Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
't Bolleken (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van 't Bolleken
Afbeelding van 't BollekenToon afbeelding van titelpagina van 't Bolleken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (9.32 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

't Bolleken

(1917)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

XXI.

Toen kwam er eensklaps, door een heel toevallige omstandigheid, groote hartstocht en beweging in meneer Vitàls langzamerhand versaaiend en versuffend leven. Een der leden van den dorpsgemeenteraad, een oude boer, was plotseling overleden en een plaatsvervanger moest gekozen worden.

‘Da es iets veur ou, menier Vitàl! Gij moet in de ploatse van den ouën Valcke in de gemienteroad komen!’ zei met overtuiging dokter Van der Muijt, toen hij op een avond met de tijding van het overlijden van den ouden boer in 't Klein Congres aankwam.

‘Ala toe toe,’ antwoordde eerst meneer Vitàl, op dat vooruitzicht in 't geheel niet geprepareerd.

‘Wie kan 't beter zijn?’ drong de dokter aan. ‘Wie hét er tijd en vrijheid, wie is er onafhankelijk lijk gij, en gelierd, en bekwoame?’

Ook al die andere heeren drongen sterk aan en van lieverlede ging meneer Vitàl aan 't denken en aan 't wankelen. Maar hoe zou 't gaan? De burgemeester moest de keuze van een nieuwen candidaat goedkeuren om hem op zijn lijst te

[pagina 192]
[p. 192]

nemen; en, na de gebeurtenis met mademoiselle de Saint Valéry....

Eensklaps kreeg meneer Vitàl een heete kleur over zijn wangen en bruusk ontstond een plan in hem: een heerlijke gelegenheid om nu eens zijn ouden wrok op het hoogmoedig-pedant nobiljontje te koelen.

‘Goed,’ zei hij. ‘'k Zàl mij als candidoat veurstellen.’

‘Bravo! bravo!’ juichten die heeren.

‘Moar tègen de candidoat van 't barontsjen!’

Bedenkelijk rekten zich de gezichten uit en een oogenblik was er volkomen stilte en verbazing.

‘Woarom tègen den baron?’ vroeg eindelijk dokter Van der Muijt teleurgesteld en niet begrijpend.

‘Da es nou gelijk, da zijn mijn affeirens,’ antwoordde meneer Vitàl beslist. ‘Wie van ulder wilt er mijn candidature tiekenen?’

Algemeene stilte.

‘Zeu! durft-e niet?’ grinnikte meneer Vitál.

‘Ik durve! ìk zal ze tiekenen!’ riep eensklaps bravoerig de jonge Taghon.

Die andere heeren bleven zwijgen, verbluft, verbauwereerd, in 't geheel niet op hun gemak.

Luister e-kier, meneer Vitàl, mijn stem hèt-e-zéker, moar, ge 'n meug het mij nie kwoalijk nemen: ou candidature tiekenen tègen den baron, dàt 'n kan ik niet doen,’ verklaarde dokter van der Muijt.

[pagina 193]
[p. 193]

‘Euk op mijne stemme meugt-e zeker en vaste rekenen,’ beweerde op zijn beurt De Reu; ‘moar ge verstoa wel, e-woar, da 'k als gemienten-ontvanger tègen mijnen burgemiester nie 'n mag conspireeren.’

En ook al die andere heeren betuigden stellig en met nadruk dat meneer Vitàl hun stem zou krijgen en dat zij trouwens alles zouden doen wat in hun macht bestond om zijn verkiezing te doen lukken, maar dat zij evenmin openlijk, tègen den baron, zooals meneer Vitàl dat wilde, zijn candidatuur met hun handteekening mochten of konden steunen.

‘Lafaards!’ dacht meneer Vitàl in zichzelf, maar hij drong niet aan. In den jongen Taghon had hij althans een flinken bondgenoot en steun en die beloofde nu ook voor de verdere, noodige handteekeningen der presentatie-lijst te zullen zorgen.

Intusschen waren al die andere heeren, door meneer Vitàls zoo plots en onverwacht besluit, ontzettend geschokt en onthutst. De dokter beet van spijt op zijn lippen, dat hij daarover begonnen was en De Reu en een paar anderen zaten zenuwachtig te bewegen op hun stoel, met schuinsche blikken om zich heen en naar de deur, alsof zij reeds verraad vreesden en hun schikkingen namen om er van door te trekken. Meneer Vitàls oogen glinsterden. Hij genoot al vast iets van zijn wraak; hij stelde zich in verbeelding het verbaasd en woedend gezicht van 't baronnetje voor als hij den

[pagina 194]
[p. 194]

volgenden ochtend daarvan hooren zou. Hij bleef maar kort in 't gezelschap, hij had behoefte aan ruimte en beweging om verder over zijn plan na te denken en de noodige uitvoeringsmiddelen te beramen.

‘Op ou mag ik dus mee zekerheid rekenen, e-woar?’ vroeg hij nog eens aan den jongen Taghon.

‘Zeu zèker of da 'k hier zitte! Morgenuchtijnk zal ik bij ou komen mee de mannen die ou presentoassie-lijste zillen ondertiekenen,’ beloofde plechtig de jonge drinkebroer.

Met deze vaste belofte verliet meneer Vitàl het Klein Congres, waar die andere heeren in hoogstgespannen stemming en hartstochtelijke discussie achterbleven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken