Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een stoet van dwergen (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een stoet van dwergen
Afbeelding van Een stoet van dwergenToon afbeelding van titelpagina van Een stoet van dwergen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

Scans (5.79 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een stoet van dwergen

(1967)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

Een stoet van dwergen

Dit boek is een kleine bloemlezing uit dertig jaar stukjesschrijverij voor de dagbladpers.

Want ik begon ermee in 1936. Ik werkte toen als verslaggever - moorden, branden, rechtszaken - bij het dagblad ‘Vooruit’, de Haagse editie van ‘Het Volk’ en was drieentwintig jaar. Een oudere collega verzorgde het cursiefje in die krant, maar op een dag kreeg ik te horen dat hij ging vertrekken.

‘Dat stukje moet jij maar gaan schrijven,’ zei K. Voskuil, mijn chef en journalistieke mentor, want zo gaat het bij een krant. Ik antwoordde: ‘Dat is goed.’ En daarmee was, zonder dat ik het besefte, mijn lot beslist. Tot 1940 schreef ik (dagelijkse) stukjes in ‘Vooruit’ en in de oorlog publiceerde ik er - zij het met zéér geringe frequentie - een paar in het (illegale) Parool. Toen uit dat verzetskrantje, na de bevrijding, een dagblad voortkwam, vond ik mezelf spoedig terug in de hoek waar ik journalistiek blijkbaar thuishoor en cursiveerde, onder het pseudoniem Kronkel, verder tot op de huidige dag. Een klein deel van mijn produktie heb ik elk jaar in boekvorm uitgegeven. Uit die alweer lange reeks van bundels is dit boekje een summiere, naar eigen smaak

[pagina 8]
[p. 8]

gemaakte bloemlezing, die gelegenheid biedt te bemerken hoe mijn geschrijf, binnen de grenzen van een genre, in een kwart eeuw telkens veranderde. Als ik zelf mijn eerste boekje ‘Honderd Dwaasheden’ doorkijk, denk ik tenminste altijd: ‘Dat is een opgeruimd jongmens. Daar zou ik best eens aan willen worden voorgesteld.’

De wat ongewone titel van deze bloemlezing dank ik aan Willem Elsschot, de Vlaamse schrijver die ik sinds mijn jeugd heb bewonderd. In welke mate, zal de lezer gemakkelijk bemerken als hij kennis neemt van een paar stukjes uit datzelfde ‘Honderd dwaasheden’, geschreven tussen 1936 en 1940. Elsschots dominerende invloed op mijn stijl is daar evident. Pas in later jaren heb ik er mij naar vermogen van bevrijd.

Toen ik Elsschot eens, kort na de oorlog, een mijner boekjes ter beoordeling toezond, stuurde hij mij een brief waarin hij zich vriendelijk uitliet over - wat hij noemde - ‘deze stoet van dwergen’. Ik heb de formulering altijd onthouden en nu gebruikt als titel.

Ook na dertig jaar vind ik stukjes schrijven nog altijd een boeiend vak. De dagelijkse dwang van de krant leidt natuurlijk tot overproduktie. maar op den duur zijn de lezers voldoende aan je gewend geraakt, om je ups en downs geduldig te volgen. Als je in zo'n rubriek maar verre blijft van de, zelden waarlijk inspirerende actualiteit en probeert te schrijven naar de stemming waarin je verkeert, lukt het soms een resultaat te bereiken dat uitkomt boven het kleinste kwaad van een gehaaste journalistieke prestatie. Dat is een aardige sport. Een gefrustreerde romannensmid heb ik mij nooit gevoeld. De korte vorm is de mijne. En de post, die bij een krant omvangrijk pleegt te zijn, bevestigt mijn indruk dat het zin heeft de mensen, bij tijd en wijle, aan het lachen te maken. Ik blijf dat zien als een toch wel aantrekke-

[pagina 9]
[p. 9]

lijke taak. En ook als een oeverloos, gecompliceerd métier, waarvan ik de knepen nog maar zeer gedeeltelijk ken. Ze zo in de vingers te krijgen, dat ik wat minder vaak mis hoef te slaan, is een stoutmoedig plan, voor de uitvoering waarvan (schrijven is moeilijk) ik zowat tweehonderd jaar oud zal moeten worden. God geve het.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken