Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kroeglopen 2 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kroeglopen 2
Afbeelding van Kroeglopen 2Toon afbeelding van titelpagina van Kroeglopen 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.92 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kroeglopen 2

(1968)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

Onrecht jegens geheelonthouders

Toen de oude heer Noach, aan wie Artis zo veel verschuldigd is, zijn dierenark vollaadde met verloofde stelletjes, deed hij ongetwijfeld een goed en nuttig werk. Mijn buurvrouw dankt er nog haar poes aan en mijn vriend zijn hond. Maar toch ontsnapte ook Noach niet aan de begripsvernauwing, die verzamelaars teistert. Ze willen altijd alles compleet hebben. En dat wilde Noach ook. Als hij, bij het laden van zijn boot, wat eigenmachtiger was opgetreden, zou hij de schepping zo aangenaam hebben kunnen corrigeren.

Natuurlijk, het lieve lam moest mee en ook de edele tijger. Maar toen hij al die stinktinsekten ook aan boord nam, alleen maar om compléét te wezen, ging hij naar mijn smaak te ver. Goed, ik zie de vliegen nog door de vingers. Zij zijn de schuldeloze proletariërs van dat enge wereldje. Maar wat koop ik voor een pissebed? Wat heb ik eraan? Wat moet ik ermee?

Nu kunt u er natuurlijk sluw en om mij monddood te maken, het onze-lieve-heersbeestje tegen-

[pagina 78]
[p. 78]

over plaatsen en ik zou, in beginsel bereid zijn tot de koehandel, de pissebed tegen dit bevallige diertje weg te strepen. Maar als u dan denkt dat u de affaire met mij geregeld hebt, is u letterlijk abuis, want ik werp u, als een vreselijke troef, de wespen voor de voeten. Nu zit u met de handen in het haar, aangenomen dat de wespen daarin niet reeds zitten. Want ze zitten letterlijk overál in. In je oor. In je mouw. In je broekspijp. En vooral in je glaasje.

Het is mij niet duidelijk met welk doel wespen indertijd vervaardigd werden.

Het is al lang geleden gebeurd en de gedachte dat ééns de mensen elke zomer met vakantie zouden gaan, had misschien nog geen vorm gekregen. Adam was trouwens opgezet als iemand die permanent vakantie hebben zou, maar door dat noodlottige hapje van die appel (was dat nu zó onweerstaanbaar lekker?) krijgen u en ik ieder jaar maar een paar weekjes.

En wat doen we ermee?

We gaan naar buiten.

We trekken ons colbertje uit. We zetten ons in de zon. We bestellen iets smakelijks.

En dan komen de wespen.

Deze op zich zelf fraai getekende diertjes zijn, naar mijn vaste overtuiging, de gevaarlijkste propagandisten voor het alcoholmisbruik die er bestaan en ‘De blauwe vaan’ zou zich eigenlijk eens ernstig met hen moeten bezig houden.

Want de zondaar die lekker buiten achter een

[pagina 79]
[p. 79]

ouwe klare zit, heeft niet de geringste last. Welneen! Ze lusten geen genever. Maar ze zijn dol op de moderne frisdranken en daarom verpesten zij alleen maar de vakanties der reine, onbedorven mensen, die hun dorst uitsluitend lessen met flesjes prik en glaasjes limonade. Zij drijven deze goedwillenden regelrecht in de wurgende omhelzing van Schiedam. Want terwijl nog geen meter verder op het zonnige terras een blauw aangelopen hikker achter zijn kelkje ongemoeid gelaten wordt, storten de wespen zich in zwermen op de geheelonthouders.

Wat een onrecht!

Zij gonzen om hun arme hoofden, zij nemen (dan kèjje láche!) op hun neuswortels plaats en duiken dan, doelgericht als straaljagers, in de consumptie.

Soms zie je ze in groepsverband verzuipen in een glaasje appelsap. Dat is natuurlijk fijn. Maar toch telt het niet echt áán, want de wespen zijn zo talrijk als de Chinezen en minstens even hinderlijk.

Neen, de oude Noach heeft het goed bedoeld maar slecht gedaan. Stel u - beste lezer met vakantie - eens een Nederland zonder wespen voor. Wat heerlijk zou dat zijn. Voor u. En voor al die lieve meisjes op de administrates van dagbladbedrijven. Ze zouden u immers de krant niet meer hoeven nasturen naar uw vakantieadres. Want ik weet best, waarom u dat elk jaar weer verlangt. U hebt 'm nodig om ermee te slaan. Naar de wespen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken