Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 7 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 7
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 7Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.37 MB)

Scans (76.89 MB)

ebook (3.92 MB)

XML (2.48 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 7

(1982)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 1227]
[p. 1227]

Derde bedrijf

Een boschlaan bij avond. Zwak manelicht. De kap van een auto, vaag zichtbaar onder de boomen. Op den radiator, in zilverige letters, kan men lezen: Crown Jewel. Franklin en Veermans staan er roerloos-wachtend naast.
Veermans

Het duurt lang.

Franklin

Ontzettend lang.

(Poos stilte)
Langzaam slaat op een verwijderde torenklok acht uur.

Franklin

(zenuwachtig)
Acht uur... zij moet ieder oogenblik komen,... àls zij komt.

Veermans

Misschien komt ze toch niet... 't is zulk een waagstuk... voor een jong meisje.

Franklin

Wie weet... alles is mogelijk. Maar hoe dan ook: de teerling is geworpen: zoo kon het toch niet blijven duren.

Veermans

Neen, dat kón niet. Er moet op een of andere wijze een oplossing komen.

Franklin

Zulke toestanden kunnen wij ons in Amerika niet voorstellen. Als ik ginds aan mijn vrienden moest vertellen, dat ik hier 's nachts als een dief, als een misdadiger in dit bosch kom sluipen om misschien maar eventjes mijn geliefde te zien en te omhelzen, dan zouden zij mij vierkant uitlachen, of, liever neen: zij zouden mij niet uitlachen, zij zouden denken dat ik hen voor den gek wil houden, want zulke toestanden zijn bij ons niet denkbaar. Bij ons gaan jongens en meisjes volkomen vrij met elkander om, met of zonder toestemming of goedkeuring der ouders. Bij ons hoeven ze zich 's nachts niet in bosschen te verschuilen.

Veermans

Ik weet het; maar hier staat gij tegenover de ouderwetsche, middeleeuwsche begrippen en vooroordeelen van een oud adellijk geslacht. Die zijn niet alleen niet meegegaan met den nieuwen tijd, maar zij haten en verfoeien hem uit al hun kracht. Niet alleen willen zij niet, ze kunnen

[pagina 1228]
[p. 1228]

werkelijk niet de nieuwe generatie begrijpen. 't Zijn antipoden! Als ze zoo iets moesten vermoeden: dat hun kleindochter en dochter straks hier zal komen om in 't geheim van den nacht haar beminde te ontmoeten: een beminde die in hun oogen minder is dan 't minste wat ze zich maar kunnen voorstellen... dan zouden ze in staat zijn moorden te begaan, geloof ik, ja, moorden, om zoo iets tot eiken prijs te verhinderen!... Stt!... ik hoor iets!...

Eenige oogenblikken roerloos-wachtende stilte.
Franklin

(fluisterend)
Verstopt u achter de auto.

Weer eenige oogenblikken stilte.
Susi

(aarzelend en gejaagd op, met een valiesje in de hand)
Franklin. Franklin!... Waar zijt ge?
(ziet hem; vliegt hem hartstochtelijk om den hals)
Franklin! Franklin!
(snikt van ontroering)

Franklin

(haar kussend)
Susi! Susi! Mijn Susi!

Susi

(hijgend)
Franklin!... Ik ben gevlucht! Ik ga met u mee!

Franklin

(laat verschrikt haar los)
Ge meent het niet, Susi!...

Susi

Ik meen het wel. Ik kàn niet meer! Ik kan niet meer! Ze willen mij met mijn neef doen trouwen of mij naar een klooster sturen; en ik wil niet; nooit! nooit! nooit! Ik ben gevlucht, zeg ik u; gevlucht, begrijpt ge? Van huis weggeloopen! Wanneer vertrekt uw boot?

Franklin

Overmorgen. Maar, Susi, dat kan toch niet, zoo ineens!

Susi

Het moet. Ik wil.

(angstig)
Of wilt gij mij misschien niet meer?

Franklin

O, Susi!...

Susi

Kom dan gauw... in de auto.

(wil naar de auto toe)

Een alarmstem in de verte

Susi... Susi... Où es-tu?

Susi

(verschrikt) Mama!

Eenige oogenblikken angstvolle stilte.
Franklin

Ga terug, Susi.

Susi

Neen! Neen! Neen!

Op Germaine.
Germaine

Susi! Où es-tu?

(tot Franklin)
Wat doet gij hier, meneer?

[pagina 1229]
[p. 1229]
Susi

Ik ga met hem mee, Mama.

Germaine

Wat!

Susi

Ik ben gevlucht. Ik kom niet meer terug. Ik ga met hem mee.

Germaine

(angstig, met gedempte stem)
Zwijg! Zwijg! Zoo hard niet. Papa zoekt u ook. Hij zou het hooren. (met smeekend gevouwen handen) Dat doet ge niet, Susi! Dat doet ge uw moeder niet aan! Uw moeder zou er van sterven!

Susi

Ik moet, Mama. 't Is Gods wil! God gebiedt mij! God roept mij! Het is mijn plicht.

Germaine

Zwijg! Zwijg! Blasphemeer niet! God zou u straffen! Susi... Susi... dat doet ge niet! Zeg mij dat gij het niet doet! Kom mee met mij terug, Susi!

Susi

Ik kàn niet, moeder. Ik mag niet. Ik moet aan mijn lot gehoorzamen.

Germaine

Zwijg! Zwijg!

(smeekend tot Franklin)
Zeg gij het haar, meneer, dat het onmogelijk is, dat het niet mag, dat het niet kan.
(snikkend)
Ik smeek u, in naam van uw eigen moeder. Ik smeek u, zeg het haar!

Zij valt snikkend met gevouwen handen vóór Franklin op haar knieën.
Franklin

(wanhopig)
Mevrouw, wat kan ik! Wat moet ik!

Susi

(dringend)
Blijf bij mij!

Germaine

(kreunend)
Ik smeek u op mijn beide knieën, meneer Franklin, zeg het haar! Zeg het haar! Zeg het haar! Zij houdt van u! Zij zal naar u luisteren.! U gehoorzamen! Denkt aan uw eigen moeder, aan uw zuster, aan alles wat gij lief hebt en vereert.

Franklin

Maar, mevrouw, ik ben toch geen misdadiger!

Susi

(met schorre stem)
Blijf bij mij!

Germaine

Neen, neen, gij zijt geen misdadiger, maar gij zijt de oudste, gij hebt ondervinding van het leven en zij niet; gij moet de verstandigste zijn. Gij moet haar rede doen verstaan.

(snikt)
O! help mij, meneer Van Paemel; help mij, ik bid u, ik smeek u, help mij, en ik zal alles voor u doen! Ik heb maar één kind, maar één dochter; ontneemt ze mij niet! Ik lig hier smeekend op mijn knieën vóór uw voeten, ik, baronesse de Villermont de Wilde, op haar knieën vóór de

[pagina 1230]
[p. 1230]

voeten van den kleinzoon van Vader Van Paemel! Ik smeek u met gevouwen handen om genade voor mijn dochter.

Maurice

(ruw op, met gemikten revolver)
Wat is dat hier? Wat gebeurt er hier?
(Met een angstgil vliegt Germaine overeind) (tot Franklin)
Gij hier! Wat doet gij hier, meneer?

Franklin

(eensklaps kalm; de armen over de borst gekruist)
Schiet maar, meneer! Schiet maar! 't Zal mij een verlossing zijn!

Susi

(razend toesnellend)
Schiet niet! Of schiet op mij!

Maurice

Weg, gij!

Germaine

(met een angstgil)
Schiet niet!

Maurice

(tot Franklin)
Ik vraag u, meneer, wat gij hier doet, bij mijn vrouw, bij mijn dochter.

Susi

Ik ga met hem mee. Ik vlucht met hem. Ik word zijn vrouw!

Germaine

(smeekend, met gevouwen handen)
Susi! Susi!...

Maurice

(razend)
Gij, zijn vrouw! Gij! Nooit! Nooit! Zoolang ik leef!
(tot Franklin)
Ik vraag u nog eens voor het allerlaatst, meneer, wat gij hier doet. Zult ge mij eindelijk antwoorden of moet ik u als een dolle hond neerschieten?

Franklin

Schiet maar, meneer, schiet!

Germaine

Schiet niet!

Susi

Moordenaar als ge 't doet!

Germaine

(tot Franklin)
Ik smeek u nog eens, meneer, zeg gij het haar toch, dat het niet kan. Al was 't maar voor één enkele dag, al was 't maar voor één enkel uur, zeg haar dat ze met haar ouders terug gaat.

Franklin

(zacht)
Susi...

Susi

(schreiend)
Ge verstoot mij.

Franklin

Neen, Susi; O, neen! Nooit! Nooit! Maar ga nu met uw ouders terug. 't Is beter.

Maurice laat zijn revolver zakken.
Susi

(snikkend)
Ik zal u nooit meer zien.

Franklin

Ik zweer u op wat mij het liefst op aarde is dat ik terug zal komen.

Susi

Wanneer?

[pagina 1231]
[p. 1231]
Franklin

Na enkele maanden.

Germaine

Kom, Susi; kom kind.

Susi

(snikkend met Germaine en Maurice langzaam af)
Het zal mijn dood zijn!... Mijn dood!... Mijn dood!

Veermans

(van achter de auto komend)
God! Wat 'n scène! Ik sta ervan te beven.

Franklin

Ik ben op, uitgeput; ik kan niet meer!

Veermans

Ga even rusten in de auto.

(leidt hem wankelend naar den wagen)

Franklin

Wat moet ik nu doen? Ik ben radeloos... radeloos!

(houdt beide handen vóór zijn aangezicht en snikt)

Geruisch achter de schermen en Susi wild weer op.
Franklin

(met een gil)
Susi!... Wat is er?

Susi

(angstig; schor)
Franklin!... Franklin!... Ik kan niet. Dood mij liever! Ik ben weer gevlucht! Neem mij mee of ik spring in den vijver!

Franklin

(als waanzinnig gillend)
Susi!...

Hij springt naar haar toe, tilt haar op en draagt haar in de auto die met hen wegrijdt.
scherm

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken