Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951
Afbeelding van Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951Toon afbeelding van titelpagina van Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.74 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het elektrisch bestaan. Schrijvers en tijdschriften tussen 1949 en 1951

(2001)–Piet Calis–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding
De literaire situatie omstreeks 1949

Dit boek maakt deel uit van een reeks waarin de belangrijkste literaire jongerentijdschriften tussen april 1941 en maart 1951 de revue passeren. In het eerste deel daarvan, Het ondergronds verwachten (1989), werd vooral aandacht besteed aan de clandestiene en illegale bladen tijdens de bezettingstijd, waarna in Speeltuin van de titaantjes (1993) en De vrienden van weleer (1999) de eerste jaren na de bevrijding ter sprake kwamen. Omdat dit nieuwe en laatste deel in deze reeks ook op zichzelf staat, lijkt het me verstandig - voor een goed begrip van wat in de volgende hoofdstukken aan de orde komt - enkele gebeurtenissen die eerder beschreven zijn, in het kort aan te stippen.

Belangrijk is daarbij vooral dat eind 1948 twee literaire tijdschriften die in de eerste naoorlogse jaren voor de ontwikkeling van onze literatuur van grote betekenis geweest zijn, de strijd om het bestaan hebben moeten opgeven. Dat was in de eerste plaats Het Woord, het blad van de jongeren die in hun werk vooral ruimte wilden vrijmaken voor de verbeelding. Dat blad had sinds 1945 een boeiende ontwikkeling doorgemaakt: van een tijdschrift waarin geregeld op zoek gegaan werd naar een romantisch paradijs, had Het Woord zich ontwikkeld tot een blad waarin sommige schrijvers - zoals Jan G. Elburg, Bert Schierbeek en Gerrit Kouwenaar - via het vrije spel van de associaties tot nog ongekende uithoeken van het bestaan probeerden door te dringen. Het zal niet verbazen dat het surrealisme daarbij een belangkrijke inspiratiebron werd.

Eind 1948 liep het avontuur van Het Woord ten einde, doordat uitgeverij De Bezige Bij het blad niet langer meer wilde exploiteren: de reden daarvoor was dat het aantal abonnees bedroevend laag bleef. Tegelijkertijd ontstonden er in de redactie heftige spanningen tussen de verdedigers van een meer sociaal en politiek geëngageerde literatuur - zoals Jan G. Elburg - en de redacteur Gerard Diels, die niets voelde voor een meer maatschappelijke rol van de kunstenaar. Zoals we in Het elektrisch bestaan zullen zien, was Elburg intussen al via zijn vriend Gerrit Kouwenaar in contact gekomen met de groep experimentele schilders rond het tijdschrift Reflex.

In dezelfde tijd kwam er ook een einde aan het bestaan van Criterium, het tijdschrift waarin Adriaan Morriën, Adriaan van der Veen en Willem Frederik Hermans de belangkrijkste figuren geweest waren. In dat blad hadden zich

[pagina 10]
[p. 10]

vooral enkele prozaschrijvers gemanifesteerd, zoals Simon van het Reve en W.F. Hermans. De laatste wist ook met zijn essays waarin hij zijn standpunten op het scherp van de snede formuleerde, steeds weer vriend en vijand te verrassen. Daarbij profileerde hij zich duidelijk als een principieel tegenstander van de ideeën die door Menno ter Braak en E. du Perron in de jaren dertig in hun lijfblad Forum verdedigd waren.

Intussen ging het ook met Criterium allerminst voorspoedig, wat ertoe leidde dat Adriaan Morriën, die zich bij Hermans' standpunten steeds ongemakkelijker begon te voelen, besprekingen met de redactie van Libertinage aanknoopte. Het resultaat hiervan was dat Criterium in dat blad opging, waarbij Morriën als enige Criterium-redacteur de overstap naar de redactie van Libertinage maakte. Hermans, die daar niets voor voelde - Libertinage liep naar zijn smaak te veel aan de postume leiband van Ter Braak en Du Perron - bleef min of meer geïsoleerd achter.

Een knuppel in diverse hoenderhokken werd in die jaren ook geregeld gegooid door de redactie van het tijdschrift Podium, dat al tijdens de Duitse bezetting opgericht was en waarin de redacteur Fokke Sierksma jarenlang de eerste viool speelde. Sierksma, die ook sterk door Menno ter Braak geïnspireerd werd, formuleerde daarbij zijn ideaal van een strijdbare houding tegenover politieke, maatschappelijke en levensbeschouwelijke ontwikkelingen, waarvoor hij de - in beauty-farms zelden gehanteerde - slogan ‘humanisme met haar op de tanden’ lanceerde. Met zijn verzen en essays probeerde hij de verzetshouding die de illegale knokploegen tijdens de bezettingstijd ingenomen hadden, ook in het naoorlogse Nederland voort te zetten.

Intussen was in 1947 Paul Rodenko deel van de redactie van Podium gaan uitmaken. Al gauw bleek dat hij zich veel minder dan Sierksma gelegen wilde laten liggen aan de moralistische eisen die Ter Braak aan de kunst gesteld had.

Het gevolg van de eerder geschetste ontwikkelingen was intussen dat er begin 1949 - na het verdwijnen van Het Woord en Criterium - nog slechts twee belangrijke jongerentijdschriften overgebleven waren: Libertinage en Podium. Beide bladen stonden sterk onder de invloed van Du Perron en Ter Braak. Duidelijk is dat wie iets nieuws wilde, voorlopig op zoek moest gaan naar andere adressen.

 

Ook in dit boek is het mijn bedoeling het reilen en zeilen van de verschillende redacties van dichtbij te volgen, zodat de lezer zich zo goed mogelijk kan verplaatsen in de situatie van toen. Vandaar ook dat ik het verhaal chronologisch opgezet heb en niet thematisch: zou ik dat laatste gedaan hebben, dan zou het onvermijdelijk geweest zijn een visie op de beschreven gebeurtenissen te geven vanuit de kennis die alleen de toekomst bieden kan. Nu ben ik

[pagina 11]
[p. 11]

er integendeel bij het schrijven op uit geweest de lezer als het ware deelgenoot te maken van de spanning die de verschillende personages van tijd tot tijd gevoeld moeten hebben. In een ‘terugblik’ aan het slot van ieder hoofdstuk en in een afsluitend hoofdstuk had ik dan de mogelijkheid de gebeurtenissen in breder verband te bezien.

Tot de tijdschriften die hier uitvoerig besproken zullen worden, behoort ook Braak waaraan Hans Renders een boeiende en kleurrijke monografie gewijd heeft die in mei 2000 gepubliceerd werd. Daarbij zijn er enkele opvallende verschillen tussen zijn aanpak en de mijne. Hij plaatst Braak vooral tegen de achtergrond van het artistieke gebeuren op en rond het Amsterdamse Leidseplein, terwijl ik de geschiedenis van dat blad vooral in het perspectief van de ‘Beweging van Vijftig’ bekijk. Bovendien maak ik anders dan hij bij mijn beschrijving ook gebruik van de brieven die indertijd zijn gewisseld.

Wat die brieven betreft, moet me van het hart dat ze in het geval van Braak niet heel talrijk zijn, waardoor er een zekere vertekening kan zijn ontstaan. Zo is het hoofdstuk over Braak korter geworden dan dat over Blurb, doordat me uit de kring rond Blurb - lees: Simon Vinkenoog - veel meer correspondentie onder ogen gekomen is. Vinkenoog woonde - tot geluk van de literatuurhistoricus - in Frankrijk en was bovendien een gretig epistolair talent.

Maar dan nu: het verhaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken