Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 354]
[p. 354]

XLII

Die middag, even vóór een uur, op het ogenblik dat de machine weer in gang zou komen, ging Miel, da kalf uek! op de zolder boven ‘t ‘stampkot’, om er, als naar gewoonte, een voorraad koolzaad in de vergaarbakken van de pletmolens uit te gieten. Hij was nog maar pas boven, toen hij eensklaps in verwildering weer naar beneden kwam gehold, en schor gilde, met uitpuilende ogen:

- Toe! Toe! Doarboven! Feelken...!

- Wat es er? riepen de mannen verbaasd.

- Doarboven! Feelken! herhaalde Miel als krankzinnig, zonder verder een woord te kunnen uitbrengen.

Leo en Pierken renden de trap op en 't eerste wat zij in het schemerduister van de zolder zagen, was Feelken, hangend aan een balk, met een strop om de hals. Een laddertje stond naast hem, langswaar hij blijkbaar opgeklommen was; en zijn gezicht leek zwart, met uithangende tong, alsof hij walgde.

- 'n Mes! 'n Mes! gilde Pierken, in zijn zakken woelend en als een kat het laddertje opklauterend.

Leo had er een en gaf het hem. In een woeste zwaai hakte Pierken het touw door en met een dreunende plof stortte Feelken op de zoldering neer. Pierken liet zich van de ladder vallen, rukte aan 't strop om de hals, slaakte een kreunende weeklacht. Feelken was dood; het lichaam was reeds koud! In een oogwenk stonden al de werklui van de fabriek jammerend om het lijk geschaard. Zij keken met ogen van afschuw en telkens als er een de gehangene even aanraakte, deinsden al de anderen griezelend achteruit. Pierken, bij het lijk van zijn makker geknield, zuchtte en snikte. En in gebroken zinnen vertelde hij wat hij vermoedde: dat Feelken, te zwak van geest, over de teleurstelling van de mislukte staking niet had kunnen heenkomen. Hij, Pierken, had al die

[pagina 355]
[p. 355]

laatste dagen vruchteloos gepoogd hem op te beuren. Hij had hem voorgesteld, dat ze samen zouden werk gaan zoeken in de stad, waar hun droevig lot toch zoveel beter zou worden; maar Feelken wilde niet mee, hij was te zeer gehecht aan zijn geboortedorp. Dáár alleen wilde hij leven, hoe dan ook, en sterven!

Met ongelooflijke snelheid had het akelig nieuws zich reeds alom verspreid; en dadelijk waren daar ook meneer De Beule en meneer Triphon; madam De Beule, Eleken en Sefietje. De vrouwen durfden niet op de zolder komen en stonden onderaan de trap met griezelende angstgezichten en met tranen in de ogen; maar meneer De Beule trad onmiddellijk op met strenge autoriteit en beval dat burgemeester en pastoor moesten ontboden worden. Leo, die vlug lopen kon, werd naar het kasteel gestuurd en Lotje om meneer de pastoor gezonden. Intussen mocht het lijk niet meer aangeroerd worden, verbood meneer De Beule met klem.

De burgemeester kwam het eerst. Hij klom met moeite de trap op, zorgvuldig vermijdend zijn jas te bevuilen. Meneer De Beule, die groot ontzag koesterde voor titel en fortuin, sprak hem aan in 't Frans en noemde hem ‘monsieur le baron’. Meneer Triphon, eveneens zeer geïmpressioneerd door het voornaam bezoek, nam schuw zijn pet af, hield zich op een afstand. Meneer de burgemeester monsterde even het lijk en constateerde nuchter:

- Il est mort.

- Oui, monsieur le baron; on l'a trouvé pendu à cette poutre, bevestigde meneer De Beule.

De burgemeester keek op naar de balk, waaraan nog het stuk doorgesneden koord hing; en ook meneer Triphon en de werklui keken naar de binten op. Zonder notitie van het ambtelijk bezoek te nemen, zat Pierken wanhopig bij het lijk van zijn makker te schreien.

- Il faudra dresser procès-verbal, meende de burgemeester. - Est-ce que monsieur le curé est prévenu? Il faudra aussi faire constater le décès par le médecin.

- Oui, monsieur le baron; j'attends monsieur le curé à tout moment, mais je n'ai pas encore fait appeler le docteur, antwoordde meneer De Beule.

[pagina 356]
[p. 356]

Onderaan de trap had een beweging plaats en vlugge schreden klommen de trappen op. Het was meneer de pastoor. Zonder ontzag voor zijn soutane, die reeds vuile vegen had, kwam hij op de zolder, drukte haastig de hand van de baron en van meneer De Beule, stapte recht op het lijk af en legde zijn blanke vingers op het paarse voorhoofd.

- Le corps est déjà froid, fluisterde hij ernstig.

Hij keek om zich heen, als gehinderd door de te drukke omgeving.

- Voulez-vous être seul, monsieur le curé? vroeg meneer De Beule voorkomend.

- Cela vaudrait mieux, bekende de geestelijke.

Meneer De Beule wendde zich tot de werklui om.

- Ala, jongens, we moen hier amoal wig, zille! beval hij.

De werklui stommelden de trap af. Alleen Pierken had even een aarzeling als van verzet, maar ging toch eindelijk ook.

- Vous pouvez bien rester, zei de pastoor tot de heren.

- Mais... nous n'avons plus rien à faire ici, meende de burgemeester.

Hij drukte de geestelijke de hand en strompelde stijfbenig naar de trap toe.

- Attention, monsieur le baron, que vous ne vous fassiez pas de mal, zei bezorgd meneer De Beule.

- Je ne suis pas... habitué... à un escalier... aussi raide... hijgde de burgemeester, met inspanning de treden afdalend en grote voorzorg nemend om zijn kleren niet vuil te maken. - Est-ce que vous n'avez besoin de rien, monsieur le curé? vroeg nog meneer De Beule.

- Merci, j'ai tout ce qu'il me faut.

Meneer De Beule en Triphon daalden op hun beurt de treden af en meneer de pastoor bleef met het lijk alleen.

Beneden stonden de werklui zwijgend in een troepje, de vrouwen, met behuilde ogen, op een afstand.

- Moe 'k de machine in gank zetten, meniere? kwam Bruun de stoker fluisterend aan meneer De Beule vragen.

- Wacht totdat menier de páster wig es, antwoordde meneer De Beule.

Hij gaf een uitgeleide aan de burgemeester door de tuin.

- Quelle est la raison de ce suicide? vroeg de burgemeester.

[pagina 357]
[p. 357]

- Ça, monsieur le baron, c'est l'esprit du temps, l'infiltration du venin socialiste! bromde meneer De Beule, met een stem die trilde van innige verontwaardiging.

- Il faudra des mesures énergiques, très, très énergiques, pour enrayer ce mal terrible. Le gouvernement est beaucoup trop faible envers ces malfaiteurs, meende de burgemeester. Hij drukte meneer De Beule de hand-en hinkte weer naar zijn kasteel toe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken