Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zwarte kost (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zwarte kost
Afbeelding van De zwarte kostToon afbeelding van titelpagina van De zwarte kost

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verhalen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zwarte kost

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XII

En het was op een zachte, heerlijke meimorgen, juist elf maanden na zijn vertrek, dat plotseling in Akspoele deze ontzettende tijding als een loopvuur werd verspreid:

- Massijn is in Congoland gestorven!

Meester De Vreught lag nog te bed, toen hij de Bavelse brievenbesteller, die de courant bracht, tot zijn zuster, die een kreet van smart en medelijden slaakte, deze schrikkelijke

[pagina 451]
[p. 451]

woorden hoorde zeggen.

Hij sprong uit zijn ledikant, verscheen half aangekleed, met verwilderd-uitgezette ogen in de gang, ondervroeg dringend de postbeambte, die zijn ontzettende woorden herhaalde, erbij voegend dat de akelige tijding de vorige avond per telegram uit Brussel verzonden was.

Toen kleedde de meester zich ijlings aan, zette zijn hoed op, en snelde naar het huisje van de weduwe Massijn.

Alvorens zelfs een woord te spreken kon hij zich overtuigen, dat de smartelijke mededeling maar al te waar was. Moeder Massijn en Fietje, van droefheid op stoelen ineengezakt, stortten, evenals op de dag van Fortunés vertrek, wanhopig hete tranen; en op 's meesters ontroerde vraag, liet Fietje hem het telegram zien dat men de vorige avond uit Boma te Brussel ontvangen, en dadelijk naar Akspoele overgeseind had:

 

Fortuné Massijn, sous-intendant Leopoldville, décédé 13 Mars fièvre hématurique.

 

Het was, in Akspoele, een opschudding bijna zo groot als op de dag toen Fortuné voor altijd wegging. Doch, hoe vreemd, zeer weinig medelijden mengde zich in de ontzetting van de dorpelingen. Met Fortunés noodlottig einde scheen ook eensklaps al de grootheid van zijn onderneming in puin gestort te zijn, en er niets meer over van te blijven dan het dwaze en het onbezonnene. Alle de dorpelingen, tot zelfs zijn vurige bewonderaars de heren Potvlieghe, Spittael en De Vreught waren het eens om te zeggen dat hij de grootste der domheden begaan had, en het vrijwillig slachtoffer was van zijn overmatige hoogmoedswaanzin. Zelfs voegde de lelijke Blink, in zijn verwaande kennis van de Afrika-toestanden er een bijna boosaardige zinspeling aan toe: aan een gapend vóór zijn deur geschaarde groep dorpelingen, die hem naar de oorzaak van Massijns dood ondervroegen, en de veronderstelling opperden of hij wellicht niet door de wilden opgegeten was, durfde Blink met een ondeugend geknipoog deze sterk gewaagde uitlegging geven:

- Door wilden opgegeten?... Neen, hoor... neen neen neen,... ik weet immers wel hoe het er in Afrika toegaat,

[pagina 452]
[p. 452]

nietwaar? En stiller, terwijl hij geheimzinnig glimlachend tot zijn verbaasde toehoorders neeg:

- Die jongen praatte te veel over de Zwarte Kost. Hij zal er op zijn beurt ook eens van geproefd en er te veel van gegeten hebben.

 

Drie dagen later werd er, in het kerkje van Akspoele, een plechtige zielmis gezongen ter nagedachtenis van Fortuné Massijn, overleden in Congoland voor de beschaving van zijn heidense broeders.

Omheen en achter de met brandende waskaarsen omringde catafalk, waarvan het houten geraamte onder het zwart lijkkleed met zilveren franjes de akelige vormen van de afwezige doodkist voorstelde, had een drukke schaar dorpelingen van beide geslachten plaatsgenomen. Dáár, geheel in 't zwart gekleed, zaten wenend neergeknield op de eerste rij stoelen, moeder Massijn en Fietje, met aan hun zijde, als een lid van de familie, de ook bitter huilende Eulalie uit Het huis van Commercie. Dan waren het, langs de kant van de mannen, naast de heren De Vreught, Spittael en Potvlieghe, die hun zwarte jas van de plechtige omstandigheden aangetrokken hadden, nagenoeg al de voornaamste ingezetenen van 't dorp, benevens een aantal boeren uit 't omliggende; en, aan de overzijde van de middengang, langs de kant van de vrouwen, mevrouw en mejuffrouw Spittael, mevrouw Potvlieghe en mejuffrouw De Vreught, de twee juffrouwen Speleers en de vier juffrouwen Van Vreckem, en zoveel anderen. Slechts de drie juffrouwen Balcaen waren er niet te zien en hun afwezigheid verwekte grote opspraak. Naderhand werd verteld, dat zij de plechtigheid niet hadden willen bijwonen, om reden van de lelijke gesprekken, die de blikslager Blink over de oorzaak van Massijns dood in het dorp gehouden had.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken