Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 520]
[p. 520]

IX

Nu vierde weer de schone zomer volop zijn rijkdom en zijn glorie. Er was alom een milde overvloed, als wist de natuur niet meer waarheen haar schatten te verspillen. De lange dag begon al in de nachtelijke uren en 't komen van de schemering was het ontwaken van een nieuwe glorie, grootser nog en prachtiger dan al het overige.

De rijpende oogstvelden lagen als zware golven van schitterkleur en weelde in de hete zon te fonkelen; alle de vogels zongen hun jubelend lied en rusteloos leefden de mensen in een opgewekte roes van arbeid en plezier.

Enkel op 't Landjuweel, dat nu bijna onzichtbaar midden in zijn hoge bomen lag verscholen, bleef het gewone leven in zijn saai-gedrukte eentonigheid steeds heersen. De gulden cijfers en de wijzers op de uurplaat van de middentoren glansden zonnelachend op uit 't dichte groen; de oude, grijze muren stonden in de koesterende warmte te tintelen en te trillen, en 't zacht pervenche-blauw van ramen, gaanderijen en balkons scheen met de teerste hemelskleuren bijgeverfd; maar daarachter en daarbinnen bleef het grijs en stil en treurig, zonder weerschijn of geluksstraal in 't bezwaard gemoed van de mensen.

Meneer Dudemaine zat er, als altijd, met folterend-geconcentreerde inspanning de onoplosbare problemen van de Genèse Universelle te ontcijferen; mevrouw sleepte haar treurig leven van huishoudelijke plicht en weemoed als een lome last overal met zich mee; en Odon, haar bestendige zorg en kommer, Odon, wiens geluk haar enig levensdoel nog was, scheen meer en meer, ondanks al haar tedere voorkomendheid, zich van haar en van zijn vader te verwijderen. Hij was wel niet bepaald vijandig of onhebbelijk, maar eerder onverschillig, natuurlijk stug en zonder enige toeschietelijkheid,

[pagina 521]
[p. 521]

alsof zijn ouders vreemdelingen voor hem waren.

Over de Reinhardts was niet meer gesproken en dezen hadden ook hun bezoek nog niet terug gebracht; maar juist aan Odons stilzwijgen over hen voelde mevrouw Dudemaine al zijn geheime wrok en hoe hopeloos haar illusie van toenadering en intiemere relatie nu verloren was. Wat wilde hij toch eigenlijk en wat moest ze met hem aanvangen? Zij was zo angstig en zo bang voor zijn plotselinge uitbarstingen, als eertijds met die jongens van zijn school en met die kleppermolentjes! 't Ontstond telkens bij hem zo plotseling en onvoorbereid en met een heftigheid die alle mogelijke redenering overhoop gooide. Zijn gesloten karakter was voor haar als een ondoorbladerd boek, waarvan zij de inhoud niet eens gissen kon. Zij zag de lusteloosheid en de ontevredenheid op zijn gelaat en wanneer zij hem vroeg wat hij verlangde, wat ze voor hem doen kon, kreeg ze ternauwernood een vaag en niets-ophelderend antwoord. Meer en meer liep hij, gedurende zijn vrije uren doelloos alleen te slenteren, in en om het landgoed, zonder schijnbare behoefte aan omgang, met wie ook.

In haar radeloosheid wendde zij zich eindelijk tot zijn leermeesters, die hem geregeld driemaal in de week les kwamen geven; maar ook daar kwam ze onbevredigd vandaan: de meesters hadden nooit iets abnormaals aan hem gemerkt; hij was geen vlugge leerling, maar ook geen bepaald achterlijke; zij hadden enkel wat te kampen met zijn luiheid, maar hoopten toch, dat hij nog vóór het einde van dat jaar voldoende onderlegd zou zijn, om op de universiteit te komen. Eenmaal daar, zou hij zich wel vanzelf, meenden zij, door de omgang met andere studenten, ook als mens verder ontwikkelen.

- Maar zijn humeur, zijn karakter, zijn afgetrokkenheid, zijn ganse zijn, heren, vindt u dat niet vreemd en abnormaal? drong mevrouw Dudemaine onvoldoende gerustgesteld aan. Neen, die heren hadden tot nog toe niets bijzonder vreemds aan hem gemerkt. Hij was stil, zeker, en in zichzelf teruggetrokken, en somtijds niet als andere jongens van zijn leeftijd, maar dat lag ook wellicht in het afgezonderde van zijn leven en omgeving.

[pagina 522]
[p. 522]

Meer kon mevrouw Dudemaine uit hen niet krijgen, en ongetroost en twijfelend, zonder steun ook bij haar wel goedwillige, maar onbewust-egoïstisch, in en voor zichzelf levende man, die enkel nu en dan onder een ruwe schok van werkelijkheid uit zijn bespiegelingen werd gerukt, moest zij alles in zich alleen opkroppen en lijdzaam het verder verloop van de gebeurtenissen afwachten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken