Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spokenhof (ca. 1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spokenhof
Afbeelding van SpokenhofToon afbeelding van titelpagina van Spokenhof

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

Scans (14.97 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spokenhof

(ca. 1938)–Emile Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 254]
[p. 254]

Acht en dertigste hoofdstuk

Een lente in Vlaanderen, hoe lang is het geleden dat Sjef die zag? Nu drinkt hij haar in. Maar hij is niet gelukkig tot in het putteke van zijn ziel. Een benauwenis voert hem mee op den weg der gepeinzen. Hij heeft zoo een sterken drang in zich gevoeld, toen Schmoller weg was, en Vader Fons begost te weifelen aan gansch het leven. - Vader is een weifelaar, zegde hij. - Ja, zei Maria terug, een weifelaar. Hij laat zich leiden door den zoon, die van het boerenwerk niet veel weet. Maar hij leert, hij spreekt met De Blieck, en met Isidoor Blomme. Madeleintje verwacht weerom een kleine. In dat huis zit Sjef, te spelen met het kind, te spreken met de bazinne en den baas, hij kan er wat van leeren. Dat is allemaal goed en wel, maar hoe zit het met Maria.... Hoe staat het tusschen Maria en hem, hij weet het niet.... Hij spreekt met haar over de brieven die zij schreef. En op een avend, het is Meie, en de lucht hangt vol bloesemgeur, spreekt hij over zichzelf. Dat is de eerste maal. Nog nooit heeft zij gevraagd, waarom hij zoo weinig schreef. Zij heeft dat aanveird, 'lijk ze zijn plotselinge komst heeft aangenomen. Zij weet van de betaling van den burgemeester, zij heeft de papieren gezien en ermee gelachen, zij weet alleenlijk niet hoe Sjef van Mullem over haar peinst, en hoe zijzelve haar hart moet beluisteren, dat zegt: ge houdt tòch van dien jongen...., hij is nie veranderd; en: ge zijt weggegroeid van hem, en verbeeldt u niet, dat hij u wil hebben, hij heeft méér van de wereld gezien, een meiske 'lijk gij, met zóó'n moeder....

En nu spreekt hij met haar.

Over zijn vlucht uit Sinte Anne ter Muyden.

- En ik was daar, in dàt huis?.... Bij moeders....?

[pagina 255]
[p. 255]

- Ja, met de soldaten....

- 'k Weet da nie meer.... 'k Waar daar wel eens meer, 'k waar toch bij den doktoor? Ge weet da toch nog, Sjef.... En 'k moest aleens naar huis, naar moeders. 't Is waar, ze dronken daar wijn en genever. Maar ik,.... ik heb mij serieus nie bemoeid met de Duutschen.... Hoe zou ik.... En zij voegt er achteraan: - En 'k was zestiene....

Langen tijd zwijgen zij. Sjef peinst, of hij alléén voortliep om haar, en hij kan daar geen antwoord op geven.

Het is alsof zij zijn peinzing merkt. - Zijt ge voor míj gaan varen? Neen toch?

- Nee, 'k geloof toch...., neeë....

Hij weet niet meer hoe dat was. Hij wilde de zee zien, dat was de hoofdzaak wellicht, hij wilde gehoor geven aan dien roep. En hoe is het nu.

- Nu zal ik boer zijn. Messchien een goeden boer, messchien een slechten.

Zij antwoordt daarop niet. Hij loopt dicht nevens haar. Fons is naar den Dikken Doens. Den menschen zien hen gaan, en zij zeggen: - Daar gaat dieë van Verbiest, haar moeder deugt nie, haar zuster - Ons-Heer zij haar ziele genadig! - deugde nie, en zijzelve.... Bàh! hoe zou ze zíj deugen?

En dan een pronten vent, 'lijk dien Sjef van Mullem, zeggen zij, al klappen z'ervan dat hij óók al een geuze is! Bè 't en doet.... Geuze of geen geuze, de meiskes zien hem geerne na. Zijn gezicht is aan één kant leelijk, doch dat ééne sterke, klare oog van hem...., dat eene dat overbleef.

Ook Maria ziet dat.

Hij zegt ineens: - Maria, het zal moeilijk zijn voor mij om hier te blijven.

[pagina 256]
[p. 256]

- Waarom da? Wilt ge weer naar zee, lacht zij.

- Neeë,.... maar het land is stille, en de menschen,.... och, het is mijn land nie meer. Hoe gaat het thuis, en als vader eens sterft....

- Ge kunt entwat maken, hetgeen uw vader nooit heeft gekund, ge kunt een mate van welstand voor u maken, voor u beiden.

- Welstand, wat schiet ge daarmee op?

- Wat peinst ge dan eigenlijk?

- De doelloosheid vreet mij op. Werk is 't er genoegt. Maar dan nog.... 'k zijn nie gerust. 'k Zijn alleenig.

Hoe dikwijls heeft zij dat niet gehoord van dien ouden Van Mullem. Wordt Sjef evenzoo? Zij heeft gehoopt op zijn sterkte, die al den prietpraat van het dorp trotseeren zou, die alles zou uittillen boven het gewone, het gemeene, het voorbije.... Nu klaagt hij over het alleen-zijn....

- En uw vader dan, hebt ge die niet?

Hij staat mij zooverre af.... Gij zijt dichter bij mij.

- Ja, nú tenminste. Zij stoot tegen zijn arm.

- Nee, zotte, zoo nie, zegt hij kort...., hij zwijgt er verder over. Een kwart uurs lang zwijgt hij, dan begint hij weer. - Zoudt ge met míj kunnen verder leven.... Zij geeft geen antwoord nog, en hij spreekt rap en wat zenuwachtig verder....: - 'k Beginne verkeerd, 'k moet u vragen, Maria, of ge mij niet zoodanig veranderd vindt, dat.... dat.... onmogelijk is, hetgeen eens was, lange geleden.

Zij kleurt, maar het is van een geheimzinnige vreugde, welker oorsprong zij niet weet. Houdt zij van hem? - Ge zijt veranderd, Sjef, ik ook, vaneigen, en over vroeger...., och, wat was dat? Ge gingt met mij om melk.... Een kus, een groetje.... Het is alsof

[pagina 257]
[p. 257]

zij in zichzelve loopt te praten. Hij ziet haar van opzij aan. Haar gebogen hoofd.... Haar witten hals ziet hij. Het is Meimaand, en al warm. Hij verlangt niet naar haar. Zij verlangt niet dat hij haar in de armen neemt. Het is een wondere genegenheid die zij elkander toedragen, misschien een rest van oude jeugdliefde. Misschien is het, omdat zij tezamen moeten zorgen en redderen over dien ouden Fons van Mullem en over het Spokenhof.

En bij Maria is het, omdat zij niemand heeft, buiten deze twee mannen.

Haar Moeder?

- Laat ons daar niet over spreken, Sjef. Neem het 'lijk het komt. Ons-Heer geeft, Ons-Heer neemt.... Later zullen wij,.... later.... Hij geeft het gesprek een wending; het gaat over het land en over den groenselhof, die verzorging behoeft. - Wij zouden een knecht moeten hebben.

- Neeë, zegt zij.

- Ja, toch, Maria! 'k Zal wel een vinden.

Over diezelfde dingens van groenselhof en land spreekt Fons met den Dikken Doens.

En die zegt, heel langzaam, binst hij zijn pijp uitklopt op zijn hand-palm, zoodat het een hol, bijkans smakkend geluid geeft: - Ik zend u een knecht.

- Goed, maar geen te jongen.... en wacht in ieder geval totdat Sjef ervan weet.... Wij bespreken alles samen.

Hij zegt dat met een trots. Zij werken nu samen.

- 'k Zal met Sjef spreken, Fons, en in ieder geval een ouden zenden. Eene van mijn jaren, daar is 't zotte een beetje uit.... Ge peinst zeker op Maria! Wanneer is nu dien trouw?

- Wa voor trouw?

[pagina 258]
[p. 258]

- Wel, Fons, dwaze, mee Sjef!

- Komt niks van, bromt Fons. Daar komt niks van.... Neeë,.... ze spreken met geen woord over entwat dat zou moeten zijn, da zou móéten komen.

- Ja, zegt de Dikken Doens voorzichtig, en hij stopt een versche pijp, ja, daar is geen tusschenkomen aan.... Ze moeten da zelve schikken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken