Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het 'ezelken', wat niet vergeten was (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het 'ezelken', wat niet vergeten was
Afbeelding van Het 'ezelken', wat niet vergeten wasToon afbeelding van titelpagina van Het 'ezelken', wat niet vergeten was

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.40 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het 'ezelken', wat niet vergeten was

(1910)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXXIV.

Er kwam een soort van tragische, stil-wrokkige teruggetrokkenheid over 's Ezelkens leven. Zij voelde zich misdaan, verongelijkt, en wist niet goed op wie dat ongelijk te wreken. Iedereen en niemand had er schuld aan. Al de teleurstellingen van haar leven kwamen vol verbittering weer in haar op,

[pagina 232]
[p. 232]

en smolten er dan in elkander weg, als tot één loodgrijs meer van doffe onverschilligheid. Het leven van haar broer werd haar onverschillig, het stoken en knoeien van Céline werd haar onverschillig, zelfs het druk-jagend gedoe van den koster en zijn familie werd haar onverschillig. Zij kon er toch niet tegen op en liet zich maar gaan.

Zij kwam weldra haast uit haar huis niet meer. Het werd haar zelfs te vermoeiend om tot aan de kerk te gaan en zij las de mis en het lof in haar kerkboek thuis. Zij sliep en dutte veel, met gevouwen handen bij het venster in haar leunstoel neergezakt.

't Scheen ook of ze met den dag kleiner en schraler werd, de smalle borst steeds holler ingedrukt, de hoogte op haar rug steeds ronder bochelend. Haar laatste voortanden waren verdwenen, zij had nog slechts een paar holle kiezen, die dikwijls pijn deden. Vleesch kon ze heelemaal niet meer eten; zij leefde van geweekte broodjes, van roereieren en papjes.

Met haar geldelijke administratie kreeg ze last en moeite. Haar boekjes kwamen nooit goed uit; haar slechte oogen zagen soms geen verschil meer tusschen een vijf-cent-stuk en een twintig-frank-stuk

[pagina 233]
[p. 233]

Met de kostersrekening was ze heelemaal in de war. 't Was onderling accoord dat de koster zijn verschuldigde rente in winkelwaren zou afbetalen, en hoe het kwam begreep ze niet, maar 't bleek uit ingewikkelde, haar voorgelegde rekeningen, dat de koster, in plaats van haar schuldenaar, weldra haar schuldeischer werd.

- Ha, 'k 'n hè gien geld mier, zuchtte 't Ezelken toen de kostersvrouw haar daarover eens kwam spreken.

- O, dàt 'n geef niet, iefer Constance, ge moet doar nie mee in zitten, we zillen da loater wel vinden, zei de vrouw geruststellend.

Maar 't Ezelken zat er wèl mee in. Zij vond het aller-akeligst om in schuld te staan bij die menschen, die zoo zuur voor hun dagelijksch brood moesten werken. 't Geneerde haar speciaal tegenover den koster, zij dacht er gansche dagen aan, zij kon er niet meer van eten noch slapen; en eindelijk liet ze de kostersvrouw terugroepen om haar te zeggen, dat zij het in haar testament zou gedenken.

Tot juffer Constance's groote verbazing liet de kostersvrouw geen groote ingenomenheid met deze schikking blijken. Zij zei eerst niets; toen eindelijk,

[pagina 234]
[p. 234]

op een teleurgestelden, bijna weemoedigen toon:

- Joawel, iefer Constance, dat es al wel en goed, moar ne meinsch kan iets krijgen; en wa zoe d'r mee ons gebeuren, as ge ne kier gienen tijd 'n hoadt om ou testament op te moaken?

Het Ezelken schrikte. Ja, daaraan had ze nog niet gedacht. En eensklaps voelde zij dat de vrouw gelijk had en het tijd werd om er aan te denken. Een groote, diepe droefheid kwam in haar. Zij had even het vage bewustzijn van 't naderend einde. En meteen dacht zij een oogenblik weer aan Désiré en aan 't verleden en of zij ook hèm niets in haar testament zou achterlaten. Hij had het niet verdiend en 't zou wellicht in handen van de gehate Céline te recht komen; maar toch.... zou zij dan alles,... alles wat overbleef aan vreemden achterlaten?

Zij nam althans 't besluit alvast den notaris te ontbieden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken