Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nyumane/Uit mensennaam (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nyumane/Uit mensennaam
Afbeelding van Nyumane/Uit mensennaamToon afbeelding van titelpagina van Nyumane/Uit mensennaam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.55 MB)

Scans (29.98 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nyumane/Uit mensennaam

(1986)–Edgar Cairo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

De Grootgrote Dag van de Mani-Vorst-Koning

Op de gansgrote dag van de waarzwarte heerser over de heerscharen der Ngo-Ngo-landwoners, verscheen de zon, me neger, verscheen ochtend, badend in de ochtendzon met niets anders dan de gouden schijn van het aangezicht dat licht uitstraalt in wereldweelden. Hij was zó rood, zó intens rood, dat de ogen der zieners van verrukkingen weenden. Dit was de ware hofdag van de koning van de Ngo-lezen!

Dat deze schepping van de godskracht zo verblindend mooi kon zijn! Vol van licht, vol van licht, vol van het alzijnde licht, o, de zon als een krijger verschenen: in zijn hand de speer met de eeuwige worp! In zijn ogen de vuurbal die rondwaart in ziel! Zijn aanschijn onwezenlijk schoon, zijn gangen ongrijpbaar verheven!

Dans neger dans! Dans neger en zing, o zing-dans neger, zing-danszing! Dadadadammm... pummmpatampa! Zing van de ouden, zing-mhm! Dans-zing de dagen waarin de eerste prooi beet in 't stof der woeste steppen! Zing neger, zing-baaa... wuwuwuuuyyy... met de taal vol van totemklank, stamwoord, en keelgeheimenis... o-baaa... van de dag, van de dag, van het uur, van het uur, van de komst van de winnende strijder, hahahaaayyy!!

Zijn paden, pad vlamt vol zinderende trots! Zijn schild, o-baaa, schild is de hemel die de lucht bemant! Wolk baant hem zijn treden! Geest daalt met hem neder! Wuhuhuhuy-huy, huhuyyy! Zing neger zing-o, abahundun-abawa! Er zal de taal spreken die is: geen taal, maar het geleefde woord, van goud, dat schittert uit het licht der leden! Abadundun krawa [o, het zij zo]! Eèèèèèèèè...!!!

Hij heeft de horizon geschapen en de tijden! Hij is de meester van het zicht! Hij is de smid van het haardvuur-met-de-balg, dat harten aaneen smeedt in het vurige lijden! Maar dan tot wapen dat verlossing in de jacht ons geeft! En gesterkt-o, uit ertsen van de hoop, die in het dorp der goden met de eeuwige gelukszang ons het getraande wezen weer weet te verblijden!

Sabadundun, krawa-oooyyy [o, het zij zo], me ne-neger! Ntah!!

[pagina 98]
[p. 98]

De goden, zij zongen in koor naar de mens zo! De aasgiergod kwam aangevlogen, spreidde de vleugels uit en danste op de wind in cirkels die de volmaaktheid droegen, in de kransen van licht-o, in de alkrans der lichten! De god in het beest met de schouders voor het juk, hij danste tussen de bladerdaken, en zwierde hoog op in zijn sprongen; van tak tot tak tot tak, met het lied op de lippen dat het bestaan bezong van duizenden verworven leefrechten en vreugden, sprong er de god der eenzaamheden, hartafstanden ver, o-verder-o!

Dit is wat magische geheimtaal u bevestigt: Awasembe kukumutu, awasembe bwababu! Nnnyyy! Nnnyyy! M-mmm!!

En de god in de houten gestalte, onder de boom met het nest van de krioelzame termiet, en de wilde papegaaietong in het bloeizame rood, en de zwerm gele bijen. En de haastige kolibri van de allerzwarte bloem van neger z'n vooroudergeest die aan de nachtzijde der Al-dag bloeit... hij voelde met het diepstgeheimige gevoel van neger, duizendmaal geduizend, het krioelen van het alleraardse leven om hem heen, o lelele, wuuunnnyyy!!

De god der vruchtbaarheid schiep en herschiep! De god der oorsprongen, hij wentelde, diep in de watergronden van moeras en dal! De god van de oorlog, de god van de wind, de god van de dood en de godin van de dromen, zij allen paarden zich aaneen in de schicht van het licht, in de tempel die de dag is, aan het offerblok van de blijdschap-ooo...

Tijgergod, slangengod, mierengod, bijengod, zij allen waren in de opperste verzoening van leefkracht die het oogdom stuwde tot het ongeziene van de ware dynamiek, aay-baaa...!

De duisternis verslagen, 't blinde is een vlek geworden. De eenzaamheid in onze drift is verschrompeld tot duizendsten van het duidbare leven, ons eeuwig ten deel! Hoe klein zijn wij niet in het oog van de zieners: slechts een aar aan de schoven, een korrel aan de maïskolf, een ragfijne vezel aan de wortel der yams! Een mier onder het leger van miljarden schilddragende insekten... en toch degeen gebleven die wij waren: de handlangers van levenskracht, met de ploeg van de wil in de hand! In het hart, de wilde kiemzaad van het veld van de oogst! Bij dag en bij nacht, de trouwgezworenen aan de hartstocht van het allerwereldlijkste bestaan!

Aay-o, sembelele, awidundu dawa [o mensen, in de wereld van de wil schuilt onze kracht]!

[pagina 99]
[p. 99]

De wilde woeste oerwouden, waarin het konijn, de leeuw, het hert, het lam, de ribdragenden, de langruggewervelden, de voet- en steltlopers, de kruipenden, gebast en ongebast, of in het schild van hun aard ooit geboren, zij zouden het bericht van de wederkeer van de zonnekrijger én de opstanding der Ngo-Ngo-vorst fluisterzaam gebieden, tot aan de reuzenmamba en de zwampwaardige muskiet of tsjètsjè:

 
Hier zal de vorst aantreden
 
die de vorst zal zijn,
 
lelele!
 
 
 
Nkoning en Ngola-vorst,
 
mmmbaaa, mmm-mmm-uhh!!
 
Nko-koning, machtig en zo vorstengroot!
 
Mmm-baaa... mmmh!!
 
 
 
Heel zijn gevolg zingzingt van z'n gezag!
 
Ril rimbu, ril! Tril, bambu, tril!
 
 
 
Ebony ebony, snij hem
 
jouw stamhouten schoonheid
 
tot beeld dat zijn voorouder
 
in hem zal sieren, oye!
 
 
 
Mooimooi, mijn bevliegende spirit-geest-o,
 
kom en bezet me, schreeuw luid aan me hoofd!
 
Huhuhaaa! whuohgk!!
 
 
 
Want verschenen is de Hij-Hij:
 
mBa-Onderkoning van de aarde,
 
onder het schild der hemelkrijger,
 
Ndundu Mani Ngo-man:
 
 
 
Vorstkoning van de kraalkralen, oh, ronde!
 
En koooning-kóóóning van de jungle-jungle!
 
Hayya!
 
 
[pagina 100]
[p. 100]
 
Hij-o, man zal voor u zijn,
 
de zwartivoren koningman, o, mán,
 
wiens hart is vervuld van de negerwaarden,
 
van al ons negerachtige bestaan!
 
 
 
Heerser van enkelmensig en stamleven, o,
 
o-baaao!
 
Tril-neig-o, tril,
 
bladbladers van het oerwoudendak!
 
 
 
Dat hem de hooghoge kraal
 
met het open verhemelte,
 
de opperwelkomstsferen schenken zal!
 
Uuu-aaa, mhm!
 
 
 
Dat de smidse der goden
 
hem de tred mag versieren
 
met het zuiverste brons
 
van de vuren der hemelen,
 
uit 't goden-erts waarnaar de ziel
 
gesmeed wordt tot het mensen-veel.
 
 
 
Alwaar hij wendt of rusten zal-ooy,
 
eeh, ahey!
 
moge zijn hoofd de zetel zijn
 
van Mani-wijsheid en ook Mani-liefde!
 
 
 
Uhuhuuu!
 
Nzu-zu Mani Ngo-hoooooo, dadawá!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken