Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zwarte kost (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zwarte kost
Afbeelding van De zwarte kostToon afbeelding van titelpagina van De zwarte kost

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verhalen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zwarte kost

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VIII

De plechtige dag was eindelijk aangebroken.

Om acht uur 's morgens kwam het open rijtuig van Samson, de Bavelse stalhouder, vóór het huis van de weduwe Massijn stilhouden. De vorige dag had Fortuné een algemene biecht gesproken en die morgen, gedurende de eerste mis, gecommunieerd. Hij was tot de lange reis uitgerust. Al zijn afscheidsbezoeken waren volbracht, zijn volle koffers stonden op elkaar gestapeld in het smalle gangetje, hij moest maar een laatste maal zijn moeder en Fietje omhelzen en ook even in 't voorbijgaan het rijtuig doen stilhouden voor de stoep van Het huis van Commercie, om nog eens Eu... Eulalie tegen zijn hart te drukken.

De voordeur ging open en meester De Vreught kwam binnen. Hij was op zijn allerbest gekleed, in lange zwarte jas en ouderwetse hoge hoed. Bescheiden glimlachend verscheen hij in de keuken, waar Massijn, in groot uniform, gereed stond. De koetsier, na meester De Vreught binnengekomen, haalde met gedruis de koffers weg en stapelde die op de bok van het rijtuig.

- A...allons, moe...der en zuster, heb moe...oed, het ogenblik is gekomen, sprak Massijn met een stokkende stem. En bleek, met rood-geweende ogen, naderde hij tot zijn moeder om haar te omhelzen.

Werktuiglijk waren de beide vrouwen opgestaan.

- Vaarwel, Fortuné, en God beware u, jongen, sprak de snikkende moeder haast onhoorbaar. - Schrijf ons, schrijf ons dikwijls, gedraag u goed, en pas op uw gezondheid. En 't

[pagina 435]
[p. 435]

hoofd op zijn borst gezegen gaf zij hem, met weifelende hand, een ‘kruisken’ op het voorhoofd.

- Vaarwel, Fie...ietje, to...ot weerziens, snikte Massijn, tot zijn zuster naderend.

Met een in tranen badend gelaat omhelsde zij hem, en gelijk moeder, gaf ook zij hem bevend een ‘kruisken’.

Toen huilden zij alle drie in stilte, een lange wijl.

Meester De Vreught had zijn zakdoek uitgehaald en snoot zich luidruchtig. Buiten in een dof gegons van menigte, klonk bijwijlen het stampen van de hoefijzers van het paard op de stenen.

- Komaan,... komaan, Fortuné, 't is tijd, sprak meester De Vreught, Massijn bij de mouw trekkend.

Een laatste maal, de ogen beneveld door tranen, aanschouwde hij zijn moeder en zijn zuster, die opnieuw met het voorschoot vóór het aangezicht op stoelen waren neergezakt. En daarop keerde hij zich met een bruuske beweging om, volgde de meester uit het huis, en klom in 't open rijtuig, dat onmiddellijk in snelle draf vooruitreed.

Aan de ommedraai van de straat, vóór de stoep van Het huis van Commercie, hield het weer stil. Dáár stonden, eveneens op hun best gekleed, met zwarte jas en hoge hoed, en omringd van een krielende volksschaar, de heren Spittael en Potvlieghe. Massijn, wiens ontroering reeds een weinig gestild was, wipte uit het rijtuig, liep vlug over de treden van de stoep, doorkruiste de van verwarde beweging en geluiden dreunende gelagzaal, sloop in het achterkamertje, waar Eulalie beloofd had op hem te zullen wachten.

Zij was er inderdaad, in een houding van treurig peinzen op een stoel gezeten naast het venster, de wangen bleek en de ogen nog vochtig van tranen.

Haastig, met uitgestrekte handen, kwam hij tot haar, omstrengelde haar het middel, kuste haar hartstochtelijk op mond en wangen. En plotseling, als daar zoëven bij zijn moeder en zijn zuster, barstte hij in een wild snikken los. Hij klemde zich aan haar vast, hij zoende haar nogmaals en nog, hoe langer hoe hartstochtelijker; en op dat plechtig ogenblik, in die wanhopig-verliefde knelling van beider lichamen die van elkaar niet wilden scheiden, kreeg hij even, in een plot-

[pagina 436]
[p. 436]

selinge openbaring, benevens het akelig visioen van de rampen en ellenden die hij tegemoet liep, het helder bewustzijn van de gekheid van de daad waartoe zijn hoogmoedswaanzin hem gedreven had, en hoeveel beter het zou geweest zijn, gerust met haar als vrouw, en met zijn moeder en zijn zuster te blijven leven in hun nederig dorpje, waar men gelukkig was zonder gevaar, waar het echte geluk heerste in de eentonige opeenvolging van alle gelijke, vreedzame dagen.

Maar op de deur weerklonk een storend tok tok van vermaning, en nauwelijks hadden de rampzalige verliefden de tijd elkander los te laten, toen meester De Vreught zijn hoofd in het kamertje stak, Massijn door een wenkteken verwittigend, dat het hoog tijd was te vertrekken. Toen droogde Fortuné zijn tranen af, en, zich in het onwederroepelijk besluit versterkend, omhelsde hij een laatste maal zijn snikkend meisje en zei plechtig:

- Schrij...ijf mij elke week, lie...ieve Eulalie, blijf mij getrouw gedurende drie...ie jaren, ik za...al het ook doen, en a...als ik terugkeer zullen wij elkander huwen.

Een laatste maal zag hij haar aan; een laatste maal riep hij: - A...adieu! Adieu! en dan verliet hij 't kamertje, en stapte met meester De Vreught dwars door de gonzende gelagzaal. Zij klommen weer in het rijtuig waar de heren Spittael en Potvlieghe reeds plaatsgenomen hadden, de koetsier zweepte zijn paard, en in volle draf rende 't gespan door het dorp, waar opnieuw al de bewoners buiten stonden.

Een luid hoera weergalmde in het daverend wielengeratel, de verbazende gebeurtenis was een volbracht feit: Massijn vertrok naar Congoland, hij wás vertrokken!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken