Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het recht van de sterkste (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het recht van de sterkste
Afbeelding van Het recht van de sterksteToon afbeelding van titelpagina van Het recht van de sterkste

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (6.19 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het recht van de sterkste

(1972)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

15

EEN paar maanden later, op een zaterdagavond, wachtte zij, als naar gewoonte, op de dorpel van haar deur staande, zijn terugkomst af, toen de klank van zijn stem haar eensklaps ruw, in een uitbarsting van vloeken en vermaledijdingen, in de oren klonk.

Zij sidderde. Zij wendde 't hoofd om en, verschrikt reikhalzend, trad zij in het halfduister een stap naar voren.

Wat mocht eraan schorten? Gold het een gevecht of een gekijf? Of was het zíjn stem toch niet, die zij gehoord had?... Zij hoopte en twijfelde een wijl, de oren gespitst, de ogen met inspanning gevestigd op de zwarte elzestruiken, die aan de ommedraai van de baan het gezicht beletten.

Maar eensklaps klonk opnieuw zijn ruwe stem: - Dat hij niet onder mijn handen valle of 'k sla hem dood! 'k Vermoord hem! En bevend, terwijl ze de ganse groep aardewerkers van achter de elskant zag verschijnen, vluchtte Maria in huis.

- Wat scheelt er? vroeg de oude vrouw, die ook het lawaai gehoord had.

- Ik weet het niet, antwoordde zij verkropt. En zij liep spoedig naar het wiegje, in de hoek achter het houten schut, waar Selevie, ontwaakt, stillekens begon te kermen en te schreien. Bleek en angstig zag zij haar echtgenoot binnenkomen.

- Godvermilledzju! grijnsde hij. En hij stampte met zijn spade op de vloer, dat er sprankels uit de rode tichels sprongen. - Nondedzju! vloekte hij nog. En hij gooide zijn blikken kalbas waaraan zijn grauw eetzakje vastgebonden was, rinkelend over de tafel.

Maria, versteend van schrik, was sprakeloos gebleven,

[pagina 83]
[p. 83]

maar de oude vrouw keerde zich verontwaardigd om, met hese stem roepend:

- Houd op mee ouw geweld, weeral! Ge moet hier mijn huis nie kapot komen slaan! Ge zij zeker were zat!

Hij stapte naar de tafel toe, waar zijn avondmaal gereedstond, en eerst antwoordde hij niets op die verwijten. Hij nam een stoel, zette zich neer en bleef een poos voor zich starogen. Maar plots sprong hij op, stampte krakend met zijn stoel op de vloer, wierp zijn pet kletsend tegen de muur en kwam met vlammende ogen en gebalde vuisten voor zijn oude moeder staan, haar in het aangezicht schreeuwend:

- Nondedzju! Nondemilledzju! Wa weet-e gij mij te gebieden of te zeggen!

Maria barstte in tranen uit. Zij liet het wiegje los, zij sprong smekend, met uitgestrekte handen, tussen de zoon en de moeder.

- O Kamiel, wat peinst ge toch! Ge meugt niet! Ge meugt niet!...

De moeder, rood van toorn, was ook opgestaan en week ter zijde.

- Gij sloeber, gij sloeber, gij sloeber! herhaalde zij onophoudelijk, in een plotselinge uitbarsting van haar zich omkerend en nijdige, schuinse blikken op hem werpend.

Hij achtervolgde haar, hoog van gestalte, met gesloten vuisten. Hij had een dreigende, onheilspellende schimptoon aangeslagen, van tijd tot tijd herhalend: - Wat zegt ge, vrouw! Wat blieft er u, bazin! En hij kwam al nader en nader, ofschoon Maria op meer en meer smekende toon hem poogde te bedaren, terwijl Selevie, geheel en gans ontwaakt, nu een luid en aanhoudend geschrei liet horen.

De oude moeder, een halve cirkel rond de keuken

[pagina 84]
[p. 84]

makend, was tot aan het houten schut naast de ingangsdeur gekomen. Daar keerde zij zich weder om, en riep nogmaals ‘Sloeber! Sloeber!’ en ging eindelijk, de deur hard achter zich toetrekkend, in de donkere nacht buiten. Reus liet een luide, grijnzende schaterlach horen.

Maar zijn gelaat vertrok onmiddellijk weerom en met doffe vloeken kwam hij in de keuken terug. Toen waagde Maria het, hem op een bedeesde, smekende toon te vragen wat hem scheelde, waarom hij zo grammoedig was.

Hij vertelde het haar. Hij had woorden gehad op zijn werk met een van de surveillanten. Een kleinigheid op zichzelf, een kruiwagen, die hij op zijn plaats niet had teruggezet. Maar de surveillant, slechtgeluimd, had hem daarover zó bitsig toegesproken, dat hij, gekwetst, ook in een opschietende toon geantwoord had. Men was weldra tot wederzijdse beledigingen overgegaan, de surveillant had hem met zijn stok bedreigd en daarop had hij de surveillant een kaakslag gegeven. Hij was, op staande voet, van het werk weggezonden geweest.

Zij knikte met haar hoofd, aandachtig luisterend, weer naast het wiegje, dat ze zacht met de linkervoet in beweging hield, gezeten. En zij gaf hem dadelijk gelijk, zij bracht het zelfs in kwestie niet, of het ongelijk niet van zijn kant kon zijn. Zij bekeek hem halsstarrig, met haar schone, angstige ogen en haar bleek gelaat, en eerst na een geruime tijd stilzwijgen, vroeg zij bedeesd, onder de drang van een benauwende bekommering:

- En zijt ge voor lang van het werk weggezonden? Een woeste vlam schoot uit zijn oog, een belediging bromde in zijn mond en hij antwoordde, met van toorn bevende stem:

- Nondedzju! Ge peinst toch zeker niet, dat ik er

[pagina 85]
[p. 85]

nog de voet zou willen zetten, zolang dat beest, dat zwijn van surveillant daar blijft.

Zij zweeg. Zij knikte nogmaals, maar trager, met het hoofd en sloeg de blik naar de grond. Een overweldigende treurnis had haar eensklaps aan het hart gegrepen; zij moest zich geweld aandoen om niet te schreien. En het was zonderling: zij die zo vaak gewenst had, dat hij thuis zijn bezigheid mocht vinden, liever dan in die ruwe aardewerken, onderging nu een gevoel van smart en angst, bij de gedachte, dat die verandering zich thans wellicht verwezenlijken zou. Een zware zucht steeg van haar lippen; zij knikte, sprakeloos en onderworpen, voortdurend met het hoofd in antwoord op de grammoedige verklaringen van Reus. En toen de weduwe Balduk, na enkele ogenblikken, weer brommend binnenkwam, ging zij het avondmaal opdissen, dat zij nu alle drie stilzwijgend gebruikten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken