Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rekening (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rekening
Afbeelding van De rekeningToon afbeelding van titelpagina van De rekening

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rekening

(1990)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

10

Het waren krankzinnige bedragen die de notaris voorlas. Tonnen passeerden de revue, en niet zo maar tonnen maar bedragen als ‘honderdeenendertigduizend gulden en zesenzestig cent’.

‘Uw moeder is blijkbaar niet meegekomen?’ vroeg de notaris toen hij een groot bedrag had genoemd dat mijn vader vermaakt had aan een liefdadige instelling.

‘Nee, waarom zou ze? Mijn ouders zijn al vijftien jaar gescheiden’.

‘Toch heb ik haar uitgenodigd.’

‘Geestig,’ zei Meyer.

‘Dat is maar hoe u het bekijkt.’ De notaris las een bedrag op. Mijn moeder erfde meer geld dan ze in heel haar leven te besteden had gehad.

‘Allemachtig!’ riep Brit uit.

[pagina 137]
[p. 137]

‘Is dit allemaal wel echt? Heeft u wel een notarisdiploma?’ vroeg Meyer.

De notaris keek verstoord en Meyer keek even later nog verstoorder. Ik raakte in een soort verdoving.

De zonen van Rainer Gottlieb Mantoua erfden ieder meer dan een miljoen gulden.

 



illustratie

 

Op straat rookten Meyer en ik een sigaret. Meyer zei: ‘Ze waren niet arm toen ze nog getrouwd waren, maar dat hij zoveel geld had! En dan die rare zinnen over de spijt die hij had, dat hij het uiteindelijk niet meer met ons kon goedmaken, maar dat hij hoopte dat we met het geërfde geld...’

‘We hoeven ons hele leven niets meer te doen.’

‘Dat voelt lekker,’ zei Meyer.

‘Waar zou hij in godsnaam al dat geld vandaan gesleept hebben? Die man deed nooit wat, ik herinner mij hem alleen maar als een gekke bekken trekkende zombie met een dik boek in een stoel naast de kachel.’

‘Heeft hij eigenlijk ooit gewerkt?’

‘Niet dat ik weet. Volgens mij kreeg hij een behoorlijke uitkering vanwege de oorlog. Waarom precies zou ik niet weten, want andere mensen die het moeilijk in de oorlog hebben gehad, moesten gewoon werken. Mevrouw en meneer Vleeshouwer verdienen hun geld met die knopenwinkel en die krijgen er volgens mij niets bij; die hebben het helemaal niet breed.’

‘Zou pa een held zijn geweest?’

 



illustratie

[pagina 138]
[p. 138]

‘Voor de goede orde vertel ik u erbij dat u de erfenis kunt weigeren. Dit zeg ik pro forma, want wijlen uw vader heeft geen dubbeltje schuld achtergelaten. Van de door u geërfde bedragen gaan alleen de successierechten af,’ had de notaris gezegd.

‘Mag ik daarover nadenken?’ had ik gevraagd.

‘Nadenken! Nadenken! Graaien zou ik zeggen, zakken vullen,’ had Meyer bijna buiten zinnen geroepen.

Op een zondagmiddag toen het weer even mooi was als in de jaren vijftig - en mijn vader altoos somber in de kamer zat - schreef ik de notaris een brief.

‘Geachte heer,

Hierbij deel ik u mede dat ik afzie van het erfdeel dat mijn vader mij heeft nagelaten. Kunt u mij meedelen wat voor belastingtechnische consequenties het voor mij heeft wanneer ik mijn erfdeel doe toekomen aan enkele liefdadige instellingen? Vriendelijke groet. Lothar G. Mantoua.’

 



illustratie

 

Ik heb het nooit anders gevoeld: nadat mijn vader door de echtscheidingsrechter gedwongen was het huis te verlaten, daalde er een onafwendbare, diepe somberheid in mij neer. Samen met mijn vader maakte ik deel uit van een soort geheim genootschap. Niet dat het werkelijk bestond, maar het voelde zo. Tussen mijn vader en mij was er ogenschijnlijk weinig (mijn moeder: ‘Je maakt van die man gewoon iets bijzonders, maar het was een gevaarlijke gek, geloof mij nou’) wezenlijks, maar ik voelde meer. Mijn vader moet dat tot het laatste toe - toen we elkaar al lang uit het oog verloren waren - ook hebben ge-

[pagina 139]
[p. 139]

voeld: mijn erfdeel was precies één gulden hoger dan dat van mijn broers.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken