Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoera voor het Leven (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoera voor het Leven
Afbeelding van Hoera voor het LevenToon afbeelding van titelpagina van Hoera voor het Leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.75 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoera voor het Leven

(1959)–J.J. Buskes–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 99]
[p. 99]

De beide Blumhardts

Zündels biographie van de oude Blumhardt las ik voordat de Römerbrief van Barth in Holland kwam.

Het merkwaardige is, dat dit boek, na een aantal jaren in het vergeetboek te zijn geraakt - zowel in Duitsland als in Nederland - opnieuw ontdekt werd. De eerste druk verscheen in Duitsland vrij spoedig na de dood van Blumhardt in 1880. Kort na elkaar verschenen vijf drukken. Pas in 1919 verscheen een nieuwe uitgave. In ons land is in de vorige eeuw een vertaling van de tweede druk verschenen van de hand van Ds Adama van Scheltema. Maar ook in ons land raakte Blumhardt in het vergeetboek. Men kan ook niet zeggen, dat de uitgaven in de vorige eeuw werkelijk invloed hebben gehad. Ik heb, hoewel ik er een onderzoek naar heb ingesteld, nooit kunnen ontdekken, dat Blumhardt op figuren in de vorige eeuw invloed heeft geoefend.

Na 1919 is de belangstelling voor de beide Blumhardts meer en meer toegenomen. Lejeune heeft eerst in vier delen het werk van de zoon en Otto Bruder heeft daarna in drie delen het werk van de vader gepubliceerd. Dr. H.J. Gerretsen heeft contact met Bad Boll gehad. Daar zette de jonge Blumhardt op zijn wijze het werk van zijn vader, in Möttlingen begonnen, voort. Gerretsen is ook in Bad Boll geweest en schreef over dat bezoek in de Nederlandsche Kerkbode. Het was Barend Schuurman, door Gerretsen met de beide Blumhardts in aanraking gekomen, die Zündels biografie in de kring van de N.C.S.V. bracht.

Die biografie heeft voor velen enorm veel betekend.

De eschatologie kwam binnen onze gezichtskring, maar geheel anders dan bijvoorbeeld in de Zoeklichtbeweging van Johannes de Heer, hoeveel waardering ik voor deze bijzondere man heb: niet piëtistisch, maar voluit bijbels. Het Koninkrijk Gods vroeg de aandacht. Bij het piëtisme vormen Jezus en het onbekeerde hart van de mens een tegenstelling. Bij Blumhardt verschuift deze tegenstelling. Het wordt: Jezus en de zeer reëele macht der duisternis. In die tegenstelling is de mens met zijn hele leven betrokken. Een tweede verschil: het piëtisme kent de bekommernis om de ziel, maar het lichaam blijft buiten beschouwing. De ziel heeft

[pagina 100]
[p. 100]

een belofte, het lichaam niet. Bij Blumhardt wordt de macht der zondevergeving concreet en reëel in lichamelijke genezing. Zo werd Blumhardt de theoloog der verwachting. De eerste komst van Jezus Christus richtte zijn aandacht op de tweede komst. Zo kwam zijn leven en dat van de gehele wereld te staan in het licht van de belofte, dat Jezus ‘Sieger’ is. Blumhardt bleef de aarde trouw en zag uit naar de nieuwe aarde. Nog beter kan men zeggen, dat hij, omdat hij uitzag naar de nieuwe aarde, de aarde trouw bleef.

De jonge Blumhardt heeft zijn werk voortgezet door de prediking van het komende Koninkrijk tot allen te doen uitgaan. Zo kreeg zij, meer nog dan bij de oude Blumhardt, een universele strekking. Predikte de vader: Jezus is Overwinnaar, de zoon getuigde: Gij, mensen behoort God toe! Deze prediking heeft de jonge Blumhardt geïllustreerd door toe te treden tot de socialistische arbeidersbeweging in Duitsland - in die tijd nog geheel Marxistisch georiënteerd - en door zelfs haar vertegenwoordiger in de Wurtembergsche Landdag te worden. Het schrijven, dat Blumhardt in november 1899 aan zijn vrienden richtte, nadat hij zijn keuze voor het socialisme had gedaan, is een historisch document. Het kostte hem zijn ambt. Het koninklijk consistorie stelde hem de eis de rang en de titel van predikant der Wurtembergsche Landskerk op te geven. De invloed van de Blumhardts in onze eeuw is veel en veel groter dan de meesten vermoeden. Ik hoop nog altijd op een dissertatie, waarin niet alleen het leven en het werk van beiden beschreven, maar waarin ook en vooral hun invloed in alle mogelijke richtingen uiteengezet wordt. De invloed van beiden tesamen. Ze zijn immers niet te scheiden. Door de zoon is het werk van de vader ervoor bewaard gebleven toch tenslotte in het traditionele piëtisme terecht te komen en door de vader is het werk van de zoon ervoor bewaard geworden toch tenslotte te eindigen in een religieus idealisme, waarbij de kern van de bijbelse boodschap verloren is gegaan.

Er loopt een directe lijn van de beide Blumhardts naar de dialectische theologie. Barth en E. Thurneysen hebben veel aan hen te danken.

In 1919 verscheen de eerste prekenbundel van Barth en Thurneysen: Suchet Gott, so werdet ihr leben. Behalve twaalf preken bevatte de bundel een lezing van Barth. Omdat deze in 1924 in Barth's Das Wort Gottes

[pagina 101]
[p. 101]

und die Theologie werd opgenomen werd zij in de tweede druk van de prekenbundel vervangen door een lezing over de kerk en een boekbespreking over de Hausandachten van de jonge Blumhardt: Auf das Reich Gottes warten. Die boekbespreking dateert van 1916. In de voorrede op de prekenbundel van 1928 zeggen Barth en Thurneysen van deze bespreking, dat zij de nauwe band van het begin van hun werk met de persoon en het werk van de jonge Blumhardt demonstreren. Blumhardt, die deze bespreking nog gelezen heeft, was er zeer dankbaar voor en stemde geheel in met Barth's beschouwing over zijn boodschap. De boekbespreking was namelijk van de hand van Barth.

Toen de jonge Blumhardt stierf, schreef Barth in 1919 een in memoriam Vergangenheit und Zukunft.

Toen in 1927 het eerste deel van Barth's dogmatiek verscheen - het was toen nog Die Christliche Dogmatik - noemde Barth de namen van enkele mannen, bij wie hij zich theologisch min of meer thuis voelde. Tot die namen behoorden die van de beide Blumhardts. In dat eerste deel maakt hij ergens een onderscheid tussen een methodische bezinning op het Woord Gods, de dogmatiek, de dogmatische wetenschap, en de onmethodische en chaotische bezinning. De laatste is volgens Barth heel vaak oneindig veel vruchtbaarder geweest. Ze is ‘irreguläre Dogmatik’. Als voorbeelden hiervan noemt Barth de Blumhardts en Hermann Kutter. Thurneysen heeft in zijn Sozialismus und Christentum, een voordracht van 1922, in Zwischen den Zeiten van 1923 gepubliceerd, die ons in ons zoeken en vinden van de toegang tot het socialisme, van de kerk en het evangelie uit, een heel stuk verder heeft gebracht, laten zien, hoe de kerk ten opzichte van de socialistische beweging volkomen tekort is geschoten. Zij kwam niet tot ‘Busze’. Zij verstond Gods roepstem niet. Slechts enkelen hebben het ‘Gebot der Stunde’ gehoord en vervuld. Thurneysen noemt de jonge Blumhardt en Kutter. Wat deze twee bedoelden was niet ‘Politisierung der Kirche vom Sozialismus aus’, ook niet ‘Idealisierung des Sozialismus von Christentum aus’, maar de bekering der kerk: het luisteren naar het levende Woord van God, dat wacht op oren, die willen horen. Blumhardt en Kutter werden als vijanden van de kerk genegeerd of overschreeuwd. Nu pas begint men te zien, dat juist zij ‘ein Ehrenzeichen des Christentums’ waren en zijn.

[pagina 102]
[p. 102]

In 1926 verschijnt Christoph Blumhardt, het prachtige boekje van Thurneysen, een inleiding zowel op het werk van de oude als op dat van de jonge Blumhardt, al is het Thurneysen vooral om de jonge te doen.

In Barth's Der Protestantismus im 19. Jahrhundert (1947) is hoofdstuk 28 aan de oude Blumhardt gewijd, een buitengewoon instructief opstel. Barth laat zien dat Blumhardt een hele serie vragen aan de orde stelt, die de grenzen zowel van de liberale als van de piëtistische theologie doorbreken: de vraag naar de theodicé, de vraag naar de universaliteit van de openbaring en het geloof, de vraag naar de practische betekenis van de Nieuw-Testamentische wonderen, de vraag naar de eenheid van ziel en lichaam, de vraag naar de reëele macht der verzoening, de vraag naar de betekenis en de tegenwoordigheid van de Heilige Geest, de vraag naar de realiteit van de christelijke hoop. ‘Der Augenblick muszte kommen und er ist gekommen, der die Einsicht brachte, das hier Entscheidendes zu lernen war, gerade für die akademische Theologie’.

Behalve de dialectische theologen is ook een man als Leonhard Ragaz, de leider van de Zwitserse religieus-socialen, zeer sterk door de beide Blumhardts beïnvloed. Ragaz is zijn gehele leven bedreigd door wat Thurneysen noemt een ‘Idealisierung des Sozialismus vom Christentum aus’. Soms is hij in zijn uitlatingen zeer bepaald religieus-humanist. Het zou echter onbillijk zijn hem zonder meer als zodanig te kwalificeren. Te groot is de invloed van de beide Blumhardts op hem geweest. Barth en Thurneysen, die zelf in hun jonge jaren in de beweging van Thurneysen zaten, hebben met hem gebroken. Er zijn felle woorden tussen hen gevallen. Barth vooral was soms geweldig scherp en Ragaz, die moeilijk tegenspraak verdragen kon, was verbitterd. In de latere jaren kwam er meer toenadering en wederzijds begripi Ik zou willen spreken over ‘feindliche Brüder’. Tenslotte hadden ze samen Blumhardt tot vader. Ragaz heeft heel wat opstellen in zijn Neue Wege aan de Blumhardts gewijd. Een samenvatting gaf hij n zijn nog altijd waardevol boek Der Kampf um das Reich Gottes bei Blumhardt, Vater und Sohn und weiter.

Ik zou ook nog kunnen spreken van de invloed van de Blumhardts op Müller van Elmau en Heinrich Lhotzky. Ik doe dat echter niet, omdat zijnaar mijn overtuiging geen legetieme vertegenwoordigers van de Blum hardts zijn, evenmin als de Möttlingers van later tijd dat waren. Wilma,

[pagina 103]
[p. 103]

de christelijke schrijfster, heeft wel getracht een historisch verband tussen Vader Stanger en de oude Blumhardt te construeren, die poging moet echter als mislukt beschouwd worden.

Zelf heb ik jaren lang de invloed van de beide Blumhardts ondergaan. In het Hersteld Verband, heb ik in gemeentevergaderingen, over hen gesproken. Op een zomerconferentie van de N.C.S.V. hield ik een lezing over hun werk. Van de oude Blumhardt heb ik een korte biographie geschreven en in de Libellenserie van Bosch en Keuning schreef ik een libel over de strijd van beiden in dienst van het Godsrijk. De Blumhardts hebben mij doen verstaan wat de verwachting van het Godsrijk inhoudt, zowel in betrekking tot het kerkelijke als het politieke en sociale leven. De jonge Blumhardt heeft mij voortgestuwd van de christelijke politiek en het christelijk solidarisme naar een besliste keuze voor het socialisme. In het Hersteld Verband was de invloed van de Blumhardts zowel op de jongere predikanten als op de gemeenten groot. Wat de gemeenten betreft, in de liederenbundel van het Hersteld Verband werd een aantal liederen van de Blumhardts opgenomen, in de voortreffelijke vertaling van Ds E.L. Smelik, de latere Prof. Smelik. Het is wel zeer te betreuren, dat geen van deze liederen in de nieuwe bundel van de Hervormde Kerk werd opgenomen. De Koninkrijk-Gods-liederen in deze bundel halen niet bij die van de beide Blumhardts. Toen ik indertijd Prof. G. van der Leeuw daarover schreef, antwoordde hij mij, dat hij zich diep schaamde te moeten erkennen, dat de commissie, die deze bundel samenstelde, de Blumhardts eenvoudig vergeten had. Juist in het kerklied zouden de Blumhardts hun zegenrijke invloed hebben kunnen voortzetten. In het Hersteld Verband zongen wij hun liederen graag en van harte. Ik geef als voorbeeld het lied, dat ik de gemeente honderden keren heb laten zingen:

 
Toch overwint eens de genade!
 
Eens overwint de dag de nacht.
 
Dan onderwerpt de Heer het kwade.
 
Dan is de strijd des doods volbracht.
 
De wereld treedt, in 's Vaders licht,
 
verheerlijkt voor zijn aangezicht.
[pagina 104]
[p. 104]
 
O welk een vreugde zal het wezen,
 
als ieder volk den Vader vindt,
 
uit aard' en hemel opgerezen,
 
het nieuwe lofgezang begint;
 
als ieder voor den Heer zich buigt
 
en aller stem Gods lof getuigt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken