Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Misbruik wordt gestraft (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Misbruik wordt gestraft
Afbeelding van Misbruik wordt gestraftToon afbeelding van titelpagina van Misbruik wordt gestraft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

Scans (5.37 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Misbruik wordt gestraft

(1967)–C. Buddingh'–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 149]
[p. 149]

Twee

De sleutel tikte, klikte, gleed in het slot. De deur piepte open. Vogels vingers tastten naar de knop van het licht, hij schudde even zijn hoofd, liet zijn arm met een ruk zakken. De punt van zijn schoen schopte tegen de wollen loper, zijn linkerhand vond steun, zijn nagels krasten langs een glibberige roe. Heel behoedzaam: rechterhand op een tree, rechtervoet op een tree, linkerhand op een nieuwe tree, linkervoet op een nieuwe tree, sloop hij naar boven. Op de overloop bleef hij hijgend staan. Alles doodstil. Hij verzette een been, een plank kraakte, ergens diep in het ondoordringbare zwart begon zacht een koekoek te roepen. Koekoek. Koekoek. Koekoek. Koekoek. Hij wachtte vier, vijf seconden, verzette zijn andere been. Zijn vingertoppen streken langs een deurpost, zijn hand sloot zich om de knop. Hij drukte hem omlaag, zijn andere hand knipte het

[pagina 150]
[p. 150]

licht aan.

Donker haar op het gelig glanzende kussen. Een halve neus. Een kwart oorschelp. De dekens golfden, vingers sloegen zich om het laken. Het bruine hoofd schokte overeind, de ogen openden zich, knipperden, suffig, verschrikt.

‘Vogel!’

Ze zat stijf rechtop, trok haar nachthemd over haar schouders, staarde hem aan. De bult in de dekens wipte op en neer. Hij leunde tegen de deur, zijn handen in zijn zakken, flauw knikkend, met bol samengeknepen lippen.

‘Vogel! Waar ben je al die tijd geweest? Wat kijk je vreemd. Zeg eens iets.’

Haar vingers wiebelden over het ivoorwitte nylon. Hij deed een paar stappen naar voren, langzaam, met half-kromme, slingerende benen. Ze draaide haar hoofd schichtig heen en weer, haar tanden in haar lippen. ‘Het is allemaal een vergissing geweest, Vogel. Mona en ik zijn er vanochtend achtergekomen. Maar gisternacht... Hoe is het met je rug? Doet hij erge pijn?’ Haar vingers klemden zich om de kanten strook. ‘Waarom zeg je helemaal niets?’

Vogel bleef staan. Zijn hoektanden knersten over elkaar. Hij lachte, geluidloos.

‘Zo zo. Dus jullie zijn er zowaar achtergekomen?’

[pagina 151]
[p. 151]

‘Ja.’ Ze keek smekend naar hem op. ‘Tijs heeft Mona alles uitgelegd. Het was niets, dat weet ik nu.’ Ze sloeg haar armen over elkaar, drukte ze tegen haar borst.

‘Ik heb Tijs gesproken.’

‘Tijs? Wanneer? Wat zei ze?’

‘Ze wou met me naar...’ Hij zweeg, kneep met duim en wijsvinger in zijn gloeiende kin.

‘Waar wou ze met je naartoe?’

‘Naar de bioscoop.’ Hij spreidde zijn vingers over zijn rug. ‘Ze vertelde me dat Geert zo vriendelijk was geweest mij van de trap te smijten.’

‘Ja, dat weet ik. Maar toen dacht hij nog...’ Ze wendde haar blik af. ‘Heeft ze ook verteld wat hij dacht?’

‘Ook dat heeft ze me verteld, ja.’

Haar vingers fladderden naast haar bleke wangen. De deken zakte omlaag, golfde weer omhoog.

‘Hij heeft vanmiddag nog opgebeld. Hij is helemaal van streek. Hij komt morgen hierheen om je zijn excuses aan te bieden.’

‘Wat verschrikkelijk nobel van hem.’

‘Vogel.’ Haar stem beefde. ‘Ik weet dat het erg was. O, het was afschuwelijk allemaal. Maar...’

Vogel kneep zijn ogen dicht. IJzer zwiepte langs zijn rug. Stemmen schreeuwden, krijsten. Hij wankelde, greep zich vast aan het bed.

‘Vogel!’

[pagina 152]
[p. 152]

Hij richtte zich weer op, stak zijn hand in zijn broekzak. Het pistool trilde in zijn vuist.

‘Vogel!’ Ze staarde hem radeloos aan. ‘Vogel! Wat ga je doen? Hoe kom je daaraan? Je gaat toch niet...?’

Hij probeerde zijn mond te openen, boerde, hikte, perste zijn elleboog in zijn lende.

‘Sta op!’

‘Vogel! Denk dan tenminste aan Tinkaatje!’

Ze tuurde wild om zich heen, haar donkere haar tegen de muur gedrukt.

‘Sta op, zeg ik.’

‘Vogel, je wil toch niet, je wilt me toch niet...’

Hij tuurde uitdrukkingloos voor zich uit. Zijn mond hing half open, zijn schouders schokten. Ze trok haar benen onder de dekens vandaan, hees zich krampachtig overeind.

‘ Vo...’

‘Trek dat nachthemd uit.’

‘Maar...’

Het pistool schoof naar voren. Trillend-wriemelende vingers plukten aan het nylon, sjorden het omhoog. Haar voet gleed van het kussen, haar knieën knikten, sloegen dubbel, haar arm maaide door de lucht, ze stond weer. Het hemd schokte over haar hoofd, ruiste langs haar heup.

Vogel keek. De kleine en toch volle borsten. De dubbele moedervlek boven de rechtertepel. De

[pagina 153]
[p. 153]

bruine prikkeldraadstreep links van haar navel. Het blanke kippevel van de heel licht bollende buik. Hij slikte. Zijn tong kleefde tegen zijn kurkdroge verhemelte.

‘Steek je linkerarm schuin omhoog.’

Een verre, schor-gesmoorde, verwrongen stem. Ze staarde wazig op hem neer, werd een witte, deinende vlek.

‘Je rechterarm schuin naar achteren.’

Het bed piepte, kraakte. Vingers, een kuit, schokten trillend op en neer.

‘Vogel, ik val!’

De vlek nam weer vormen aan. Hij liep om het bed heen. Ze staarde verwilderd op hem neer. Hij sloeg zijn arm om haar billen, drukte zijn wang tegen haar zachte borst. Wind bulderde in zijn oren. Een hand streek aarzelend door zijn haar.

Hij liet haar los, liep terug naar het midden van de kamer. Haar armen hingen weer naast haar lichaam, haar lippen bewogen op en neer, ze glimlachte, vragend, schuw. Hij knikte, ze liet zich op het kussen zinken. Haar gezicht was weer naar hem opgeheven.

‘Dat pistool. Hoe ben je eraan gekomen? Weet je dat ik echt even heel erg bang was?’ Het puntje van haar tong schoot tussen haar lippen uit, dook terug, schoot weer naar voren, dook opnieuw weg.

‘O, gisternacht van iemand gekregen.’

[pagina 154]
[p. 154]

Hij lachte. Zijn ene been schopte door de lucht, zijn andere. Hij knikte zijn pols, wierp het pistool omhoog, probeerde het weer snel te grijpen. Het ketste langs zijn knokkels en kletterde op het linoleum.

‘Stil! Dadelijk worden de kinderen nog wakker.’

Hij richtte zich weer op, keek haar verwonderd aan.

‘De kinderen?’

‘Ja. O ja, natuurlijk. Iefke slaapt hier vannacht. Marijke is naar Utrecht.’

Ze had haar nachthemd gepakt en over haar schouders geslagen. Haar tanden glinsterden even, ze streek haar fijne krulletjes naar achteren.

Vogel lachte opnieuw, bukte zich, raapte het pistool op, liep ermee naar de kast en wierp het tussen twee netjes gevouwen stapeltjes ondergoed. Hij keerde zich om, gleed uit zijn jasje en hing het over een stoel.

‘Ja,’ zei hij geeuwend. ‘Laten we vooral de kinderen niet wakker maken.’


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken