’schip, t’scheep, t’zeewaart, ’s namiddags etc. Hij was op dit onderdeel van de spelling, vriendelijk gezegd, bijzonder onvast.
10. De zelfstandige naamwoorden schreef De Bruyn met een hoofdletter, zij het niet consequent. De plaatsing van hoofdletters is toegepast naar de hedendaagse norm. Voor Christen, Christelyk, Mahometaan, Mahometaansch, Jood, Joodsch, Copht, Koptisch, Jacobiet, Jacobitisch, Maroniet, Maronitisch is een uitzondering gemaakt.
11. De Bruyn heeft achterin zijn boek een lijst van 24 opgemerkte drukfouten opgesteld. Zijn correctiewerk heeft hij echter bepaald slordig verricht, want aan deze 24 kunnen nog 81 andere worden toegevoegd. Zie 12. Opgemerkte en verbeterde drukfouten onder A en B. Uiteraard zijn ál deze drukfouten thans weggewerkt. Voor een lijst van genormaliseerde woordvormen die door de auteur kennelijk niet als schrijf- of drukfouten, maar als spellingvarianten werden beschouwd, zie de Opgemerkte en verbeterde drukfouten onder C.
13. In deze digitale editie zijn twee onderdelen weggelaten: de lijst van intekenaren, en de aanwijzingen voor de binder waar hij de 211 gravures in het boek moest plaatsen. Wie deze opsommingen toch wil raadplegen zij verwezen naar de scan die de Utrechtse universiteitsbibliotheek op het internet heeft gezet; zoekterm: reizen van cornelis de bruyn door de vermaardste deelen van klein asia → objects.library.uu.nl

Naast de hierboven genoemde aanpassingen waren ook tamelijk veel verklarende noten noodzakelijk. Daarbij was het uitgangspunt, dat een lezer niet persé bij boek I hoeft te beginnen, maar ook zonder beperking de mogelijkheid moet hebben om bijvoorbeeld alleen het verhaal over Egypte, of alleen het verslag over Palestina te lezen. Veel woorden zijn dan ook telkens opnieuw, in boek II, III en IV, verklaard. De meest voorkomende woorden die in betekenis afwijken van de huidige, zijn bovendien opgenomen in een apart glossarium. Het kan zijn dat een of andere lezer enigszins geïrriteerd zal worden door deze herhaalde woordverklaring en ze op den duur overbodig zal vinden. Laat deze of gene dan de ergernis verbijten en daarentegen tevreden vaststellen, dat het eigen tekstbegrip blijkbaar veel groter is dan dat van anderen.

Een ruimhartige woordverklaring is beslist niet overbodig. De afwijkende woordbetekenissen in het zeventiende- of achttiende-eeuws zijn immers legio. Soms kunnen ze tot merkwaardige bijgedachten leiden. Wat te denken van een braave muur of een braave haven? Het lijkt een vreemde combinatie, tot we bedenken dat ook ons huidig equivalent, het woord flinke, naast een uiterlijke vorm eveneens een gemoedsgesteldheid kan aanduiden. Wat te denken van de zinsnede indien ik de reysbeschryving van den heer Melton toentertyd gelezen had gehad? Zou men niet denken dat hier sprake is van een drukfout en dat gehad geschrapt diende te worden? Een verklarende noot waaruit blijkt dat gelezen moet zijn opgevat als een bepaling van gesteldheid, is denkelijk niet overbodig. Wat te denken van deze zin: De stad is gemeen, en doorgaans met slegte huyzen bezet (f. 372)? Een roerige stad van hele en halve criminelen die zich ophouden in tingeltangels, bordelen en gokhuizen? Wel allerminst, eerder het tegenovergestelde: ‘De stad is niets bijzonders en doorgaans met eenvoudige huizen volgebouwd.’

 

De reproductie van de gravures leverde bijzondere moeilijkheden op. Uiteraard konden ze in deze digitale uitgave niet op gelijke wijze als in de boekuitgave geplaatst worden. Hier zijn ze niet, zoals in het boek, op afzonderlijke bladen weergegeven, maar telkens in de tekst, ter plaatse waar ze door De Bruyn vermeld werden.

Ze zijn allemaal gefotografeerd en daarna zodanig bijgesneden, dat de marges van de bladzijden wegvielen. Dat was noodzakelijk omdat bij een openliggend omvangrijk werk als dit is de kantlijnen altijd scheef in beeld zouden komen. Helaas was het niet mogelijk de bolling van de bladzijden bij de rug helemaal weg te werken, zeker niet als een gravure over twee naast elkaar liggende pagina’s verdeeld was.

Voor de panorama’s – gemiddeld ruim 1 meter lang, met als uitschieter de gravure van Constantinopel, die 1,85 meter lang is – is ervoor gekozen deze eerst in hun geheel af te drukken, en daaronder in twee, soms drie gedeelten. Ook sommige ‘gewone’ gravures zijn in meer dan één afdruk weergegeven. Dat geldt speciaal voor de gravure van Palmyra (nr. 187), en nog meer voor die van de munten (nr. 188). Maar nog meer afbeeldingen zijn soms in dit opzicht ‘bevoordeeld’. Altijd was daarbij de overweging dat de illustratie in voldoende mate de tekst moest kunnen ondersteunen.

In de Nederlandse uitgave van 1698 zijn alleen de panorama’s voorzien van een opschrift; in de Franse en Engelse (van respectievelijk 1700 en 1702) hebben alle gravures een dergelijk (Italiaans, soms Latijns) boven- of onder- of tussenschrift van De Bruyn gekregen. In deze digitale editie zijn die (Italiaanse, soms Latijnse) bijschriften eveneens opgenomen, zulks ter verhoging van de lees- en kijkvreugde. Ga naar voetnoot+



illustratie

voetnoot+
Deze Italiaanse onder-, boven- of tussenschriften maken ook duidelijk dat De Bruyn al in Italiƫ begonnen is met de uitwerking van zijn schetsen, hetgeen trouwens voor de hand ligt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken