Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 709]
[p. 709]

VIII

Hij had haar in zijn armen van de aarde opgetild, hij had haar, nauw omstrengeld, enkele passen ver langs het strookje gras gedragen, tot aan een gevelde eik, waarop hij met haar ging zitten. En, flauw van ontroering, in een houding van opperste, onuitsprekelijk zachte en reine volzaligheid, lag zij aan zijn borst, terwijl Romanie, onzichtbaar in de duisternis van de bomen, roerloos naast het ijzeren hekje van het park was blijven stilstaan. En zonder te spreken, zonder de kracht te hebben om te spreken, kuste en kuste hij haar maar altijd voort, kuste hij haar als een waanzinnige, haast niet meer wetend wat hij deed.

En zij, zij was als zieltogend; als stervend van een dood zachter dan het zachtste leven. Zij hield haar beide armen om zijn hals geslagen, geslagen zonder knelling, als hangend aan iets hemels, terwijl, in de overmaat van haar volzaligheid, zelfs geen zucht meer van haar lippen kwam; terwijl, uit haar gesloten ogen, zelfs geen traan meer vloeide. Zij kon ternauwernood nog ademhalen; zij was weerloos, levenloos van geluk.

Hijzelf moest haar weldra uit haar bedwelming wakkerschudden. Hij tilde haar zacht op, zette haar naast zich op de boom; en, zijn sidderende armen eng om haar middel geslagen, sprak hij nu met een doffe, dringende, telkens door droge slikken onderbroken stem:

- O, Nina, Nina, o mijn mooie, lieve Nina, zijt ge toch eindelijk gekomen!... Is 't toch een werkelijkheid en niet een droom, dat gij hier zijt, dat gij hier zit, hier, in mijn armen, in de ontroerende eenzaamheid van de nacht!... O, Nina, lieve, lieve Nina, verlaten wij toch nooit elkander meer!... Zeg, Nina, wilt ge?... Wilt ge mij beloven, mij zweren elkander nooit meer te verlaten?

[pagina 710]
[p. 710]

Zij zuchtte zwaar, streek zich de hand over het voorhoofd, langzamerhand tot het bewustzijn terugkerend. En plotseling, op haar beurt, sloeg zij hem tederlijk de armen om de hals en viel haar hoofd wenend op zijn borst, terwijl zij zuchtte:

- O, ik bemin u, Alexis, ik bemin u! En ik ben zó ontroerd, tevens zo innig zacht en diep-treurig ontroerd! Ik voel mij zó gelukkig en tevens zó rampzalig! Het komt me voor alsof ik niet meer leefde, alsof ik mijzelf niet meer toebehoorde! O, ik kan u niet zeggen wat ik al gevoel; ik kan niet, ik weet het niet!

Met een schorre, sombere, bijna ruwe stem, terwijl hij haar een weinig van zich verwijderde, om haar in de vreemde schemering van het sterrenlicht te aanschouwen, sprak hij: - Zult gij de andere huwen, hij, die uw hand gevraagd heeft? Romanie heeft mij gezegd dat hij ze vraagde!...

- Hem!... nooit! riep ze krachtig, zich wild weer oprichtend.

Zij huiverde door al haar ledematen, en, ondanks de duisternis van de nacht, zag hij haar doodsbleek worden.

- Nooit!... o, neen neen, nooit, herhaalde zij wanhopig, wenend in zijn armen zinkend.

Met een koorstachtige haast en een hardnekkige inspanningskracht om toch, in zijn overweldigende emotie, helder en kalm van geest te blijven, voer hij voort:

- Luister, Nina: wij beminnen elkaar zó innig, dat wij ervan sterven zullen indien wij voortdurend van elkaar gescheiden moeten leven. Welnu, Nina, als men elkander zó vurig liefheeft en dat men zó vreselijk veel lijdt, hoeft men zich niet langer door wereldse conventies en onmenselijke hinderpalen te laten dwarsbomen en onderdrukken. Men heeft het recht en zelfs de plicht er overheen te stappen, Men wordt aangerand en men verdedigt zijn leven. Men is in staat van natuurlijke zelfverdediging. Luister, Nina: wij zijn nu eindelijk samen; wij genieten het hoogste geluk van de vereniging; verlaten wij elkaar niet meer. Laat ons vluchten, 't is ons recht! Ik heb er terstond aan gedacht, ik heb terstond gevoeld hoe beslissend deze nacht voor ons wezen zou, en 'k heb de nodige maatregelen genomen, 'k heb alles

[pagina 711]
[p. 711]

geschikt, alles voorzien. Dáár, op de steenweg, achter het bos, wacht mijn coupé, met twee vlugge paarden bespannen. Kom er met mij heen, Nina, en vlucht met mij. Laat ons vluchten, vluchten dwars door de stille wouden heen, tot aan de verre stad. Stellen wij het volbracht feit van de vrije beschikking over ons levenslot tussen ons en hen, die ons ongeluk willen! Morgen vroeg, met de dageraad, zodra wij in veiligheid zijn, zal ik een telegrafisch bericht aan uw tante sturen, haar zeggen wat wij gedaan hebben en waar wij zijn, en een laatste maal haar toestemming tot ons huwelijk afsmeken. Wij hebben niets te verbergen, niets te vrezen, ons voor niets te schamen. Onze liefde is edel en groot; wij hebben het recht, wij hebben de plicht zo te handelen! Kom.

Hij was opgestaan, hij had haar insgelijks doen opstaan en hield haar nog nauwer tegen zich aangedrukt, in een steeds hardnekkiger wilskracht, als om bezit van haar te nemen, als om haar te beletten hem nog te ontsnappen. En zachtkens, bijna bewusteloos, liet zij zich werktuiglijk door hem meeslepen, voelde zij zich met hem zweven als op een stroom, die hen beiden voerde, naar hun enig geluk. Eerst na een poos scheen zij weer tot bewustzijn te komen:

- O, Alexis, ik durf niet, ik durf niet. 't Is slecht, 't is boos wat ge mij wilt doen uitvoeren. 't Is slecht, en ik heb de kracht niet meer tegenstand te bieden. Romanie! Romanie! Waar is Romanie?... Neen, neen, laat mij, ik wil Romanie zien!

Het hoveniersmeisje kwam uit de duistere schaduw van de bomen en naderde haar jonge meesteres.

- O, Romanie, verlaat mij niet, blijf bij mij! Kom! kom! gij moet bij mij blijven!

Opnieuw wist ze niet meer wat zij zegde, wat zij deed; opnieuw, bezwijmend van emotie en van liefde liet zij zich werktuiglijk meeslepen, onweerstaanbaar aangetrokken tot haar noodlot, machteloos leunend tegen de borst van Alexis, die haar overweldigde met smekingen en kussen, terwijl haar rechterhand krampachtig vastgekneld was aan de arm van Romanie, die zij met zich meetrok. Zij kwamen weldra op de steenweg, vonden 't somber rijtuig, met de koetsier

[pagina 712]
[p. 712]

naast de paarden.

In een uiterste omhelzing hief hij haar van de grond en droeg haar in de coupé.

- Romanie! Romanie! schreeuwde zij in een laatste opwelling van zelfbewustzijn.

De jonge meid stond bevend naast het portier, hevig ontsteld door die onvoorziene schaking, waarin men haar dwong een rol te spelen.

Met een dringende stem riep Alexis haar vanuit het rijtuig toe:

- Stijg op de bok, naast de koetsier, Romanie!

- O, mijnheer, ik durf niet, ik durf niet! 't Is de ondergang van mijn ouders; zij zullen schandelijk uit het kasteel weggejaagd worden! schreide zij, sidderend van angst.

- Wees gerust, 'k zal voor u allen zorgen; 'k zal u allen rijk en gelukkig maken! riep hij koortsig. - Klim op de bok, Romanie, o, ik smeek u, ik smeek u, klim op de bok!

Werktuiglijk dan, niet geheel beseffend wat ze deed, steeg het meisje naast de koetsier, terwijl Alexis het portier dichtsloeg.

En in gestrekte draf snelde het rijtuig door de nacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken