Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 553]
[p. 553]

XI

En toen zij begraven was ontstond er in hem een schielijke reactie, een ontspanning van zijn ganse wezen. Hij keerde te voet met Hody van het kerkhof terug, en in de prachtige augustusavond, terwijl zij in het opgewekt gewoel van de wemelende voetgangers en rijtuigen, langs de oever van een vaart een eindeloze, met platanen beplante laan volgden, openden zijn bevangen longen zich vanzelf voor de zachte, pure lucht, en een zonderling gevoel van verlichting daalde stillend in hem neer. Voor de eerste maal sinds drie dagen voelde hij lust om iets te gebruiken. Hody had zijn arm gevat, zij trokken samen de stad in, traden een restauratie binnen en hij at met graagte. Toen maakte zich een overgrote vermoeienis van hem meester, een vermoeienis die in hem een verlamming van alle fysieke en intellectuele krachten teweegbracht; en toen zij opstonden, waren zijn benen zo loom en zo zwak, dat zijn vriend een rijtuig moest bestellen om hem huiswaarts te brengen.

Hij sliep gedurende twaalf uren een slaap als van dood; en toen hij, uitgerust en versterkt, weer ontwaakte, kwam als een schicht, een naam, en met die naam een wereld van gedachten en gewaarwordingen, die de foltering van de drie laatste dagen tijdelijk in hem gesmoord had, in zijn brein zich spijkeren: Raymonde!...

Raymonde! Wat zou er thans met haar en hem gebeuren? De hinderpaal die tussen beiden oprees, was eensklaps verdwenen; thans werd hun huwelijk mogelijk...

Overweldigend greep die gedachte hem aan. Hij werd er eensklaps van doordrongen, in een soort van duizeling van gans zijn wezen. Gedurende enkele ogenblikken was het in hem als een helder opflikkerend visioen van geluk, van loutere, volmaakte vrede en volzaligheid, terstond, als onder

[pagina 554]
[p. 554]

een knotsslag, door de vernielende herinnering aan het afgelopen treurspel verbrijzeld. Tussen Raymonde en hem rees, onver jaagbaar, het bleke lijk van zijn slachtoffer op; en hij begreep eensklaps in een laatste scheuring van zijn hart, dat dit nu zijn bestendige foltering zou worden, dat eerst nu het uur van wroeging en van boetedoening had geklonken: een rechtvaardige en verdiende boetedoening voor zijn misdaad, waaraan geen menselijke macht noch wilskracht hem voortaan onttrekken zou.

En in de geestverbijstering waartoe zijn foltering van de jongste tijden hem trapsgewijs gebracht had, begreep hij ook dat hij eerst minder zou lijd, naarmate hij vrijwillig en vooraf het offer deed van alles wat hem nog geluk of hoop kon aanbrengen. Hij voelde de noodzakelijkheid van de straf waaronder hij leed; hij liep, in een soort van superstitieuze behoefte tot die boete, de slagen van het noodlot tegemoet, om minder lang te lijd. De stem van het geweten zei hem dat hij voor eeuwig het recht verbeurd had op een leven van herschepping en geluk met Raymonde, en gedwee bukte hij 't hoofd voor dat vonnis van 't Geweten. Hij aarzelde geen ogenblik; hij verbrak bepaald en onherroepelijk de dierbare banden, hij schreef haar een lange, smartvolle brief, waarin hij haar de ganse sombere tragedie vertelde, waarin hij haar, zo bezwarend mogelijk, de ganse snoodheid van zijn gedrag voor ogen legde, waarin hij haar smeekte hem van zijn beloften te ontslaan, aangezien het hem toch niet meer mogelijk was met haar nog gelukkig te zijn of haar gelukkig te maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken