Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De geboorte van Jesus

illustratieDe engeltjes staken de sterrelichtjes al op aan de donkere hemel, de maan kwam ook al om 't hoekje van de wolken kijken en .... nog stonden Maria en Jozef op straat, omdat er bij de mensen geen plaats voor hen was. Maar daar ineens moest St. Jozef ergens aan denken. Hij wist, dat er dichtbij in de buurt nog een stal was, een beestenstal. In Bethlehem hadden de mensen veel schapen, daar moesten herders voor zorgen. Die schaapjes bleven 's nachts ook wel buiten; alleen als het hard regende of erg koud was, dan gingen de herders met hun schaapjes naar deze stal. St. Jozef keek Maria eens aan en zei: Ik weet hier dichtbij een stal. Zullen we daar maar heen gaan? 't Is toch beter, dan hier buiten te blijven, 't Wordt koud en 't is zo donker overal. Maria knikte en liep Jozef achterna. O, Ze was toch zo moe, Ze kon haast niet meer verder. Gelukkig maar, dat het niet meer ver af was, en dat St. Jozef zijn lantaarn meegenomen had op reis. Want 't was overal zo donker. Hij hing de lantaarn op aan 'n spijker. Nu konden ze alles goed zien. De stal was wel flink groot, van voren was hij helemaal open. St. Jozef liep eens verder naar binnen. Maar .. o .. wat schrok hij. Wat zag het er hier vuil uit en .. het rook zo vies. Achter een hoge voerbak zag hij een os staan, die hem met grote ogen aankeek. St. Jozef zag, dat er nog 'n plaatsje over was en daarom zette hij zijn ezeltje er maar naast. Overal lag vuil stro. Moest hij nu Maria hier in deze vuile stal brengen.. Nee hoor, dat wilde hij niet. En wat deed hij nu? Hij

illustratie

zag in 'n hoek nog wat schoon stro liggen, al het vuile veegde hij eerst eruit. Toen zocht hij 'n goed plaatsje op, waar Maria uit kon rusten. Achteraan in de stal, daar was het niet zo koud ook. Maria was er zo blij om. Wat was St. Jozef toch goed voor Haar. En weet je, wat Jozef nu deed? Hij bleef zelf vooraan in de stal. Hij was immers helemaal open. Er kon wel eens iemand binnen
[pagina 50]
[p. 50]


illustratie

komen.... Hij zou wel de wacht houden, 't Was nu heel, héél stil in 't stalletje, en ook buiten hoorde je niets, er kwamen steeds maar meer sterretjes aan de donkere hemel.

 

Maar opeens midden in de nacht... Wat is dat?.. Overal licht, van dat mooie gouden licht. St. Jozef schrok even.. Hij keek eens rond. Nee, buiten was alles donker, maar .. zie, daar van binnen in 't stalletje, daar kwam dat gouden licht vandaan. St. Jozef loopt nu naar binnen en .. luister eens, m'n kindje, wat hij nu wel zag. Hij ziet daar Maria en .. in haar armen draagt Ze een lief Kindje: het Kindje Jesus. Ja, in die nacht was God de Zoon op aarde gekomen in dat vuile stalletje in Bethlehem. En nu droeg Maria het Kindje Jesus in haar armen.

 

O .. wat was dat toch mooi! Moeder Maria met haar Kindje.. St. Jozef bleef er stilkens een poosje naar kijken. Maar och.. hoor nu, het Kindje begint te schreien. Het is ook zo koud in het stalletje. Maria keek St. Jozef eens aan. Waar moest Ze nu haar lieve, kleine Jesus in neerleggen?... Ze had immers geen wiegje, Ze had geen dekentjes, Ze had maar een paar dunne doekjes. Gauw wikkelde Ze haar Kindeke in de doekjes en hield Het héél dicht tegen Haar aan. Zij sloeg haar eigen blauwe mantel om 't Kindje heen en zei: Zoet maar, lief Kindeke, Moeder zal je warmen.

 

En hoor eens, wat St. Jozef ondertussen had gedaan! Hij had gezien,

illustratie

dat daar achter in de stal nog een voerbak van de beesten stond. Hij zocht het schoonste stro, wat er te vinden was bij elkaar en zette nu 't kribbetje midden in de stal, vlak bij de lantaarn. Moeder Maria nam haar kleine Jesus en legde Hem heel voorzichtig neer in het kribje. Maar 't Kindeke bleef maar schreien .. De doekjes waren ook zo dun .. en het stro was zo hard. Die lieve Moeder Maria had haar Kindje zo graag 'n mooi wiegje en warme dekentjes gegeven. Ze wist zo goed, wie haar Kindje was. Dat Kindje, dat daar huilde, van kou en armoe, was God de Zoon Zelf. Uit die schone hemel gekomen op de aarde. En weet je, wat Maria en Jozef nu deden? Ze knielden neer bij 't kribje. Zie eens, hoe mooi! Maria heeft haar handen gevouwen en kijk St. Jozef eens? Hij buigt heel diep, want hij weet het óók zo goed: Maria's Kindje is God. Ook engeltjes uit de hemel kwamen en bogen heel eerbiedig voor het Kindje in het kribbetje. En ze zeiden tegen elkaar: Kijk nu toch eens .. daar in dat kribje ligt het heiligste Kindje van de wereld! Dat is God de Zoon. Hij kwam nu in deze donkere nacht op aarde om voor de mensen de hemel weer open te maken. Hoe lief toch! Wat houdt Jesus toch veel van de mensen. Zij zagen wel, hoe dun de doekjes waren en hoe arm het was in het stalletje. En die kleine Jesus kwam immers uit zijn schone hemel, waar 't altijd even heerlijk is, waar 't altijd feest is. Maar dat wilde Jezuke, om ons te helpen in de hemel te komen. Jezuke houdt zoveel van je. Hij wil je zo graag in de hemel hebben. En daarom kwam Hij nu uit die schone hemel in dat stalletje van Bethlehem.

 

Je weet toch wel: de hemel was op slot en die kon alleen open, als God de Zoon op aarde kwam. En toen Hij kwam ... vond Hij zo'n stal, zo arm, en zo koud.

[pagina 51]
[p. 51]

En toch kwam Hij.



illustratie

Dank het lieve Kindje Jesus maar eens:

 
Lief Jezuke, ik dank U,
 
dat U een klein Kindje wilde worden.

Vind je het niet erg, dat Jezuke zo schreit?

 

Maar hoor eens, kindje, zal moeder eens verklappen, hoe jij die traantjes kunt afdrogen....

 

Als je een braaf kindje, een héél braaf kindje bent. Als Jezuke ziet, dat je straks weer lief gaat spelen met broer en zusje en geen ruzie maakt, dan maak je Jezuke zo blij en dan gaan al z'n traantjes weg. Dat wil je wel, hè? Zeg het Hem maar gauw:

 
Jesus, Kindje klein,
 
Ik wil een lief, braaf kindje zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken