het vliegen en spelen zijn, kruipen ze in het nestje om uit te rusten.
Maar Ik .... zei Jesus toen.... Ik heb niets, niet eens 'n kussen om 's avonds M'n hoofd op te laten rusten. Hoor je nu, kindje, hoe arm Jesus was. Hij had geen huis, geen stoel, geen tafel, geen bed.. niet eens 'n kussen. En je weet wel, wie Jesus is, hè..... God de Zoon, gekomen uit die prachtige, mooie hemel, waar Hij alles heeft, wat Hij maar wil, waar 't zo heerlijk is, waar 't altijd feest is. Maar Jesus wilde voor ons op de aarde komen, voor ons zo arm zijn, om de gouden hemeldeur weer open te maken.
't Was vaak erg warm in de hete zon. Als Jesus dan stond te preken, druppelde 't zweet van Jesus' gezicht. De Apostelen keken elkaar wel eens aan en wezen naar Jesus, Die er zo warm en moe uitzag. Weet je, wie er dan ook vaak naar Jesus keken? De engeltjes in de hemel! Als ze Jesus daar zo zagen staan midden in die hete zon, fluisterden ze zacht: Zie toch eens naar Jesus. De ganse dag is Hij al aan het preken. Er komen zoveel mensen naar Hem luisteren en telkens komen er weer anderen bij. Jesus zal wel erge honger hebben. Ja, dat hadden de engeltjes goed geraden.
En weet je, wat die lieve Jesus dacht: Och, laat Mij maar honger en dorst hebben, Ik wil wel moe en arm zijn, als de mensen maar goed naar Me luisteren, dan komen ze later in de hemel. Wat houdt Jesus toch veel van de mensen! Hij houdt ook zoveel van jou. Hij is blij, als Hij ziet, dat je een lief, braaf kindje bent en altijd mooi bidt. Dan ben je immers een goed kindje van God. En Jesus heeft gezegd, dat goede kindjes van God later in de hemel komen. Weet je, wat je dan van Jesus mag zijn. Een vriendje! Net als die grote Apostelen. Dat wil je wel, hè? Natuurlijk, welk kindje zou dat nu niet graag willen?
Auteursrecht onbekend
Er waren, bij die mensen, die zo dikwijls 'naar Jesus kwamen luisteren, ook mannen. 'n Paar hoorden, hoe mooi Jesus kon vertellen en ze zagen ook wel, hoe goed Jesus was en daarom wilden ze zo graag altijd bij Jesus blijven. Jesus wist dat wel en daarom nam Hij ze op een goede dag allen met Zich mee naar een berg. Ze moesten om Hem heen komen staan en nu koos Jesus twaalf van die mannen uit. Deze twaalf mannen mochten nu altijd bij Jesus blijven. Dat werden de twaalf grote vrienden van Jesus. Weet je, hoe de grote mensen, die twaalf vrienden van Jesus noemen? De twaalf Apostelen. Kijk, hier zie je ze staan om Jesus heen. De Apostel Petrus, daar de Apostel Joannes, daar de Apostel Jacobus, hier zie je de Apostel Thomas. O, wat waren die Apostelen toch blij, dat ze nu voor goed bij Jesus mochten blijven. Overal gingen ze nu met Jesus naar toe. En Jesus was zo goed voor hen. Ze waren hier op aarde Zijn beste vrienden.
Dikwijls nam Jesus Zijn Apostelen heel alleen met Zich mee naar de berg. Dat vonden ze maar fijn! Jesus vertelde hen nog meer over Vader in de hemel. De Apostelen moesten ook wel 'n beetje meer weten dan de andere mensen, want Jesus stuurde ze later ook wel eens uit, om te preken en veel later, toen Jesus niet meer op aarde was, moesten de Apostelen het heel alleen doen. En weet
