Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 410]
[p. 410]

XVI

Nu waren zij op het ‘kasteelken’ geïnstalleerd...

In alle stilte, zonder iemand anders dan Elekens ouders en hun bediening te waarschuwen, kwamen zij er op een avond laat aan.

Hij bracht haar in dat huis, waar zij nog maar eenmaal, 's ochtends van hun huwelijk, was geweest; hij wees haar aan 't souper de plaats die zij voortaan elke dag zou innemen, vlak tegenover hem, onder 't portret van Nonkelken; en vóór 't naar bed gaan leidde hij haar even rond, in al de kamers.

- O, da es hier amoal greut en scheune! riep ze verrukt. Maar haar grootste bewondering was voor de keuken, de prachtige, ruime keuken van het lekkerbekkerig Nonkelken, met al de glimmende tinnen en koperen vaten, waarin gedurende zo menigvuldige jaren, door het bekwame Mietje, zoveel heerlijke schotels waren klaargemaakt. Nu waren daar nog alleen de noodhulp en 't chauffeurtje; maar de nood-hulp moest nu ook weldra vertrekken en in haar plaats zou Eleken al spoedig een andere, vaste meid nemen - zij had er al een in 't zicht die zij sinds jaren kende - met wie zij alles naar haar eigen zin zou schikken en beredderen.

Ook boven bleef zij in langdurige verrukking voor de mooie oude kasten, vol met het fijnste linnen- en tafelgoed. Wat zou ze dat alles ook keurig onderhouden en in orde brengen! Dagen, weken van gezellige, huishoudelijke bezigheid zag ze reeds in het verschiet; maar voor een klein vertrekje tussen hun slaapkamer en een andere logeerkamer stond zij even in onthutste aarzeling, niet begrijpend:

- Wa es dàtte? keek zij hem verwonderd aan.

- De badkoamer en 't vertrek, heul geriefelijk, vlak noast ònze koamer, glimlachte hij. Hij trok een gordijn weg en

[pagina 411]
[p. 411]

liet haar het bad, en, in een hoekje, de verdere gelegenheid zien.

- Ha moar Hiere toch! riep ze verbaasd. - En moe ne meins doarin?

- Natuurlijk; ge wilt toch nou en dan 'n bad nemen.

- Noakt? Heul-de-gans noakt?

- Hoe anders? Toch nie mee ouën hoed en ou lizzen aan! Om het idee van die hoed en die laarzen moest ze wel lachen; maar ze vond de hele gelegenheid toch griezelig en dacht niet dat zij er ooit gebruik van zou maken.

Hij drong niet aan. - Later, later, glimlachte hij in zichzelf. Vroeg in de volgende ochtend ging hij met haar de tuin rond. De door de herfst reeds uitgedunde lovers waren geel en rood en bruin geworden gedurende zijn afwezigheid, het beekje stroomde snel en bruisend, de bloemperken waren aan 't sterven en de grasvelden lagen dicht bezaaid met dorre bladeren.

- Ne scheune, greuten hof, zei ze. - Moar woar es de groenselhof?

Hij duwde een hekje open in een heg en zij traden in de moestuin.

- O! riep ze verrukt. - Al da scheun groensel! Wat doe-je gij mee al da groensel?

- Opeten, lachte hij.

- Opeten! Ge 'n keun gij da nie amoal opeten! Nog 't tienste poart zelfs niet. Wat doe-je mee den overschot?

- 'k 'n Weet ik niet; 'k 'n ken ik da niet. Isedoor den hovenier, neemt da zeker mee noar huis, veur zijn giet en zijn konijnen, veronderstelde hij.

- Woarom 'n houdt-e zelf gien giet en gien k'nijnen? zei ze, haast verwijtend.

- Kónijnen, verbeterde hij haar; want ze kreeg alweer neiging om plat boers te spreken.

- Koníjnen, verbeterde zij hem op haar beurt, lachend, zoals ze met ‘Parijs’ gedaan had.

Hij lachte ook, trok haar tegen zich aan, gaf haar een zoen.

- Hawèl, woarom 'n hóúdt-e gien giet en gien konijnen? drong zij aan.

Dat wist hij waarachtig niet, hij haalde zijn schouders op.

[pagina 412]
[p. 412]

- Wacht moar; 'k zal ik hier wel biesten houen, voorspelde zij. - Loat mij ne kier ou kotterijen zien.

Hij leidde haar, achter het huis om, naar de bijgebouwen: de remise, de stal, het washuis.

- O! riep ze, - g'hèt ploatse genoeg om virkens en koeien t' houen!

- Zij-je meschien van plan om hier te beginnen boeren? schertste hij.

- Nien ik, moar 'k zoe toch geiren ienige biesten houen. Kijk ne kier, al die scheune ploats en niets doarin, zelfs geen kiekens. Mag ik aan voader vroagen dat hij mij wa kiekens en k'nij... en konijnen keupt? glimlachte ze, zoet flemend.

- Joa g', beloofde hij, - joa g', joa g'. En in 't halfduister van de remise nam hij haar weer in zijn armen en drukte haar, hartstochtelijk zoenend, tegen zich aan.

- En morgen, zei hij, - morgen, of te langsten overmorgen, beginnen we Frans te lieren...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken