Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rekening (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rekening
Afbeelding van De rekeningToon afbeelding van titelpagina van De rekening

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rekening

(1990)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 99]
[p. 99]

Tweede deel

[pagina 101]
[p. 101]

1

Het is aardedonker wanneer het vliegtuig uit Hawaii, via American Samoa, op Faleolo International Airport aankomt. ‘Als dit international is, kan Andorra zich de machtigste staat van de wereld noemen,’ zeg ik tegen mijn reisgezel. We worden naar een barak gedreven waar behalve ons tweeën uitsluitend reusachtige Samoanen - schoenmaat 50 - staan die grote dozen in de armen of op het hoofd dragen. Onder de rokken van de Samoanen steken dikke, glimmende kuiten. ‘Volgens mij politoeren ze hun benen,’ zegt mijn reisgenoot. Een douaneambtenaar wenkt ons naar een houten tafeltje. Hij gaat zitten en vraagt in gebroken, maar aangenaam zangerig Engels: ‘Wat komt u hier doen?’ Hij wacht mijn antwoord niet eens af, bekijkt mijn paspoort nauwgezet en leest langzaam Ko-nink-rijk der Ne-der-lan-den. Hij herhaalt het nog eens voor zich zelf, kijkt naar het plafond waar doorheen een adembenemende sterrenhemel te zien valt en trekt zachtjes aan de blaadjes van mijn paspoort.

‘Europe,’ zeg ik.

‘Europe,’ herhaalt de douaneambtenaar en hij lijkt niet iets bekends te horen.

‘Wat komt u hier doen. Margaret Mead?’

Ik schud van nee.

‘Margaret Mead! Als ze van verre komen, komen ze daarvoor! Allemaal leugenpraatjes, meneer. Dat boek is bijna zestig jaar oud en zestig jaar geleden klopte het ook al niet. Als u door het lezen van haar boek hier bent gekomen, kunt u het best het eerste vliegtuig terug nemen. Margaret Mead! Tsjguuh!’

‘Daar kom ik niet voor, meneer. Ik heb haar boek maar half gelezen, ik vond het vervelend, langdradig...’

[pagina 102]
[p. 102]

De ambtenaar glimlacht en krabt onbeschaamd in zijn kruis.

‘Ik kom voor Robert Louis Stevenson, R.L.S., Tusitala,’ zeg ik nadrukkelijk.

‘Ah! Tusitala! Great man, friend of Western-Samoa, we love him, you love him too?’

Ik knik enthousiast.

Een paar minuten later sta ik met twee bladzijden stempels meer in mijn paspoort op een dampend veldje in de duisternis.

‘Mister Mantoua? Mister Berberse?’ klinkt het opeens op tussen angstaanjagende vogelgeluiden. ‘Ik kom u halen. Ik breng u met een busje naar uw hotel. Geeft u uw bagage maar.’

De man die ons heeft aangesproken is even rijzig als zijn landgenoten die ik al ben tegengekomen en toont dezelfde, bijna ouderwetse galantheid.

‘Waar komt u vandaan?’ vraagt de chauffeur als hij het busje gestart heeft.

‘Holland,’ zeg ik.

‘Holland,’ herhaalt de man in grote onwetendheid.

‘Europe,’ voeg ik eraan toe.

‘Europe,’ herhaalt hij even onwetend.

‘World,’ probeer ik als een kleine jongen die vroeger onder zijn adres ‘Wassenaar, Holland, Europa, de Wereld’ schreef.

‘Ah, world! Beautiful place! Do you know the world? We, world!’ roept de chauffeur in een schok van herkenning tevreden.

 



illustratie

 

Over de dertig kilometer redelijk begaanbare weg die van

[pagina 103]
[p. 103]

het vliegveld naar Apia voert, heb ik al veel gelezen. De route heeft een mythische klank in de reisliteratuur. Talloze malen werd zij bezongen, bijvoorbeeld door Nelson Eustis, zeven jaar voor mijn bezoek: ‘De weg die van het vliegveld naar de hoofdstad voert, is een van de mooiste van de Pacific. Zij voert door tientallen dorpjes, langs aanplantingen met bananebomen en een rijkdom aan andere, tropische woudreuzen en door enkele van de grootste kokosnootplantages van de Zuidelijke Pacific. Zij laat de reiziger een ongewone verzameling kerkgebouwen in de wonderlijkste stijlen zien.’

De ochtend waaiert goud open wanneer we halverwege zijn. Langs de weg lijken de eilandbewoners te ontwaken. Dat wil zeggen: er valt overal beweging te bespeuren onder kleden die op de bedden liggen. De bedden, die eruitzien als ouderwetse hospitaalledikanten staan bijna in de open lucht. Zij en de slapers worden slechts beschermd door een dakje van palmbladeren dat op een paar palen rust. Muren of wanden vereist het tropische klimaat blijkbaar niet.

Het ontwaken van de bevolking is een vervreemdende gebeurtenis die bij mij ontroering oproept. Terwijl het busje zachtjes ploffend op weg is naar het hotel, zie ik dikke kuiten onder de kleden vandaan komen, komen er vrolijke hoofden omhoog en bespringen scharminkelige honden de bedden van hun bazen en bazinnen.

‘Je gelooft het toch niet,’ is het enige dat mijn reisgezel weet op te merken.

Ik heb er niet veel meer aan toe te voegen.

De chauffeur wijst ons, trots als een aap, traditioneel op de verkeerde dingen: een zojuist geopende kerk, gebouwd in een gruwelijk moderne stijl, een modern ogende fabriek waarin melk wordt verwerkt en een rood huis-

[pagina 104]
[p. 104]

je van baksteen dat iets met elektriciteit te maken moet hebben.

De prachtige monotonie van ontwakend Western-Samoa ontrolt zich langs honderden fale's, zoals de hutten heten. Het is een meeslepende eentonigheid. Het lijkt wel alsof het opstaan in het prinsdom centraal geregeld is, want elke honderd meter verder en elke minuut later is het ritueel ietsje verder gevorderd. Op een gegeven ogenblik lijkt het stadium van het uitkloppen der kleden aangebroken, terwijl een stukje verder het oprollen al aan de gang is en weer iets dichter naar de hoofdstad toe de hutbewoners zich zittend op de grond, midden tussen de bedden, vertonen. In de ‘buitenwijk’ van Apia staan de meeste mensen al langs de weg.

‘Waar gaan die naar toe?’ vraag ik de chauffeur.

‘Die wachten op collega's. Samen lopen ze naar hun werk op de plantages die in de buurt van het vliegveld liggen. Als we nu terug zouden rijden, zouden we halverwege heel grote groepen arbeiders zien lopen. Met kapmessen op hun schouders en soms zingend. Liederen over vroeger, over de arbeid van het kappen. Mooie liederen, in het Samoaans. Spreekt u Samoaans?’

‘Nee, meneer,’ antwoord ik.

‘Geen meneer! Noem mij vriend.’ De chauffeur stopt de auto, stapt uit, doet het portier aan mijn kant open, maakt een wat ongelukkige buiging en zegt: ‘Ik ben uw vriend. Wilt u de mijne zijn?’

Wat ongemakkelijk en verlegen antwoord ik: ‘Ja, natuurlijk, oké.’

De chauffeur stapt weer in en zegt verheugd: ‘Dan zijn wij vrienden, voor altijd. Ah! We zijn er.’

De chauffeur draagt onze bagage een pad op dat leidt naar een grote, met palmbladeren afgedekte, ruimte.

[pagina 105]
[p. 105]

‘Wij zijn vrienden,’ zegt hij trots.

Ik geef hem wat geld en onmiddellijk betrekt zijn gezicht. ‘Dat zou een belediging zijn. Vrienden betalen elkaar niet. No money, oh no!’ De chauffeur lijkt bijna zijn auto in te vluchten. Ik zwaai naar hem. Bij wijze van groet schudt hij zijn krullebol zachtjes op en neer. En schatert van het lachen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken