Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

VI

Gedurende de eerste dagen die op haar ongeluk volgden dacht Maria bepaald aan zelfmoord. Overdag had zij onophoudend de afschuwelijke herinnering voor ogen en 's nachts schrikte zij wakker, en riep en schreeuwde, door de vreselijke gewaarwording dat zij steeds de aanslag onderging overweldigd. En haast nog meer dan 't schrikbeeld zelf, folterde haar 't bewustzijn van hetgeen zij op het ogenblik verloren had en van de gevolgen, die zulks na zich slepen kon. Sinds jaren reeds koesterde zij een ideaal, een droom. Natuur had haar tot een zonderling contrast met haar omgeving geschapen. In een midden van dieven en schurken, van echte bandieten met afschuwelijke zeden opgevoed, was zijzelf eerlijk en zuiver gebleven, des te zuiverder, des te eerlijker, naarmate zij de anderen, om haar heen, tot een steeds lager zedelijk peil zag dalen. En in die gevoelens lag er bij haar niets beredeneerds: het was iets ingeborens, iets instinctmatigs en onvrijwilligs, zo onvrijwillig als het bestaan van een fraaie bloem, die vanzelf op een mesthoop groeit. Alles wat zij zag en hoorde: het gedrag en de handelwijze van haar ouders, de manieren en gesprekken van haar kennissen en vrienden, tot zelfs de schaarse vermaken, die zij genoot, en met een woord haar ganse levenswijze boezemden haar weerzin of afkeer in. En, van lieverlede, naarmate zij ouder werd, was een innig, steeds aangroeiend verlangen in haar opgewassen: eens uit haar omgeving te geraken, eens een ander, beter, degelijker leven te hebben.

Die droom, eerst onbepaald, was weldra tot een wezenlijk en tastbaar, bereikbaar ideaal geworden: in plaats van een schurk, een brave, eerlijke jongen te huwen, ganse dagen vlijtig te arbeiden, ergens te lande, ver van de woelige, walgelijke Zijstraat, een net, eenzaam, rustig huisje te bewonen,

[pagina 26]
[p. 26]

dát waren de voornaamste, zo bescheiden glanspunten van haar gewenste toekomst. Toen was zij, als vanzelf, aan Slimke Snoeck gaan denken. Zij had zeer goed, onder zijn gemaakte ruwheid, de zachtaardigheid van zijn karakter en het verborgen eerlijke van zijn inborst ontdekt; en langzamerhand, zonder dat ze zelfs aan liefde dacht, en zonder dat Slimke, van zijn kant, haar genegenheid scheen te vermoeden, was haar ideaal in hem vergroeid en had er zich, om zo te zeggen, mee vereenzelvigd.

Helaas! Alles was nu verwoest, omvergeworpen. De ingeboren kiesheid van haar gevoelens, gepaard met een besef van deftigheid en eigen eerbied, verbood haar thans nog aan Slimke Snoeck en aan haar vroegere droom van stil geluk te denken. Tot haar ongeluk, ja, tot haar ongeluk, in de stand waartoe zij behoorde, besefte zij de waarde van hetgeen zij verloren had. En voortdurend, dagen en nachten, zonder een ogenblik rust, stond het afschuwelijk tafereel steeds voor haar ogen, herdacht zij, met vlijmende nauwkeurigheid, tot de geringste omstandigheden van de wrede aanslag. Een folterend denkbeeld had zich in haar brein vastgeankerd: dat het gebeurde niet zou voorgevallen zijn, had zij enkele voorzorgen genomen. Waarom was zij met hem begonnen te kouten? Waarom had zij met hem gedanst? Waarom met hem gedronken? Waarom, vooral, in zijn gezelschap die eenzame weg gevolgd? En in haar wanhoop beschuldigde zij zichzelf van 't gebeurde, alsof men voorzorgen nam tot het voorkomen van gruwelen, waarvan men het bestaan op de wereld zelfs niet vermoedt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken