Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1233]
[p. 1233]

XXIV

Zij zaten in 't fumoirtje naast de eetkamer, Alfred strak starend in het vage vóór zich uit, de wenkbrauwen droevig gefronst en de handen op zijn knieën, Maxime rokend achterovergeheld in een fauteuil, de benen uitgestrekt naar 't open houtvuur, dat roder in de langzaam invallende schemering begon te gloeien.

Buiten was het guur en winterachtig, met felle wind en laagdrijvende, grauwe wolken. De laatste bruine bladeren dwarrelden en stoven als zwermen verschrikte vogels uit de naakt-gezwiepte beukenkruinen, en in de droeve lucht krasten de kraaien als boden van rouw en van smart. Huiverig grijs en koud lag de vijver, en laag boven de donkere lijn van sparrebossen aan de overkant, tekende zich een lange, dofkoperkleurige zonsondergangstreep, waarover de grauwe, chaotische wolkengevaarten snel heen dreven, als grote sombere schepen met veel zware zeilen over een fantastisch verlichte zee.

Alfred zat halvelings met de rug naar 't raam; Maxime, het aangezicht gekeerd naar het wegstervend daglicht, scheen in gepeinzen verzonken. Cosaque, de scherpe snoet op zijn lang-uitgestrekte voorpoten, lag voor het vuur te slapen. Er heerste een lange stilte.

Toen sprak Maxime traag en kalm:

- Besluiteloosheid is een treurige eigenschap; maar ik geef toe: juist in de gewichtigste levensomstandigheden, daar waar een onwankelbaar beslist optreden onontbeerlijk is, dringt zich de zwakke twijfel doorgaans aan ons op. Ik vind het jammer, innig jammer, dat je nu, na al dat ellendig lijden, nog niet eens tot een vast en onverbrekelijk besluit gekomen bent.

- Welk besluit? zuchtte Alfred, wanhopig de schouders

[pagina 1234]
[p. 1234]

ophalend.

- Ja, daar heb je 't al weer. Dat hoefde ik je immers niet te zeggen. Je vraag is op zichzelf al een bekentenis van allerzwakste besluiteloosheid.

- 't Is waar, ik weet het, ik bén besluiteloos, antwoordde Alfred diep ontmoedigd. - Eerst was ik het niet, maar ik ben 't helaas geworden. Daarom vroeg ik je hulp. Ik ben zwak, ik ben moreel ziek. O, zeg het mij, wat zou je doen in mijn plaats?

- Ach, hoe kan ik daarop antwoorden? En al kón ik je ook zeggen wat ik doen zou, welke waarborg zou het je geven dat die handelwijs ook voor jou de goede en de ware wezen zou? Ik denk erover, ik zit er voortdurend over te denken, want ik heb medelijden met je en ik zou je zo graag helpen. Ik tracht me in jouw toestand te verplaatsen en te denken wat ik doen zou, maar...

- Maar?... viel Alfred dringend in.

- Ik spreek alleen voor mijzelf, dat begrijp je, niet waar? Als ik dus zeg: ‘zo zou ik waarschijnlijk doen’, wil dat daarom niet zeggen dat ik je aanraad hetzelfde te doen. Welnu, als ik me thans in je toestand verplaats, als ik alles naga en overdenk, dan,... ja, dan kom ik tot de conclusie, dat ik haar misschien wel vergeven zou,... maar, dat ik haar toch niet meer tot vrouw, ik bedoel tot wettige vrouw terug zou nemen.

- Dat je haar niet meer tot vrouw terug zou nemen, herhaalde Alfred als in een droom.

- Tot wettige vrouw, verbeterde Maxime.

- Maar hoe dan anders?

- Tot maîtresse,... misschien...

Met een schok, als van verontwaardiging, sprong Alfred half van zijn stoel op.

- O, hoe kan je toch zo wreed, zo cynisch en profaan over zoiets ernstigs en diep treurigs spreken! verweet hij klagend zijn vriend.

Maar ongestoord en kalm onder 't verwijt redeneerde Maxime verder:

- Profaan, zeg je; wel, is zo niet de hele toestand? Is je huwelijk niet door haar geprofaneerd? Kan je haar nog wel

[pagina 1235]
[p. 1235]

ooit anders dan als bezoedeld, als geprofaneerd beschouwen? Neen, niet waar? Dat wat vroeger is geweest het mooie, het reine, de illusie, het ideaal, dat is voor altijd uit, voor eeuwig dood; maar de vrouw blijft, de jonge mooie vrouw, die berouw, heeft, die weer bij je wil komen, en je nu veel inniger en trouwer dan eertijds liefheeft. Waarom dan, wijl je toch ook weer zo vurig naar haar verlangt, zou je baar zó niet terugnemen, liever dan een andere maîtresse, liever dan een Toison d'Or of een Pivoine, waar je anders op de duur toch zult mee eindigen? Alleen, zoals je nu bent, kan je toch niet blijven. Het is onmogelijk, onnatuurlijk, dat weet je toch ook wel. Denk aan Musset: ‘Si votre maîtresse est sinçère et fidèle, aimez-la pour cela; mais si elle ne l'est pas et qu'elle soit jeune et belle...’

- Zwijg, gilde Alfred. - O, wat 'n desillusie! Wat 'n desillusie! Je eigen vrouw, waarvan je gescheiden bent, tot maîtresse terugnemen! Zóveel trots zou je toch zelf ook nog wel hebben om dát niet te dulden. Zou jij je vrouw tot maîtresse willen nemen?

- Mijn vrouw is 'n publieke vrouw geworden, die telt niet meer mee! Iedereen kan die nemen, beet Maxime nijdig toe. En een bittere, boze trek kwam om zijn mond.

Strak-zwijgend en onthutst keek Alfred hem even aan; en achter Maximes stoïcijns cynisme, voelde hij plotseling diep geheim leed. Iets medelijdends trilde in zijn ziel en 't speet hem even dat hij haar genoemd had. Doch Maxime had zijn vluchtige, emotie al teruggedrongen, en weer heel kalm en onverschillig sprak hij:

- Laat je dan niet scheiden. Vergeef en vergeet. Neem ze eenvoudig als je wettige vrouw terug. Het moet toch 't een of 't ander wezen.

- Ik kan niet, ik kán niet, zuchtte Alfred.

- Maar wat wil je dan? Waarom moet je mij dan raadplegen?

- Ik weet het niet, ik had gehoopt dat je mij goede raad zou geven, dat je mij wat zou kunnen opbeuren en troosten.

- Goede raad! Ik doe toch heus wat ik kan; maar je bent flauw, je wilt niet flink het dilemma aanpakken waar je tegenover staat. Kijk eens hier: een vierdubbele keus staat

[pagina 1236]
[p. 1236]

voor je open: 1. Blijven zoals je nu bent, in je treurige eenzaamheid. 2. Florence als vrouw terugnemen. 3. Van Florence scheiden, maar haar tot maîtresse trachten terug te krijgen. 4. Je hechten aan een andere vrouw. Dit laatste ware zeker nog het beste. Waarom zou je 't niet doen? Waarom zou je niet trachten van een andere vrouw te houden?

Snel flitste een teder en liefelijk beeld voor Alfreds gefolterde geest: Marie, de zachte, mooie, lieve Marie Bagnolet. Hij zag ze in verbeelding tot hem komen, met tedere, verrukte glimlach, vol medelijden met zijn ongeluk, zacht stillend zijn smart, als een ongehoopte dageraad van kalme vrede in zijn verwoeste leven. Het kwam even over hem zacht aangewaaid, gelijk een streling van frisheid en van lente, gelijk een koesterende zon na ruwe stormen, lavend en helend zijn langdurig, onverdiend lijden. Hij voelde instinctmatig dat zij hem heimelijk liefhad, dat hij maar te spreken had en dat zij hem zou willen, en dat hij heerlijk zacht en kalm met haar gelukkig zou zijn. Hij wilde het, hij voelde en wist dat het zijn redding zou wezen, maar ook dát helaas! kon hij niet meer bereiken; hij was door zijn ellende geboeid en gebonden, hij was als de ongelukkige, verbijsterde vlinder, die zich doodbrandt aan de wrede lamp waartoe een macht, onoverkomelijk, hem aantrekt.

Zij alleen, de vrouw die hem mishandeld en bedrogen had, was nog steeds de enige die hij verlangde. Zij was de vrouw die hij kende, waarmee hij intiem geleefd had en genoten, de vrouw die hij verlangde wanneer hij er nog een verlangde. De kracht van de gewoonte hield hem vast aan haar geketend.

- Neen neen, ik kan niet, ik mag niet, sprak hij halfluid, neerslachtig 't hoofd schuddend, als in antwoord op een rechtstreeks gestelde vraag. - Nog liever alleen dan, nog duizendmaal liever heel alleen.

Met een grimas staarde Maxime naar buiten, in de grauwtriestige schemering, die grasvelden en heesters, en de majestueuze beukenlaan tussen de sombere bossen, en ginds ver de nog dof glimmende vijver in 't loeien van de koude wind als met zware rouwfloersen omhulde.

- Alleen hier in de winter, sprak hij langzaam. - Brrr...!

[pagina 1237]
[p. 1237]

en hij rilde, als van ongezelligheid en kou. - Dan maakte ik mij in jouw plaats maar de vriend van mijn keukenmeid, als die tenminste het niet akelig vindt om hier te blijven.

Somber bukte Alfred het hoofd. Ja, zelfs zijn keukenmeid vond het te akelig om hier 's winters in de eenzaamheid met hem te blijven. Hij had reeds sterk haar loon moeten verhogen om haar op Far-West te houden, en nog vreesde hij dat zij zou eindigen met weg te lopen.

- Reis dan toch liever 'n tijd. Ga naar 't Zuiden, naar Algiers, of naar Egypte, liever dan hier in je eenzaamheid te zitten versuffen, raadde Maxime hem dringend aan.

Maar moedeloos schudde Alfred het hoofd.

- O, reizen!... 't idee alleen maakt mij ziek, zuchtte hij.

- Enfin, wat bén je nu van plan? vroeg Maxime om te besluiten. - Mijn raad verkies je niet te volgen, maar wat zál je dan eindelijk doen? Denk je op Florences brief te antwoorden, of de zaken maar hun gang te laten gaan?

- Ik weet het niet, murmelde hij neerslachtig.

Zacht werd er aan de deur geldopt. En op Alfreds toonloos ‘binnen’ duwde de meid de deur half open.

- Monsieur est servi.

Zij schoof de dubbele deur wijd open, en langzaam traden de twee vrienden de helder verlichte eetkamer binnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken