Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1273]
[p. 1273]

XIII

Jammer genoeg dat de maatschappij, waarvan mijnheer Verpoest ere-president was, op de begrafenis zo weinig vertegenwoordigers had gevonden. Het merendeel der leden waren, met gelegenheid der kerstdagen, van goedkope reiskaarten gebruik makend, naar Parijs vertrokken.

Bij hun terugkomst was het voor velen een oprechte teleurstelling de brave man dit laatste blijk van hulde niet te hebben kunnen geven.

De president, een rijke, welgedane, oude jonkman, heel gezellig van aard, tamelijk welbespraakt, de geprezen woordvoerder bij elke omstandigheid van belang, betreurde dit nog het meest. Hij had kort geleden een kostbaar fluwelen vendel, met goud gestikt, aan de vereniging geschonken. Welk een gunstige gelegenheid ontsnapte hiermee om het, rouw-omfloerst, voor de eerste maal uit zijn schuilhoek te halen!

Het aantal leden was reeds groot en er waren betrekkelijk weinig sterfgevallen tot dusver voorgekomen. Anders maakte het wel effect, zo in rouwstoet, allen deftige burgers, de doodwagen te volgen.

Hij zon erop na en ontbood eindelijk met een gedrukt briefje, waarop dag en uur waren aangeduid, een tiental van de invloedrijkste leden van de Eetmans-Club.

Het lokaal van de maatschappij was in een der voornaamste koffiehuizen in het centrum van de stad.

Allen waren op hun post.

Zij zaten rondom de tafel, in hun vergaderzaal, onder 't helle lamplicht, met de ene of andere verversing voor zich. Meest allen rookten.

De president, heel zwaarlijvig, had een klein hoofd met weinig donker, gladgestreken haar over zijn kaalheid, een innemend, vriendelijk aangezicht, van onderen sterk ontwikkeld,

[pagina 1274]
[p. 1274]

en witte, ronde handen, die nooit werken hadden gekend.

Hij deed het belletje, dat voor hem stond, plechtstatig klingen.

De afzonderlijke gesprekken hielden op.

- Messieurs, begon hij, met een welluidende stem, - je vous ai convoqués pour délibérer sur une chose qui nous tient tous au coeur: la mort prématurée de notre cher président d'honneur.

Een toestemmend gemurmel, van hoofdknikken vergezeld, ontstond.

- Malheureusement, par suite de notre absence de la ville au moment opportun, nous avons été dans l'impossibilité de lui rendre les derniers devoirs. Il doit être remédié à cela. Que proposez-vous de faire? Car y a quelque chose à faire. J'ai aussi mon idée, que je vous dirai après.

- Eh, 'k zoe 'k ik peizen 'n krune-n op zijn graf, antwoordde er een, dadelijk op het voorstel ingaande, een gewezen suikerbakker, die van zijn inkomen leefde.

- Ha joa, moar 'n schune, zilde! beaamde even spoedig zijn mening, de schoenmakersbaas, een buurman van hem. - Comme ça une en immortelles, bij mijne kozijn verkupe ze er aan genoadelijke prijze: 't vijftig, 't zestig frank, noar avenante van ulderen omvang. Uuk van 't viertig keune ze er moake; 'k weet het, want 'k hè der azu iene gezien als Hoanekamp gestorven es, hij was hij ommers president van 'n duivemoatschappije.

- Och, immortelle, weerlegde er een, wa zijde doarmee, kapot, zu gauwe qu'il a plu dessus.

- En wa blijft er van over, was een ander, - 'n huupke vuiligheid. Goed veur op de messijnk te smijte.

- Wa zoede peize van 'n krune in gesmeed ijzer? stelde een handelaar in lampen voor. - Dat es te minsten 'n keunstwirk en da blijft.

- In de Kortrijkschestroate-n es er doar iene, die da goed doet. Wacht ne kier, hoe hiet hij dan, 'k zoe hem wel duzend kiere noeme?

- Joa, joa, 'k wete wel van wie da ge spreekt... moar 'k 'n kan uuk op zijne noame nie kome...

- Nien, zei de voorzitter hoofdschuddend, - 't 'n zit hem

[pagina 1275]
[p. 1275]

allemoal doar nie in, da zoe bij 't hoar getrokke zijn, hoe goed dat 't uuk gemoakt es veur 'n sociëteit van goeje burgers: 'k stelle veure nie mier of nie minder als 'n monument, iets convenoabels.

- 'n Monument! herhaalden allen, met de verrassende schittering van een geschikte vondst voor het oog van hun fantasie.

Maar, het eerste enthousiasme geluwd zijnde:

- Joa, meniers, zei er een praktische, - 'n monument: als ge wilt, dat es allemoal goed, moar om wa rede-wille, da monument?

Allen zaten enigszins verlegen en zwijgend en enkelen glimlachten schouderophalend.

- Ha joa, 'n monument, allo 'n monument! zei een koopman in verfwaren, - wete gij woarom dat er monumente gezet worde?

- Veur 't ien of 't ander zeker, als 't ne puike meins geweest es.

- 't Es woar uuk, wat hee Verpoest zu bezonders gedoan? vroeg een vitter. - Kolen verkocht!

Maar de president, met zijn dik aangezicht en zijn ogen, waaruit zoveel goedheid straalde, sprak innemend en fijn:

- Menhiere, Verpoest was misschien slimmer of dadde gulder allemoal 'n weet, ik was ik nogal intiem mee hem en hij heet hij ne kier zijnen buik rechtuit gesproke tege mij.

- Woarlijk?

- Joa, joa!

Elk was benieuwd.

De president knikte beduidenisvol en begon toen, de top van zijn wijsvinger aan zijn voorhoofd brengend:

- Verpoest hoa doar toch wa zitte, al hadt ge 't hem nie toegegeve, moar hij 'n was ommers giene blagueur?

- O nie, da 'n was hij niet!

Allen waren 't eens op dat punt.

- Hawèl, we zaten azu ne kier soamen in mijn huis veur 'n goe glas bourgogne, en Verpoest kloagdege, dat alle stielen en alle commerce om ziepe gijngen en da, zeid' hij, deur de vele-n inventies. Om moar van mijn negotie alliene te spreke, zeid' hij, dat es uuk al verslecht.

[pagina 1276]
[p. 1276]

- Hoe kan da verslechte, zei ekik azu, 't es iets da huul de wereld nudig hee.

- Toet, ge zul mij verstoan en ge zul mij gelijk geve, zeid' hij: er worde nu systemen uitgevonde veur veel woarmte en weinig verbruik van kole: Amerikoansche kachels, poëles Godin, poëles Cadé en je ne sais quoi tout. Miende gij, da dat veurdielig es veur de commerce? Wa kon ekik doarop zegge? Moar hij vervolgdege mee bitterheid: - 'k veurzie de moment, zeid' hij, da ze nog middels ontdekke pour la combustion complète du charbon, en tons zijn we geflambeerd mee ons leverijnge, zeid' hij. Meniers, sedert hè 'k altijd gepeisd, da Verpoest meschien zelve doarop studeerdege, mee 't veuruitzicht van verbeterijngen en 't vroage van 'n brevet.

- Azu zal 't zijn, knikten allen.

- Verpoest a été notre président pendant des années. On peut dire qu'il était l'âme de notre société, zei mijnheerken Carbonnelle. - Chaque fois que j'allais le voir, main'nant qu'il était impotent, c'était par des signes comment allait notre Club.

- Nous le fêterons comme inventeur, zei de president. - Et puis il n'était pas regardant lui-même, toujours souscrire pour tout.

- Ça, c'est facile, pour qui le gagne ou le tire de ses revenus sur sa commodité, zei een kleine rentenier, mager, lang en reingeborsteld, kaal gekleed, die met kommer begon te voelen, dat er een te beduidend beroep op zijn beurs ging worden gedaan.

- Les Verpoest sont bien, n'est-ce pas? sprak een kleermakersbaas, op een toon van gewichtige zekerheid, ofschoon de vorm van zijn volzin een vraag scheen te behelzen.

- Madame n'était pas fortunée, ces Van der Wieten ne sont pas grand'chose, verklaarde een deurwaarder; - et puis quand ça doit aller en quatre! Doar zijn vier kinders bij Verpoest, 'n vergeet da niet.

- Meniers, loat ons, als 't ulder belieft in de kwestie blijve, verzocht de voorzitter. - Allo, ik tieken in aan 't huufd van de lijste veur honderd frank.

Honderd frank!

Maar de leden waren gewend aan zijn vrijgevigheid.

[pagina 1277]
[p. 1277]

- En gulder nu, allo spreekt uuk ne kier 'n goe woord veur 'n ouwe kameroad.

- 'k 'n Hè ik hem nuunt gezien, zei de suikerbakker, die nog niet lang deel uitmaakte van de Club.

- Je souscris pour cinquante francs, zei meneer Carbonnelle, op een toon van belangrijk besluit.

- Joamoar, joamoar, als 't azu begint te goan, trekke 'k ik mijne knikker uit de ronde; nie bij, zei de kleine rentenier.

- 't 'n Groeit op mijne rugge nie, zilde!

En hij stond op en greep naar zijn hoed.

- Elk geeft volgens zijn jonste of zijn krank vermeuge; da we nu elk ne kier tien franks gave, wa denkt ulder? zei een inschikkelijke.

- De familie moet uuk wat doen.

- En de gebuurte, doar moe rondgegoan worde mee 'n lijste.

- Da spreekt van eige.

Nu stond een jong heertje op, fiks en levendig, met een bleek gelaat, een uitgerafeld, klein, zwart snorretje, een pince-nez op: advocaat Bleijer, maar die zich Bléïé liet noemen.

Hij had tot dusver nog niet gesproken. Hij scheen, te oordelen naar zijn leeftijd en sociale stand, wel enigszins buiten zijn kring in dit gezelschap. Maar hij had een burgerlijk proces van belang gepleit, en gewonnen voor een van de rijkste leden van de Club en had zich laten inlijven als lid op diens verzoek, met het verholen vooruitzicht zijn cliënteel aldus uit te breiden.

- Messieurs, begon hij, als een ratelend gekraak, elke syllabe duidelijk scanderend: - j'applaudis des deux mains au projet d'ériger un monument à M. Verpeusse, bien que je n'aie pas eu l'honneur de connaître personnellement cet homme de bien; mais si grands que puissent avoir été ses mérites, ce n'était pas une célébrité, pas même un personnage en vue. Et c'est ici que commence la difficulté. La ville ne consentira jamais à concéder un terrain d'emplacement pour un monument. D'autant plus que Verpeusse n'habitait pas même Gand.

- Il était gantois par naissance et il a toujours habité Gand, sprak de voorzitter, - ce n'est guère que depuis qu'il a bâti sa maison à Mont St. Amand qu'il est délogé. Hij hee zelfs

[pagina 1278]
[p. 1278]

zijne kelder op 't kirkhof buite de Brugsche puurte.

- Doar 'n es gien sproake van 'n publiek affaire, 't es wa veur 't kirkhof op zijn graf, zei meneer Carbonnelle.

- Ha joa, 't es veur op zijn graf! riepen allen.

- D'accord alors, sprak het advocaatje, met een verlegen glimlach, de slippen van zijn jas verwijderend om zich neer te zetten.

Ten slotte, na een nog lange redekaveling, waarin men besliste een groots karakter van burgersolidariteit aan de manifestatie te geven, werd aan mijnheer Bleijer de taak opgedragen met de lijst rond te gaan, als zijnde de jongste en meest bevoegde voor die taak.

- C'est une fameuse corvée pour moi, j'en aurai pour quin' jours de courreries au moins, sans compter l'embarras et tout, maakte hij nog even de opmerking.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken