Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het recht van de sterkste (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het recht van de sterkste
Afbeelding van Het recht van de sterksteToon afbeelding van titelpagina van Het recht van de sterkste

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (6.19 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het recht van de sterkste

(1972)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 167]
[p. 167]

32

OP Lichtmisavond begon de doodsstrijd. Zij was de ganse dag veel beter geweest, maar met 't aansteken van de lichten begon zij herhaaldelijk over benauwdheid aan de adem te klagen. Zij vroeg een ei en een glas wijn, die zij met smaak, schier met gulzigheid gebruikte. Zij vroeg ook, tot driemaal toe op enkele minuten tijds, en als ware haar haat tegen het uurwerk schielijk verdwenen, aan haar moeder hoe laat het was, en zonk weldra in sluimering. Om negen uur werd zij plotseling wakker.

- Moeder, sprak zij hijgend en zó flauw, dat men haar schier niet hoorde, zijn Kamiel en de kinderen thuis?

Zij opende de ogen, zeer wijd; en haar handen gingen zoekend heen en weer over de deken.

- Neen, ze zijn hier niet; Reus is eens tot aan de hoek van de straat gegaan en Selevie en Cies zijn in ons huis, antwoordde vrouw Beert, een weinig over Maria nederbuigend.

Maar eensklaps, verschrikt door de starre blik van haar dochter, die blijkbaar haar antwoord niet begrepen had, keerde zij zich om, liep haastig in de keuken en fluisterde tot Lisaatje, die er op een stoel zat te slapen:

- Haast u, loop Reus halen. Ze gaat sterven! Het meisje rende naar buiten; vrouw Beert kwam in de slaapkamer terug.

Langzaam, als met aarzeling en op de tenen, naderde zij weer tot Maria. Zij boog over haar neer, bij 't licht van 't opgedraaide lampje. Zij vroeg haar of zij niets verlangde.

Een lange, lange stilte was haar enig antwoord. De ogen van de stervende waren dicht, zij ademde gehort en

[pagina 168]
[p. 168]

pijnlijk, als had zij al haar uiterste krachten daartoe verzameld.

En eensklaps, als het water dat door een dijk breekt, begon zij overvloedig te wenen.

Haar moeder barstte ook in tranen uit en verborg zich het aangezicht in de handen. Maar, na enige ogenblikken, haar droefheid overwinnend, boog zij zich nogmaals over haar dochter om haar te vragen:

- Maria, zoudt ge niet nog een glaasje wijn drinken?

Angstig, met een doffe kreet, trok zij zich achteruit. Plots, als ging ze bijten, was Maria's mond wijd opengevallen. Een soort van zucht steeg er nog uit, iets wits kwam op de paarse onderlip en de vergrote, stijve ogen veranderden eensklaps in twee glasachtige, strak voor zich starende ballen. Vrouw Beert greep haar hand vast, hief de arm op. Als lood viel hij neer.

- Maria! Maria! riep ze nog tweemaal; en bevend duwde zij de mond van haar dochter dicht. Als lam viel hij weer open.

- Dood! kreet ze dof.

Balduk en Lisa kwamen binnen.

Vrouw Beert was schreiend voor het bed op de knieën gezonken en zat te bidden. Zij keerde haar betraand gelaat tot de twee inkomenden om, zij herhaalde snikkend:

- Z' is dood!

Lisaatje begon ook dadelijk bitter te schreien. Reus, als versteend, sprak geen woord, het oog op het vervaarlijk aangezicht van de martelares gevestigd.

Er werd aan de voordeur geklopt. Reus, steeds sprakeloos, keerde zich werktuiglijk om en ging openen.

't Was Beert, met enkele buurvrouwen, waaronder Maaie Troet en Oele Feeffe. Deze hadden Lisa zien lopen, zij kwamen, het einde vermoedend, eens zien en

[pagina 169]
[p. 169]

hun hulp aanbieden. Reus, zonder een woord, bracht ze binnen.

Bij het lijk gekomen, gaf Beert blijken van luid misbaar. Hij begon overvloedig te wenen, hij herhaalde onophoudend, terwijl hij wanhopig het hoofd schudde:

- Alzo een braaf jong! Alzo een braaf jong! En zo vroeg moeten sterven! Wat zijn dat toch dingen!

Ook Maaie Troet en Oele Feeffe schreiden. De weduwe Balduk, ontwaakt, vergenoegde zich met onnozel het hoofd te schudden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken