Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rock 'n' roll (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rock 'n' roll
Afbeelding van Rock 'n' rollToon afbeelding van titelpagina van Rock 'n' roll

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (17.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rock 'n' roll

(1991)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

XIV Muddy Waters in memoriam (1915-1983)

‘Ik zwierf altijd rond en dat is waarom ik die song “Rolling Stone” schreef. Dat is precies wat ik was: een rollende steen,’ vertelde Muddy Waters eens aan een Amerikaanse journalist. 30 April 1983 stierf de in 1915 als McKinley Morganfield geboren zanger en componist te Chicago. Het zal wel geen toeval zijn dat zijn geboorteplaatsje Rolling Fork heette. Met Muddy Waters is een van de invloedrijkste musici van deze eeuw heengegaan. De paar keer dat ik met hem heb mogen praten maakte hij steeds een bijzonder vriendelijke en openhartige indruk. Zijn kennis van de Amerikaanse blues was zeer omvangrijk.

Waters was de muzikale erfgenaam van grote namen als Son House en Willie Brown. Hij stond oorspronkelijk dan ook in de traditie van de countryblues. Als zodanig werd hij aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gevraagd om voor het muziekarchief van de Amerikaanse Library of Congress opnamen te maken. Daarmee werd een stukje neger- en slavencultuur, voor zover overgeleverd in de bluesmuziek, vastgelegd. Pas in 1946 maakt hij voor het eerst commerciële platen. In de jaren vijftig stijgt zijn roem en hoewel hij nooit echte hits heeft gehad, werd hij al spoedig gerekend tot de grootste bluesartiest van zijn tijd. Niet in het minst omdat hij een groot aantal klassiekers schreef èn zong als ‘Baby please don't go’ (in 1965 een immense hit voor de groep Them), ‘Got my mojo working’ (dat bijna iedereen na hem heeft opgenomen) en ‘Hoochie Coochie man’.

In 1960 werd Waters gevraagd voor het Newport Jazz Festival. Waters speelde als laatste op het festival dat vooral gekenmerkt werd door rellen die werden veroorzaakt door tienduizend dron-

[pagina 149]
[p. 149]

ken teenagers, door traangas en een optreden van Waters dat - ook op de plaat - een hoogtepunt van zowel festival als muzikant kan worden genoemd. De rauwe stem van Waters en de elektrische versterking (die vóór Waters in de blues niet voorkwam) maakten ook in Engeland veel indruk. Toen Waters voor het eerst naar Engeland ging ‘was ik te luid voor het Engelse publiek maar... ik opende hun ogen’, zoals hij zelf zei. In 1962 kwam hij voor de tweede keer naar Engeland. Waters over dat bezoek: ‘Ik ging naar een club en ze speelden daar zo hard, man, dat ik weg moest. Mijn oren brandden!’

In de vroege jaren zestig was zijn ster een weinig aan het dalen in Amerika maar in Engeland sloeg hij inderdaad in op een wijze die de richting van de beat- en later popmuziek definitief zou vastleggen. Het metalen geluid, de ruwe stembehandeling, de slepende en zingende gitaren - dat heeft de popmuziek allemaal aan Waters te danken. In het najaar 1962 zaten Mick Jagger, Keith Richards en Brian Jones op een huurflatje in Chelsea te luisteren naar een plaat van Waters. Na het nummer ‘Rolling Stone’ te hebben gehoord besloten de drie jongens hun nieuwe band ‘The Rolling Stones’ te noemen. Reeds in hun autobiografie uit 1965 (Our own story by The Rolling Stones) maakt Jagger gewag van zijn grote bewondering voor Waters. Later zouden de Stones Muddy herhaaldelijk in Amerika bezoeken en jamsessions met hem maken die tot nu toe nooit op een grammofoonplaat zijn verschenen.

Na het midden van de jaren zestig heeft Waters weinig nieuws aan zijn oeuvre toegevoegd. Wel bleef hij optreden, de laatste jaren bij voorbeeld vaak in Duitsland. Zijn discografie bestrijkt zevenendertig jaar. In al die jaren heeft hij ieder nummer vele malen, in een steeds andere uitvoering, opgenomen. Zo bestaat er een schitterende bloemlezing van zijn uitvoeringen van ‘I'm a kingbee’ (dat ook door de Stones werd opgenomen).

Waters heeft zijn leven lang musici opgeleid. Johnny Winter maakte onder andere enkele elpees met hem. Een van zijn prachtigste langspelers is Woodstock die hij opnam toen hij zestig was. Op deze elpee wordt hij begeleid door een grote crew. Als drum-

[pagina 150]
[p. 150]

mer treedt op Levon Helm die een grote naam had gemaakt in Amerika's superband The Band. Op deze plaat kwamen Waters' slepende bluesgang en stem tot volle rijpheid. Een ongelooflijk massieve en zware langspeler die geheel is volgelopen met Waters' stem en gitaar. Waters' versies van ‘Caledonia’ en ‘Kansas City zijn op deze plaat monumenten geworden van heavy, bijna draderige blues waarin de melancholie, die deze muziek zo kenmerkt, optimaal tot haar recht komt.

Waters kon daar in de pauzes van zijn concerten enthousiast over spreken. Een rappe prater was hij echter niet. Hij wilde altijd alleen maar spelen. Hij zei dan tegen mij: ‘Heb je zo genoeg, kid? Dan ga ik maar weer eens het podium op.’ Hij liep een beetje stram en begon met een krukkig dansje. Opa deed de blues! En iedere keer was ik na vijf minuten al aangedaan door dat eerlijke geluid. Waters kon niks liegen. Hij heeft nauwelijks concessies gedaan aan de commercie en daarom is hij ook nooit miljonair geworden. Zelf zei hij het een keer zó: ‘Wanneer ik de blues zing, wanneer ik de echte blues zing, dan zing ik wat ik voel. Misschien lachen sommige mensen daarom, misschien praat ik wel niet zo goed en word ik niet begrepen... maar, wanneer ik de blues zing dan komt die uit mijn hart.’ Na ieder optreden was Waters dan ook uitgeput. Hij bedankte eerst zijn bandleden en groette daarna, bezweet, een beetje ongelukkig het publiek in de zaal.

Waters heeft nooit helemaal kunnen begrijpen waarom hij de aartsvader is geworden van de moderne Europese rockmuziek. ‘Ik begrijp het niet,’ zei hij een keer tegen mij. ‘Ik zing over armoe en eigenlijk heel gewone dingen. Wat moeten jullie daar nu mee in Europa?’ Ik heb geantwoord dat hij ons in Europa waarschijnlijk een beetje wijsheid leerde. Hij geloofde mij niet maar zei: ‘Dat is lief van je, kid.’

‘Born with nothing’ is een van zijn mooiste songs. Hij droeg altijd schreeuwerige en angstvallig afgeleefde, ouderwetse overhemden waarvan de kraag ver openstond. Hij vond die overhemden gewoon mooi.

Het mooiste detail dat betrekking heeft op Waters' muzikale bestaan, lijkt de ontmoeting tussen de twee Stones-reuzen Keith

[pagina 151]
[p. 151]

Richards en Mick Jagger. Zij spraken elkaar voor het eerst toen Jagger een ijsje verkocht aan Richards. De tweede maal dat zij elkaar spraken droeg Jagger onder zijn arm een plaat van Muddy Waters. Richards zag wel wat in die muziek, nodigde Jagger uit voor een kop thee en zo werd de geschiedenis van de popmuziek bepaald. Door een plaat van Muddy Waters; men vraagt zich af welke opname het is geweest!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken