Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Jesus in de Hof van Olijven

illustratieJesus was nu al een paar dagen in de grote stad Jeruzalem en nog hadden de boze mensen Hem niet gepakt. Ze wilden daarmee immers liever wachten tot Jesus alleen was. Maar ze wisten nog steeds niet, wanneer ze Jesus alleen zouden kunnen vinden. Maar eindelijk.. nu waren ze dat aan de weet gekomen. Jesus ging dikwijls 's avonds, als het overal stil werd, naar een berg om daar te bidden. O, Jesus kon zo mooi bidden. Hij vouwde Zijn handen samen en dan dacht Hij aan God, Zijn Vader, daarboven in de hemel. Hij vroeg aan Zijn vader in de hemel, of alle mensen toch maar braaf mochten worden. Jesus wilde ze zo graag allemaal later bij Zich in de hemel hebben, maar je weet wel, hè kindje, alleen brave mensen komen in de hemel. Daarom bad Jesus ervoor.

Dicht bij Jeruzalem was een mooie, grote tuin. Daar was het 's avonds zo fijn stil en daar ging Jesus dan vaak naar toe om te bidden. Want als het zo stil is, kun je immers veel beter aan de lieve Heer denken....

Maar, o, wat hadden die boze mensen nu gehoord? Dat Jesus Donderdagavond weer naar die mooie tuin zou gaan om er te bidden. Jesus ging nooit helemaal alleen. Meestal mochten er een paar van Zijn Apostelen bij Hem blijven. Dat alles wisten de slechte, boze mensen ook. Wat deden ze nu? Ze kwamen weer allen samen in 'n huis en nu gingen ze met elkaar afspreken, hoe zij Jesus die Donderdagavond in de tuin zouden pakken.

 

O, zei er een. Weet je, wat we moeten doen? Laten we wat stokken en touwen meenemen. Als die Apostelen Jesus

illustratie

willen helpen om vrij te komen, dan slaan wij er met onze stokken op los. En met de touwen binden we Jesus vast. Ja, dat is goed, zei toen een ander. Maar laten we niet zo vroeg heengaan. Laten we liever wachten, tot het donker is. De mensen in Jeruzalem mogen er niets van merken. Hoor eens, dat vind ik best, riep er een, maar er staan veel bomen in die tuin, je zult zien, hoe gauw het er donker is. We moeten ook maar een paar lantaarns meenemen. Goed, dat zullen we doen, riepen ze. Waar moeten we Jesus naar toe brengen? Een van de voornaamsten van die mannen en ook een van de slechtsten, riep: Bij mij in huis, wij zullen hier vanavond
[pagina 102]
[p. 102]


illustratie

allemaal komen en dan zullen wij hier wachten, tot jullie Jesus komen brengen. Ha.. riep die lelijke boze man.. Ha.. nu zal ik die Jesus van Nazareth eens krijgen.

Arme Jesus toch, hè? En Hij had nooit iets kwaads gedaan.

't Was nu Donderdag geworden. Jesus had met al Zijn Apostelen gegeten in een grote zaal. Hij stond nu op en zei: Ik ga nog wat naar de tuin om daar te bidden. Maar wist Jesus dan niet, wat die boze mensen wilden doen? O ja, Jesus is God, Hij weet alles. En daarom wist Hij ook, wat er zou gebeuren, als Hij daar in de tuin was. En toch ging Hij heen... Want Jesus wist nog wat anders ook... En wat dan? Jesus wist, dat Hij nu veel, veel pijn en verdriet zou krijgen, dat die boze mensen Hem aan het kruis zouden slaan en dat Hij dan zo voor ons de gouden hemeldeur zou kunnen open maken. En Jesus wilde dat voor ons doen, omdat Hij zoveel van ons houdt. Daarom ging Hij die Donderdagavond toch naar die tuin. Die lieve Jesus toch!....

Onderweg zei Jesus niet veel. Jesus dacht aan al die pijn.. aan het grote kruis.. De Apostelen keken naar Jesus. Jesus zag er zo bedroefd uit. Wat zou er toch zijn, wat zou er toch gebeuren, dachten ze. Toen ze bij de poort van de tuin gekomen waren, stuurde Jesus bijna al Zijn Apostelen weg. Drie mochten er met Hem mee. Dat waren de Apostelen Petrus, Jacobus, Joannes. Ze hadden een poosje gelopen, toen Jesus stil hield. Nu zei Hij tegen deze drie Apostelen: Blijven jullie hier maar op Me wachten. Ik ga alleen verderop om te bidden. De Apostelen deden dit. Ze gingen wat uitrusten onder een boom. En Jesus ging verder.. héél alleen.. 't Werd al wat donker in de tuin, er kwamen ook al wat kleine gouden sterretjes aan de hemel. Jesus knielde nu neer onder een grote boom.

illustratie

En luister nu eens, kindje, wat er gebeurde.. Toen Jesus daar nu alleen knielde in die stille, donkere tuin, o.. o toen werd die lieve Jesus toch zo bang.. Waarom dan toch wel? Jesus is God, Hij weet alles precies van te voren. En.. nu dacht Jesus telkens aan die lelijke, boze mensen.. Straks komen ze hier, dacht Jesus. Ze zullen Me grijpen en vastbinden. Ik moet mee naar een vuil, donker hok, daar zullen ze Me slaan. En morgen.. o, hoe verschrikkelijk.. morgen zullen ze Me vastslaan met grote spijkers aan 't kruis.. O, wat werd Jesus toch bang.. toen Hij daaraan dacht. Hij kon het haast niet meer uithouden. Arme, lieve Jesus! De engeltjes in de hemel zagen Jesus daar in die tuin: O, zie toch eens, fluisterden ze zachtjes, kijk toch eens naar Jesus.. wat ziet Hij er bleek en bang uit..
[pagina 103]
[p. 103]

Hij heeft zo'n verdriet.. Maar luister.. Daar begint Jesus hardop te bidden.... Hij bidt tot God de Vader in de hemel: Vader, o, Ik ben zo bang voor al die pijn, van dat grote kruis. Maar Jesus wilde het toch, want Hij zei: Ik wil het, Vader, want zo kan Ik de gouden hemeldeur open maken.

O, nu wisten de engeltjes, waarom Jesus zo bleek en bang was. Wat houdt Hij toch veel van de mensen, zei een engel zacht.

En hoorde God de Vader dat mooie bidden van Jesus ook? O ja, want wat deed Hij? Hij stuurde een van de engelen naar Jesus toe. O, wat was die engel blij. Heel vlug vloog hij voorbij al die kleine pinkelende sterretjes naar de

illustratie

tuin, waar Jesus knielde, zo alleen en zo verdrietig. De engel begon heel stilkens met Jesus te praten. Hij zei: Lieve Jesus, het is wel erg al die pijn en dat U moet sterven aan het kruis. Maar, Jesus, wat zal God, die goede Vader, blij zijn, als U dat doet, want dan kunnen de mensen weer Zijn kinderen worden en dan kunnen ze later allemaal in de hemel komen. En wat zullen al die arme mensen blij zijn. Er staan er al zoveel voor de gouden hemeldeur te wachten. Dat weet U ook wel.

 

Jesus was blij, dat die lieve engel zo tegen Hem praatte. Jesus was nu niet bang meer. Hij had nu gebeden, nu wilde Hij alles, alles lijden voor ons.

De engel vloog weer stil terug naar de schone hemel en vertelde aan de andere engeltjes, dat Jezus nu niets bang meer was en dat de boze mensen nu gerust mochten komen.

En die kwamen ook.

Heel stil liepen ze door de straten van Jeruzalem, de stokken en touwen hielden ze onder hun wijde mantels. Ze kwamen bij de poort. 't Was al erg donker. Hun lantaarn hielden ze voor zich uit. Jesus had ze wel zien aankomen. Maar bang was Hij nu niet meer. Hij ging naar Zijn Apostelen toe. En wat zag Hij? Ze lagen alle drie te slapen daar tegen de boom. Ze waren ook zo moe.. Jesus maakte ze vlug wakker en zei: Zie, daar komen de mannen al aan, die Me willen pakken.... O, wat schrokken de Apostelen....

illustratie

Maar wat nu? Jezus liep recht naar die boze mannen toe en zei: Wie zoeken jullie? Jesus van Nazareth, zeiden ze. Jesus ging nu vlak voor hen staan en zei: Dat ben Ik. Laten ze nu maar doen, wat ze willen, dacht Jesus. Ik wil pijn hebben, zo kan Ik de gouden hemeldeur voor de mensen open maken.

 

De boze mannen namen nu de touwen en bonden heel stijf daarmee Jesus' handen vast. Toen de Apostelen dat zagen, werden ze zo bang, en.. alle drie liepen ze zo vlug ze konden het poortje uit en gingen er van door. Daar stond Jesus, die lieve Jesus nu, de

[pagina 104]
[p. 104]


illustratie
JESUS IN DE HOF VAN OLIJVEN


[pagina 105]
[p. 105]

handen stijf gebonden, de touwen zaten zo strak, Zijn pols deed er zo'n pijn van. Hij stond daar heel alleen tussen al die boze mannen. En.. Jesus was tóch blij, omdat Hij zo ons kon helpen om weer in de hemel te komen. Is dat nu niet lief van Jesus?

 

Zie Hem daar nu eens staan tussen al die lelijke, boze mannen. Zeg Hem maar gauw, dat jij héél veel van Hem houdt.... Dat maakt Jesus zo blij. En als je vandaag een heel lief, braaf kindje bent, dan zegt Hij vast tegen Zijn Vader in de hemel en tegen Moeder Maria: Ik ben blij, dat Ik de gouden hemeldeur weer open gemaakt heb. Nu kan Ik dat kindje, dat zo mooi naar moeder zit te luisteren, later bij Mij in de hemel halen. Want Ik zie wel, dat het een lief, braaf kindje is.

 
Lieve Jesus, zoete Jesus
 
Ik houd veel, heel veel van U,
 
Ik wil Uw beste kindje wezen.
 
Voor altijd en ook al nu.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken