Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Schepping van de mens

illustratieWat had lieve Heer de aarde toch mooi gemaakt. Heel hoog aan de mooie, blauwe lucht stond de grote zon, en maakte alles licht en blij op de aarde. De bloemen met hun mooiste kleuren kwamen overal tussen het gras met de kopjes omhoog en keken zo blij naar de mooie, grote zon. De vogels in de bomen floten hun mooiste deuntje. Onze lieve Heer had er Zelf plezier in en keek de hele aarde nog eens rond of alles wel goed was. Ja, 't was alles zo mooi. De mensen zouden er toch wel blij mee zijn. En nu wilde God de mensen gaan maken. Die moeten ook heel mooi worden. Ja, hoor nu toch eens, wat lieve Heer zei: Ik ga de mensen zo mooi maken, dat ze op Mij lijken. De mensen moeten Mijn kinderen zijn en Ik wil hun beste Vader zijn. Ja.... de mensen mochten de kinderen zijn van God. Lieve Heer wilde Zelf de Vader van de mensen zijn. Dat is nog eens lief! En God is zo mooi, daarom moesten de mensen ook heel mooi zijn, omdat ze op God moesten lijken.

 

De beesten zijn ook heel mooi. Kijk maar eens hier op de plaat. Wat hebben de beesten van lieve Heer gekregen? Een kop met ogen, oren, 'n neus, 'n bek, en 'n lijf met poten. Dat alles bij elkaar noemen de grote mensen een lichaam.

Alle kinderen, die op de aarde komen, krijgen een lichaam van lieve Heer. Zie maar eens bij jezelf: 'n hoofd, armen en benen en 'n lijf. Je hebt oogjes, oren, 'n neusje en 'n mond. Daar heeft de goede God voor gezorgd, en daar moet je Hem ook voor bedanken. Zeg eens mooi: dank U, lieve Heertje, voor mijn oogjes, mijn mondje, voor alles, wat ik kreeg.

Ik weet 'n kindje, dat wel oogjes heeft en toch helemaal niets kan zien. Arm kindje, hè? Het kan nooit zijn vader en moeder zien. Ook niet zijn lieve broertjes en zusjes. 't Kan niet met de blokjes bouwen, niet met de pop of beer spelen. Ook niet buiten bloempjes plukken of in het zand lekker spelen, dat kan niet. Want dat kindje kan niets, helemaal niets zien. Het is altijd donker voor dat kindje, ja, dat is toch wel heel erg. Dat kindje is blind.

Doe jij je oogjes eens dicht. Zie je wel, dat alles nu donker is. Loop nu eens naar de naaitafel en pak dat boekje eens voor me.... Ja, nu stoot je je....! Zie je wel, hoe erg het is helemaal niets te kunnen zien.

Maar jou heeft de lieve Heer twee mooie oogjes gegeven, waar je mee kunt kijken, oortjes, waar je mee kunt horen, 'n mondje om te babbelen. Heel je mooie lichaam kreeg je van de goede God.

[pagina 15]
[p. 15]

Maar de mensen moesten op God lijken, ze moesten Zijn kinderen zijn en daarom zouden ze nog wat anders krijgen. O, zo iets moois! Dat is de ziel. Want al heb je 'n mond, dan kun je nog niet praten, dat kun je alleen, als je 'n zieltje hebt. Kijk ons poesje daar, die heeft geen ziel. Het is een beest. Poesje weet ook niet, dat daar boven in de hemel zo'n goede Vader woont. Poesje kan ook niet praten en niet denken. Jij kan dat wel, omdat je van lieve Heertje een zieltje hebt gekregen. Maar jij kunt je zieltje niet zien. Het zit daar van binnen. Moeder zou wel eens graag daar van binnen bij je willen kijken, maar dat kan moeder ook niet. Weet je, wie dat wel kan? Lieve Heertje en Hij ziet er zo graag naar. Hij zegt tegen de engeltjes: Hé, kijkt nu toch eens daar van binnen bij dat kindje. Zien jullie ook, wat een mooi zieltje dat kindje heeft? Hé ja, zeggen dan de engeltjes. Hoe mooi toch, lieve Heer. Nu zien we, dat dit kindje op U lijkt en dat het Uw kindje is, we zien het aan dat mooie zieltje.

Ben je nu niet blij, dat onze goede Vader in de hemel jou zo'n mooi zieltje gegeven heeft? Je weet, alle mensen hebben 'n ziel. Moeder ook. Ik ben er o zo blij om. Zal Moeder eens verklappen, wat Moeder wel eens doet? Soms zeg ik heel zachtjes: Lieve Heer, ik ben zo blij met die mooie ziel. Dank U wel, lieve Heer. En jij?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken