Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Jesus stilt de storm

illustratiePetrus, een van de Apostelen van Jesus, van wie Jesus zoveel hield, had een vissersbootje. Petrus was visser geweest. Hij was nu wel de Apostel van Jesus, maar zijn bootje had hij nog. Gelukkig maar! Want luister, wat Jesus daarmee deed.

Het gebeurde vaak, dat er zoveel mensen kwamen om naar Jesus te luisteren. Dan duwden ze tegen elkaar aan, kwamen al dichter bij Jesus, de achterste rijen mensen konden Jesus dan niet verstaan. Maar dichtbij, bij het grote water lag het bootje van Petrus. Jesus zei dan: Petrus, kom, laten we in het bootje gaan. Petrus roeide dan het bootje een stukje van de kant af. De mensen kwamen allen naar de kant toe. Jesus ging rechtop in het bootje staan en zo preekte Hij. Zo konden ze Hem allen verstaan en kon niemand tegen Jesus aanduwen. Op 'n keer had Jesus zo'n hele dag staan preken in de warme, hete zon. 't Was nu avond geworden. 't Werd zo lekker fris op het water. De mensen hadden honger gekregen en liepen langzaam naar huis. Jesus was nu alleen met Zijn Apostelen. Laten we naar de overkant roeien, zei Jesus. Petrus en Jacobus zetten dadelijk de zeilen op. Er was bijna geen wind, 't water lag zo stil, bijna glad. Jesus was zo heel erg moe van al dat preken. Jesus ging daarom heel alleen achter in het bootje zitten. Jesus wilde wat uitrusten. Met Zijn ene hand onder het hoofd leunde Jesus zo tegen het bootje aan. De Apostelen zagen ook wel, hoe moe Jesus was. Ze deden héél stil, roeiden zachtjes met de roeiriemen over het water. En wat zagen ze na 'n poosje, toen ze eens even opkeken naar Jesus? Jesus was daar

[pagina 85]
[p. 85]

achter in het bootje in slaap gevallen.... Stillekens bleven de Apostelen roeien, ze waren bijna half weg. Maar .... o wee, wat is dat? Daar begint me zo maar ineens de wind te blazen over het water. Zeilen inhalen, zeilen inhalen, vlug wat, riep Petrus. Al de Apostelen, die in 't bootje waren, schrokken. Ze grepen zo gauw ze maar konden de touwen vast. Maar de wind gierde nu over het water. Hoge golven kwamen aan met 'n witte schuimrand er boven. De Apostelen waren al zo dikwijls op het water geweest en waren niet gauw bang. Maar zo'n verschrikkelijke storm, nee, dat hadden ze nog nooit beleefd. Het scheepje ging maar op en neer, hoog en laag. 't Schuim spatte aan alle kanten, 't Was nu pikdonker op het water, de lucht was vol zwarte en grauwe wolken. Door de storm heen hoorde je nu ook het rollen en brommen van de donder. Soms stond heel het bootje in het licht van de bliksem. En wat zagen de Apostelen? Jesus sliep nog steeds heel rustig daar achter in het bootje. De Apostelen werden angstig en dachten: Was Jesus nu maar wakker.... Opeens ... krak ... krak ... ging het! Wat was dat? De mast, waar het zeil aan vast zat, knapte af. Het zeil sloeg aan flarden en meteen komt er 'n grote golf water in 't scheepje. Nu worden de Apostelen zo bang. Vol angst lopen ze naar Jesus, maken Hem wakker en roepen: O Jesus, red ons toch, want we verdrinken allemaal. Jesus keek Zijn Apostelen eens even aan en zei: Waarom zijn jullie bang? Ik ben toch bij jullie. Nu ging Jesus rechtop in het bootje staan. Hij strekte Zijn arm uit over het schuimende, spattende water, keek naar de zwarte, donkere lucht, waar de storm doorheen gierde en zei toen: Zwijg ... wees stil ... En wat gebeurde? Meteen, toen Jesus die woorden zei, was het stil, de storm was voorbij, het water was kalm. Van de schuimende, spattende golven was niets meer te zien. Heel langzaam gleed het bootje weer over het water. De Apostelen bleven een poosje doodstil ... nee maar, wat 'n wonder!.. Toen keken ze naar Jesus, Die nog altijd rechtop in het bootje stond. Jesus keek hen nu ook aan en zei nog eens: Waarom waren jullie nu zo bang? Weten jullie dan niet, wie Ik ben....?

 

O, de Apostelen hadden nu heel goed gezien, wie Jesus was. Zachtjes fluisterden ze tegen elkaar: Wat is Jesus groot. Wat kan Hij veel. De wind en de zee doen precies, wat Hij zegt, ze gehoorzamen aan Hem. Aan dat grote wonder zagen ze nu, dat Jesus God was. Veel mensen, die dat wonder ook gezien hadden, geloofden nu ook, dat Jesus God was. En ze zeiden dat tegen Jesus. Jesus was daar blij om. Hij hoort zo graag, dat we Hem dit zeggen.

 

Weet je, wat moeder daarom vaak zegt, als ze aan 't bidden is? Dan zeg ik aan Jesus:



illustratie

[pagina 86]
[p. 86]


illustratie
JESUS STILT DE STORM



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken