Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rekening (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rekening
Afbeelding van De rekeningToon afbeelding van titelpagina van De rekening

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rekening

(1990)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige

3

We huurden een twaalfjarige jongen die ons als gids naar Sulphur Spring zou brengen. Hij heette Brian, vroeg of hij mijn horloge en fototoestel cadeau kon krijgen, rende als een bezetene voor ons uit, sprong als een hinde van rotsblok naar rotsblok over de rivier, beklom als een berggeit de gladde bergwand en toonde ons eindelijk een gat in de aarde. ‘Sulphur Spring; twenty East Caribbean dollars and, please, can I have two more: it's my birthday tomorrow,’ zei hij zonder een spoor van vermoeidheid. Hij wilde direct terugkeren, maar Emile steunde: ‘Een paar minuutjes rust, alsjeblieft.’

Bruin-geel borrelde het zwavel uit de grond. Stoom sloeg omhoog, een weerzinwekkende stank verspreidde zich.

‘De hel op aarde,’ sprak ik.

‘Dat kan je wel zeggen,’ zei Emile.

Brian kauwde ongeduldig op een vrucht die hij uit een boom had geplukt.

‘Pas op, Emile, ga er niet te dichtbij staan, die zwavel kan je hartstikke blind maken,’ riep ik.

Hij keerde zich om: ‘Wat ik nog steeds niet begrijp is je vader en al dat geld.’

[pagina 174]
[p. 174]

‘Ik begin het te snappen nu ik die brieven gelezen heb. Eindelijk begrijp ik iets van een opmerking die mijn moeder vroeger maakte. Ze zei een paar keer: “Nadat die man uit de moeilijkheden was geraakt, begon hij direct met dat deprimerende gedoe; op tien mei 1945 schreef hij al zijn eerste brief om schadevergoeding.”’

‘Aan wie?’ vroeg Emile die op een helgroen bemoste kei was gaan zitten.

‘Mijn vader was nog niet terug uit Engeland of hij zette een schadevergoedingsprocedure in gang. Hij begon te schrijven naar de geallieerden, naar het Rode Kruis en later naar Duitse ambtenaren en nog later naar de Oost- en Westduitse regeringen. Hij beet zich vast in het idee dat geld zou helpen. Dat als ze hem maar schadeloos zouden stellen voor verlies van zijn broers, zussen, ouders, het landgoed, enzovoorts, het leed en het gemis alsnog te dragen zouden zijn. Uiteindelijk, heb ik uit zijn geschrijf begrepen, heeft hij een paar miljoen gekregen die hij verdomd goed belegd heeft. Dat is het enige waar hij na de oorlog mee bezig is geweest: met het vermeerderen van zijn kapitaal.’

‘Ik heb een afspraak, ik moet terug,’ zeurde Brian pedant.

‘Laten we maar gaan,’ zei Emile die zijn rug rechtte.

 



illustratie

 

Brian jakkerde voor ons uit. Ik legde mijn vader uit: ‘In een van zijn brieven noemt hij het bloedgeld. Jaren is hij bezig geweest met beleggen, het kopen van aandelen, het handelen en verhandelen van effecten. God weet waarvoor! Het geld werd een doel op zich. In de jaren vijftig schijnt hij erover gedacht te hebben om met ons alle-

[pagina 175]
[p. 175]

maal naar Nieuw-Zeeland te gaan; hij veronderstelde dat 't daar wel veilig zou zijn. Dat is de enige keer, die ik in zijn brieven ben tegengekomen, dat hij iets met het geld wilde doen. Maar verder wilde hij slechts méér, nóg meer. Hij dacht waarschijnlijk: hoe meer geld, hoe minder ik aan al die omgebrachte familieleden hoef te denken.’

‘En het omgekeerde was natuurlijk het geval. Had een psychiater er niet iets aan kunnen doen?’

‘Uit zijn brieven maak ik op dat Mary hem dat weleens gesuggereerd heeft, maar mijn vader was van mening dat hij volkomen normaal was en de hele verdere wereld getikt, volslagen krankzinnig.’

‘Een echte gek, dus. Vandaar die zelfmoord,’ merkte Emile op terwijl hij probeerde van het ene naar het andere rotsblok te springen.

Ik wachtte op mijn vriend aan de andere kant van de rivier. ‘Dat hij zich van kant maakte, is juist het minst onbegrijpelijke uit zijn bestaan.’

‘Ik versta je niet!’ riep Emile.

Ik herhaalde mijn zin toen hij met natte broekspijpen naast mij stond en vervolgde: ‘Van die zelfmoord heeft hij in de enige brief geschreven die ik ooit van hem kreeg. Het was zijn afscheidsbrief aan zijn lievelingszoon - dat stond er zo precies in - en daarin maakte hij exact duidelijk waarom hij eruit zou stappen. Weet je nog toen die oorlogsmisdadigers vrij werden gelaten? Dat begreep hij niet. Hij werd in de jaren zestig steeds treuriger en opeens mochten die boeven los. “Die kunnen weer pret maken in Duitsland en ik zink steeds dieper weg,” schreef hij mij in die afscheidsbrief. Waarom hij precies steeds meer in de gekte geraakte, weet ik pas sedert kort, maar zijn dood kent niet zoveel raadsels.

[pagina 176]
[p. 176]

Nee, dat leven na de oorlog, dat is van een gruwelijke, geobsedeerde waanzin. Naast bergen geld zat een man steeds meer aan de dood te denken. Totdat hij van gierigheid niet meer wist hoe hij zich gedragen moest.’

‘Die oorlog weet wat,’ zei Emile.

‘Neem die hele toestand in Nieuw-Zeeland. Met zijn schoonzuster naar bed, met Mary - allemaal om maar dichter bij zijn eigen familie te komen. Maar dat hele geslacht was al lang dood: uitgemoord, uitgeroeid.’

‘Denk je dat er een kans is dat een geallieerd bombardement zijn familie of zijn verloofde gedood heeft?’

‘Wie zal 't zeggen. En wat doet het ertoe? Volgens mij kon je toen beter een bom op je kop krijgen dan te worden weggevoerd naar een van God verlaten plek in het oosten. Ik heb mijn vader slecht gekend, maar één ding weet ik zeker: er zat geen logica in het hoofd van die man. Geen wraak ook, nauwelijks woede, alleen maar een onheilspellend verdriet dat steeds ontoegankelijker werd. Als kind begreep ik er nooit wat van. Vaak dacht ik, als hij bozig voor zich uit zat te staren: wat is mijn vader verdrietig en ik weet niet waarom. Hij leed aan een zwaarmoedigheid waarvoor nog steeds geen woord bestaat.’

‘Dus nu weet je alles?’ We stonden tegenover elkaar tussen de bananebomen.

‘Ik weet te veel, Emile. Had ik het maar eerder geweten, dan had ik hem kunnen helpen. Met hem kunnen praten. Wie weet was het dan allemaal anders gelopen. Nadat ik de brieven gelezen had, voelde ik mij onvoorstelbaar schuldig. Ik heb niets gedaan om die man van zijn waanidee af te helpen. Niets!’ zei ik met een verstikte stem.

‘Het zal mij niet gebeuren dat jij nu ook begint!’ riep

[pagina 177]
[p. 177]

Emile. ‘Op die manier gaat de Tweede Wereldoorlog door tot in het jaar tweeduizend!’

‘Dat gaat ze ook.’

 



illustratie

 

Ruth was een week later blij dat ik thuiskwam. Ze vroeg: ‘Is nu alles over, is het voorbij?’

‘Volgens Emile wel,’ antwoordde ik.

‘Er ligt een brief van Mary in de kamer en een officiële enveloppe waar haast mee schijnt te zijn.

De hypotheekbank drong op betaling aan. Ik was, uit lamlendigheid en vanwege langdurige uithuizigheid, drie maanden achter. Mary vroeg of alles goed ging en of ik misschien een internationale postwissel voor de fotokopietjes kon sturen. Ze zat een beetje krap.

 

einde


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken