Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kroeglopen 2 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kroeglopen 2
Afbeelding van Kroeglopen 2Toon afbeelding van titelpagina van Kroeglopen 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.92 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kroeglopen 2

(1968)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 138]
[p. 138]

De stilte

In een lang, donker café zat ik, helemaal aan het eind van de tapkast. De oude klok stond op tien over elf, zodat het elf uur in de morgen was. De kastelein vulde zwijgend flessen uit een ton. Helemaal aan het andere eind, vlak bij de deur, zat een man met merkwaardig, oranje-achtig haar, naast een half gevuld kelkje, het hoofd gebogen, de kin op de borst gezonken. Oók geen vroege babbelaar. Ik was even binnengegaan om een vage neerslachtigheid, waarvoor ik geen tastbare reden wist, met één glas sherry te cureren en ik had mijn tweede bijna leeg.

De geur en de stilte van zo'n oude kroeg in de morgen lijmt je vast aan je stoel. Je kunt vage gedachten zó maar laten ronddobberen, als papieren scheepjes in een kinderbad. Buiten is de snelle, efficiënte wereld, waar alles ergens héén moet. Maar deze grijze sleuf hebben ze nog verzuimd te vullen met licht, geluid en doel. Nóg. De kastelein is der dagen zat en waarschijnlijk ook alle avonden. De kroeg zal mét hem sterven. Morgen pas. Vandaag

[pagina 139]
[p. 139]

niet. Laat mij vandaag dus plukken. Dat is een mooie drogreden voor: ‘Nóg een.’

Mijn woorden bezeren de stilte. De man met het oranje haar siddert even. De kastelein schenkt zwijgend het glas vol. Ik laat ‘dank u’ achterwege, uit tact. De atmosfeer herstelt zich. Alleen buiten maken de anderen hun rumoer. Zo blijft het geruime tijd. De klok tikt. Maar dat mag.

Dan gaat de deur open en treedt een grote, gezonde oude man binnen, behaaglijk handenwrijvend. Hij verklaart: ‘'t Is hier beter dan buiten.’

Hij is een habituele vijand van onze stilte, dat zie je met één oogopslag. Eerst kijkt hij naar mij en vervolgens naar de man bij de deur. Dan gaat hij instinctief in het midden van het café bij de kachel zitten, precies even ver van ons beiden af.

‘Geef me een jeugdige. Van mijn leeftijd,’ zegt hij.

Een oude grap. De dag is er nog te jong voor. Op het vermoeide, wat paarse gelaat van de kastelein, komt plichtmatig iets wat hij voor een grijns houdt. Hij schenkt het glaasje vol.

‘De televisie was mooi gisteravond, vond je niet?’ zegt de oude man opgeruimd en nog steeds handenwrijvend. ‘Ik heb er echt van genoten. Spannend en tóch geestig, vond je niet? Je hebt wel eens programma's, dat je denkt: nou ja... Maar dit - nee, daar keek je nou echt met smaak naar.’

Hij heeft een harde, opgeruimde stem, die onze stilte een fiks pak slaag geeft. De kastelein vult - met zijn rug naar hem toe - weer een fles. De

[pagina 140]
[p. 140]

man neemt een slok en vraagt: ‘Vond je ook niet?’

Nu draait de kastelein zich om en zegt: ‘Ik heb geen televisie.’

De oude laat zich niet uit het veld slaan. Hij wendt zijn gezond hoofd in mijn richting en roept, op aanzienlijke afstand: ‘Vond u 't niet mooi? En interessant ook? Door al die feiten die verstrekt werden. Dat gaf er bovendien iets leerzaams aan. Terwijl het toch spannend bleef. En geestig. Vond u niet?’

Naar waarheid moet ik antwoorden: ‘Ik heb 't niet gezien.’

Nu draait de oude zijn vrolijk hoofd in de andere richting en vraagt, voorzichtiger geworden, aan de stille figuur bij de deur: ‘Hebt u het gezien?’

De ander knikt.

‘En?’ (Het klinkt vol hoop.)

De man bij de deur brengt een zacht gerochel voort, of de versleten machinerie die hem het spreken mogelijk maakt, voor het eerst vandaag wordt aangezet. Dan zegt hij, de kin nog steeds op de borst, met schorre stem: ‘Er was niks an.’

Vier woorden, maar ze vallen zo definitief als de guillotine. De oude blijft nog even, afgebluft, naast de kachel zitten. Dan staat hij op en vraagt: ‘Wat krijg je van me?’

Het achter hem dichtvallen van de deur is het laatste geluid. Onze stilte heeft hem verslagen en keert terug, nog wat gehavend door de nagalm van al die woorden. Maar ze geneest snel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken