Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 686]
[p. 686]

II

Dit voelde Nina nog sterker, toen zij, na het vertrek van de baron en zijn zoon, Romanie met een blauwe schort over haar korf in de moestuin zag treden.

Die schort over de korf was een tussen hen overeengekomen teken, waardoor het hoveniersmeisje aan Nina bekend maakte, dat zij haar iets gewichtigs mee te delen had. Sinds de afwijzing van mijnheer Cuvelier namen de meisjes grote voorzorgen om elkaar te ontmoeten. Zij vreesden dat mejuffrouw de Stoumont gewaar zou worden wat er tussen hen omging, en zij ontmoetten elkaar nog slechts gedurende enkele ogenblikken, wanneer zij elkaar iets belangrijks te zeggen hadden. Want, heel natuurlijk, was Romanie de liefdesbode tussen de twee ongelukkige minnaars gebleven.

Zodra haar jonge meesteres bij haar was, haalde Romanie, die zich achter de haag verscholen hield, een brief uit haar, zak, en stopte die, in vieren geplooid, Nina in de hand. Met eenzelfde gebaar, even angstig omziend, overhandigde Nina er haar ook een. Beiden verborgen die haastig in hun kleren. - O, hij is toch zo ongelukkig, hij is zó veranderd dat gij hem niet meer herkennen zoudt; ware ik in uw plaats ik vluchtte met hem, voegde het hoveniersmeisje nog spoedig erbij, met een schuinse blik naar het kasteel haar korf weer opnemend.

Nina, doodsbleek, zuchtte, met tranen in de ogen:

- Gelukkig dat wij u nog hebben, goede Romanie. O, ik wenste toch, dat wij ook voor u iets konden doen.

Maar zij durfde niet langer vertoeven, zij verliet haar vriendin met een vlugge, warme handdruk, ging even, om eventueel haar bezoek in de moestuin te rechtvaardigen, aan de rand van een perk, enkele sleutelbloemen plukken en keerde in het park terug.

[pagina 687]
[p. 687]

Dáár, heel op 't uiteinde, verscholen achter de heesters aan de voet van 't heuveltje, opende zij koortsachtig de brief.

Och God! altijd dezelfde droefheid, dezelfde wanhoop, dezelfde smekingen! Hij was ziek van ellende, hij kon eten noch slapen, opnieuw had hij daar een groot deel van de nacht doorgebracht, dáár, achter het heuveltje en het nu immer gesloten ijzeren hekje van het park, wachtend op haar, hopend dat zij toch eindelijk eenmaal zijn herhaalde smekingen zou verhoord hebben, dat zij daar toch eindelijk eenmaal bij hem zou gekomen zijn, al was het ook maar voor één enkel minuutje, om elkaar nog eens te zien, om elkaar nog eens te omhelzen, om nog eens met elkaar te spreken. Sinds hij op het Blauwhuis niet meer komen mocht smeekte hij haar die bijeenkomst af, martelde hij haar met die vurige vraag: dat zij een avond, een nacht tersluips het kasteel zou verlaten en hem daar komen vinden, dáár, achter het heuveltje, waar hij haar met een eindeloos geduld, dat zich door geen teleurstellingen liet ontmoedigen, telkens en telkens weer kwam verwachten. En zij wilde niet, zij durfde niet. Niet dat ze geen vertrouwen had in zijn eerlijkheid, maar omdat zij er toch niet toe besluiten kon haar tante zo te bedriegen, hoe wreed en onrechtvaardig deze voor haar ook geweest was.

Maar wat een foltering voor haar, deze gedwongen en halsstarrige weigering aan zijn herhaald verzoek! 's Avonds, zodra zij alleen in haar kamer was, bekroop haar een ontroering van liefde en medelijden, gemengd met wilde schrik. Met sidderende haast, als om onder het overweldigende van de verzoeking niet te bezwijken, ontkleedde zij zich, trok een witte peignoir aan, en, 't lampje uitgedoofd, zachtkens, onweerstaanbaar, naderde zij tot haar venster en opende dit. De zachte lentenacht was vol van de troeblante geur der eerste bloesems, de zwarte lovermassa's van het park, plechtig van geheim en stilte, hulden zich in een atmosfeer van droom, onder de onmeetbare boog van een donkerblauwe hemel, flonkerend van sterren. En in die plechtige kalmte voelde zij hem dáár, heel dicht bij haar, achter het heuveltje. Het kwam haar voor als zag zij hem daar dwalen, het hoofd op de borst gezegen, de wanhoop op 't gelaat, eenzaam langs

[pagina 688]
[p. 688]

het strookje gras heen en weer stappend, waar hij haar voor de eerste maal verschenen was; soms schielijk stilhoudend om te luisteren naar een vaag geluid, de beide handen op zijn bonzend hart gedrukt, in de onzinnige hoop haar toch te zien verschijnen. En de ogen verduisterd door tranen, de borst hijgend van zuchten en snikken, bleef zij daar roerloos voor haar open venster staan, de handen aan de lage ijzeren leuning vastgekneld, onbekwaam te gaan rusten, het hoofd bruisend en gonzend van foltering, nu eens brandend van verlangen om toch, ondanks alles, wild tot hem te snellen, dan weer verstijvend van schrik bij de gedachte zulk een misdaad uit te voeren.

Soms rilde zij in haar lichte kleren: in 't een of 't ander vaag geluid, in een geritsel door de bladeren, zacht als een ademtocht, in een van die menigvuldige, onverklaarbare suizingen van de lentenachten, waarin men het geheimzinnige leven van de Natuur meent te vernemen, dacht zij ook zijn stem, zijn stap, zijn zuchten te herkennen. God! was hij dat toch!... Kwam hij, bezwijkend van wanhoop, haar halen, haar eisen tot onder haar venster, tot in 't kasteel, tot in haar kamer!... Zij helde voorover, bleek van gretigheid en angst in haar witte kleren; zij staarde, met uitgezette ogen, in de duisternis; haar hart bleef van ontroering stilstaan; haar mond was open, als om luid te roepen... Maar langzaam verzwond de illusie; langzaam, met een zucht van verlichting en spijt trok zij zich terug, in de bedwelmende sensatie dat hij daar werkelijk een ogenblik geweest, doch weer verdwenen was, dat hij opnieuw teruggekeerd was achter het plechtig-duistere van de gewassen, op zijn oude plekje langs de omheining van het park.

En dan, met telkens heviger intensiteit, leefde en gevoelde zij eenstemmig met hem. Wanneer een vluchtig briesje, zwevend als een ademtocht, als een stille stem van fluisterend geheim, een ogenblik de bladeren in de sombere kruinen deed ritselen, en strelend tot in haar kamer woei, dacht zij: dat briesje heeft hij ook gehoord, gevoeld; zijn ziel, zijn klachten, zijn gedachten zweven er tot mij in mee. Wanneer een verschietende ster als een vuurpijl door het donkerblauw azuur schoot, soms een lange lichtstreep achterlatend, mur-

[pagina 689]
[p. 689]

melde zij, de blik ten hemel gericht: die ster heeft hij gezien als ik; onze blikken hebben er zich ontmoet, zijn samen met haar weggevlucht. Een nacht, trillend van emotie en verrassing, hoorde zij uit de diepten van het park de heerlijke zang van de pas aangekomen nachtegaal opstijgen; en zij voelde, zij voelde alsof zij er werkelijk heenvloog, hun beide zielen zich ontmoeten in het geheim van de donkere kruinen, waaruit de goddelijke tonen stegen.

O, die nachtegaal, wat zong hij prachtig en wat waren zijn tonen ontroerend! Er waren er weldra verscheidene in het park en in de omringende bossen, en ganse nachten kon Nina ze horen. Hun gezangen weergalmden zonder verpozing, opstijgend in de plechtige stilte van de frisse lentenacht met de bedwelmende aroma's van de bloesems. Zij achtervolgden haar tot in haar gekwelde slaap, met de tergende obsessie van hun oproep tot geluk en liefde.

Dan, in zijn wanhopende brieven, schreef hij haar, bijna verbitterd, bijna boos:

- Hebt ge ze weer gehoord, verleden nacht, Nina, de nachtegalen? Hebt gij gehoord hoe triomfantelijk ze weer hun liefde en hun heil uitschalden, en hebt ge niet begrepen, niet gevoeld, dat er slechts dát bestaat op aarde: de liefde, het geluk! O, waarom zijt ge toch weer niet gekomen? waarom komt ge toch nooit? Begrijpt ge, gevoelt ge dan waarlijk toch niet dat de liefde de opperste macht is, de essentie zelf van ons leven en van ons geluk, en dat hij die ze miskent geen reden tot bestaan meer heeft, dat hij moet lijden, verkwijnen en sterven!

Doch zijn verbittering duurde niet lang; en in zijn halsstarrige behoefte tot innig meeleven met haar, wendde hij soms nuchtere, kinderachtige streken aan, om haar zijn bestendige gehechtheid te bewijzen:

- O liefste, schreef hij, - wanneer het deze nacht elf uur zal slaan op het kerktorentje van Vannelaar, juist op die stond zal ik in de duisternis naar de vensters van uw kamer turen en u, de hand op de mond, een vurige liefdekus zenden.

En toen de trage klok in de verte weergalmde, elke slag duidelijk gescandeerd in de serene nacht, toen kwam het Nina voor alsof ze werkelijk die kus ontving, en zij zond er hem

[pagina 690]
[p. 690]

een terug, de lippen krampachtig gedrukt op haar hand, die ze met tranen begoot.

Eerst met de morgen zonk ze uitgeput op haar bed, en duizelde er weg in een slaap vol bange dromen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken