Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 360]
[p. 360]

XLIV

De werklui hadden 's ochtends vrij gekregen. Om één uur gonsde weer de stoommachine en donderden de heien. Twee plaatsen bleven onbezet: deze van Feelken en ook die van Pierken.

Om vier uur verscheen Pierken in de fabriek, maar blijkbaar niet om weer aan 't werk te gaan. Hij droeg nog zijn zondagse kleren, waarmee hij Feelkens begrafenis had bijgewoond en hij kwam zijn vroegere werkmakkers mededelen, dat hij het dorp verliet, voorgoed en voor altijd, om in de stad een nieuw en beter leven te beginnen. De socialistische chefs hadden hem daar alvast een goede betrekking bezorgd; en Fietriene ging met hem mee en zij zouden spoedig trouwen. De makkers zeiden al niet veel. Zij staarden Pierken met strakke verwondering aan. Zij koesterden geen haat meer tegen hem. Het was of hij reeds van hen weg was, of hij reeds tot een andere sfeer behoorde. Het speet hun dat hij wegging.

- Ge zilt loater allemoal mijn veurbeeld volgen, zei Pierken. Zij wisten 't niet. Zij voelden zich triestig, en loom en gedrukt. Zij wilden iets zeggen en vonden geen woorden.

Hij drukte hun allen de hand. Berzeel was even ontroerd en zijn korte afscheidswoorden beefden. Ollewaert veegde een traan weg. Daar kwamen Stien de Leugenoare en Komijl. Ook hun drukte Pierken zonder wrok de hand. Stien begreep er niets van, dat Pierken zo ineens en voor altijd vertrok; hij sloeg telkens van verbazing op zijn dij en zette grote, strakke ogen op. Komijls rode, lange neus bewoog in zijn roetig gezicht.

Pierken ging... Hij had iets zelfbewusts en bijna voornaams over zich. Ja, hij was reeds van een andere sfeer; zij voelden het. Zij staarden hem na zolang zij konden, zagen hem,

[pagina 361]
[p. 361]

ook tot afscheidnemen, even in het ‘vreiwevolkskot’ verdwijnen...

 

De heien bonsden weer na schafttijd en de mannen werkten machinaal, in lome gedruktheid. Pierken moest reeds ver zijn, nu zag hij wellicht de hoge, grijze stadstorens, in het verschiet, over het groene land.

Om zes uur kwam Sefietje met de fles. Zij dronken hun twee borrels en leefden eventjes wat op. Maar zij zongen niet en spraken weinig. Zij bleven lusteloos. Zij dachten aan Pierke, aan Feelken, aan alles wat voorbij was...

De lucht was zwaar en grijs geworden en de schemering daalde vroeger als gewoonte in het somber ‘stampkot’ neer. De heien bonsden er als in een kuil en de mannen bewogen er zich als sinistere schimmen. Weldra begon het zacht en eentonig te regenen. De schone zomer liep ten einde, het was reeds als een eerste, kille herfstaanvoeling.

Even vóór sluiten kwam meneer De Beule langs, voorgeloodst door Mussche. Hij zag er dik en rood en kwaad uit, maar zei toch niets. Het kon de werklui trouwens niets meer schelen wat hij nu nog zeggen zou. Daarna verscheen ook nog meneer Triphon met Kaboel. Op meneer Triphon waren zij niet boos. Zonder wrevel zagen zij hem gaan.

Zwaarder viel de regen neer, in dikke stralen. De aarde dronk, de bomen sijpelden en de mannen dachten weer aan Pierken, die nu eenzaam langs de wegen liep, een nieuwe toekomst tegemoet, en aan Feelken die nu alleen en voor altijd in 't kille graf was neergedaald.

En zij wisten niet wat nu hun eigen leven worden zou en in de grote, onbestemde droefheid die hen nu vervulde, kreeg het weinige dat zij als lotsverbetering bekomen hadden, zulk een wrange, bittere nasmaak.

Met een zucht stierf de machine uit; en in kudde, door de natte, kille schemering, klompten zij huiswaarts...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken