Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 769]
[p. 769]

VI

Die middag - een zondagmiddag - was Zulma met een paar dorpsvriendinnetjes naar de kermis in een nabijgelegen dorp vertrokken. Lowiezeken had dat eigenlijk liever niet zien gebeuren; maar kondt gij een jong meisje van bijna twintig, zulk een onschuldig pleziertje, vooral in gezelschap van andere meisjes, verbieden? Zij zouden er een beetje rondslenteren en misschien een rondeke dansen; en trouwens: Zulma had ten stelligste beloofd, dat zij vóór valavond weer thuis zou zijn.

't Werd zes uur... zeven uur... halfacht. Lowiezeken was reeds een paar maal op de stoep gaan kijken, waar Zulma toch zo lang bleef. De zon ging reeds onder in een gloed van goud, over de donkerende daken van het dorp en Lowiezeken begon erg ongerust te worden. Zij zag Boesken passeren, die waarschijnlijk ook wel die kant uit was geweest en vroeg hem in 't voorbijgaan:

- Boesken, komde gij uek van Vanneloare?

- Joajik, Lowieze! antwoordde Boesken.

- Hedde gij onz' Zulma ginter nie gezien?

- Joajik, moar 't es al ne huelen tijd geleën. Ze zat op de peirdekesmeulen mee Zulma Speybroeck en Eematsje Geirnoart.

Dat bericht stelde Lowiezeken weer enigszins gerust. Als ze bij haar vriendinnen gebleven was, dan zou ze natuurlijk ook wel met haar vriendinnen terugkeren. Zij dankte Boesken voor de mededeling en keerde zich juist om, om weer binnen te gaan, toen Boesken haar nog nariep:

- Ha, kijk, Lowieze, Zulma Speybroeck en Eematsje Geirnoart komen doar zjuust. Ze zillen ou beter beschied keune geven of ikke!

Verbaasd keek Lowiezeken om en zag inderdaad de twee

[pagina 770]
[p. 770]

meisjes aankomen. Zij ontstelde hevig, dat Zulma niet bij hen was. De meisjes naderden met snelle tred, in een soort opwinding, toen zij Lowiezeken op de stoep van 't ‘Kasteelken’ ontwaarden. En juist op 't ogenblik, dat Lowiezeken hun ging toeroepen: - Woar es toch onz' Zulma?, riep Zulma Speybroeck tot haar:

- Lowieze, es ulder Zulma al thuis?

- Ha ba nien z' jong! schrikte Lowiezeken. - Es ze zij mee ulder nie meegekomen dan?

- Ha ba nien z' jong! We 'n hên wij heur nie mier gezien! antwoordden de meisjes onthutst.

- Och Hiere toch! Och Hiere toch! En ze zat mee ulder op de peirdekesmeulen! kreunde Lowiezeken.

- Hawèl joa z' en 't es zjuust doarachter da w' heur nie mier gezien 'n hên! lichtte Eematsje toe.

Lowiezeken brak in tranen uit.

- Och Hier, och Hier, och Hiere! snikte zij onbedaarlijk.

Boesken was luisterend op een afstand blijven staan. Hij kwam weer naar Lowiezeken toe en zei:

- Lowieze, den boas zal wel thuis zijn, peis ik. Wil ik hem vroagen, dat hij ne kier mee zijnen odemobiel tot aan Vanneloare rijdt? Hij zal heur meschien onderwig tegenkomen?

- O joa g' Boes, os 't ou b'lieft! smeekte Lowiezeken.

Boesken spoedde zich naar Guustjes huis en enkele minuten later zag zij Guustje in wilde vaart met zijn automobiel voorbijrijden.

Een gedachte schoot door Lowiezekens brein. Wie weet of Zulma niet bij vader en moeder was. Het gebeurde wel eens, dát zij daar 's zondagsavonds heenging.

- Voader... moeder...! viel Lowiezeken gejaagd bij haar ouders binnen, - es Zulma hier niet?

- Zulma, ba nien z'! antwoordden zij verwonderd.

Lowiezeken kon haar wanhoop niet meer beheersen. Zij snikte, op een stoel ineengezakt:

- Ze zal wiggeluepen zijn! 'k Voel het! We 'n zillen heur nie mier zien!

- Wiggeluepen! gilde Tieste met gebalde vuisten; - mee wie zoe ze wiggeluepen zijn?

Lowiezeken schrikte bij 't herdenken aan haar vroeger mis-

[pagina 771]
[p. 771]

handeling. Zij wisselde een wanhoopsblik met moeder Dorté, wier ogen van angst stonden opengesperd.

- 'k 'n Weet niet; 'k 'n weet niet! kreunde zij bevend. - Guust es noar Vanneloare mee zijnen odemobiel. Hij zal heur meschien tegenkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken