Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weet ik veel (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weet ik veel
Afbeelding van Weet ik veelToon afbeelding van titelpagina van Weet ik veel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

Scans (7.39 MB)

ebook (5.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Boost



Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weet ik veel

(1963)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Een verrassing

Des middags zat hij in zijn kamer achter de schrijfmachine te werken aan de catalogus voor huishoudelijke artikelen. Hij typte: ‘Foto 187. Ons populaire ontbijtstel My Home. Kloeke koppen van een elegant model, versierd met een gezellig bloemmotief.’ Hij leunde achterover in zijn stoel en zuchtte. Zouden zij, die dit ranzige proza lazen, zich realiseren dat het was geschreven door een menselijk wezen met gymnasium a, dat ‘opmerkelijke verzen’ had gepubliceerd in twee maandbladen en althans was begonnen aan de roman ‘Loden vogels’? Hij stak zijn dertigste sigaret op. Een vriend van hem die ook free lance werk deed in de reclame, placht te zeggen dat het lossen van een schuit kolen minder uitputtend moest zijn dan het afscheiden van zo'n catalogus. Hij ging weer rechtop zitten en typte:

‘Foto 188. De wonderklopper. Dit weergaloze apparaat van Zwitserse oorsprong...’

Zijn blik dwaalde af naar de boeken, de schilderijen en de ordeloze papierwinkel op de tafel in de hoek.

‘Hè, schiet nou op,’ zei hij tegen zichzelf. ‘Er zijn nog 124 foto's en het moet over drie dagen klaar.’

Dan kon hij de hele boel gaan inleveren bij het bureau. Als de man geen moeilijkheden maakte kreeg hij meteen het geld. Duizend gulden. Goed, er zouden er wel honderd af gaan om in de stad te vieren dat het eindelijk klaar was maar van de rest konden Elly en hij een maand naar Ibiza. Over het papier in de machine heen, keek hij naar het portret dat Joris van haar schilderde, vijftien jaar geleden. Toen straalde ze nog - een dappere femme d'artiste, die de eigen lieve, doch vage bemoeienissen met de kunstnijverheid prompt had opgegeven om de jonge dichter voort te stuwen op het doornig pad naar de roem. Hij grijnsde. ‘Dit weergaloze apparaat van Zwitserse oorsprong maakt van elk gezin een gelukkig gezin.’

Hè ja, je zag ze zitten: pa, moe, Fietje en Henkie in de knusse kamer onder de kleurenreproductie van Van Gogh's appel-

[pagina 81]
[p. 81]

boompje, sinds kort pas goed gelukkig door toedoen van de Wonderklopper. Weer keek hij naar het portret. Aan Elly had het niet gelegen. Zij was altijd oeverloos bereid geweest zich te offeren voor de schone letteren. Haar gelukkigste jaren waren, toen hij haar nog bij nacht en ontij zijn schermutselingen met de Muze voorlas. Ze vond altijd dat hij vooruitging. Maar hij zelf vond dat niet. Later kwamen de eindeloze, nachtelijke gesprekken. Hij hoorde zichzelf met een door cognac verwarmde stem, volzinnen zeggen als:

‘Zie je, ik zit poëtisch in een impasse. Er zijn bepaalde motieven die ik niet grijpen kan. Als ik bijvoorbeeld maar eens een vers op jou kon schrijven...’

‘Kom je eten?’ klonk boven haar stem.

Hij liep de trap op. Negenhonderd voor Ibiza. En hij had nog honderdentachtig achtergehouden, van kleine karweitjes, die Elly niet wist. Dat was een mooi bedragje om daarginds op tafel te werpen, als de laatste, kwade dagen waren aangebroken. Hij trad glimlachend de huiskamer binnen.

‘Schiet je op?’ vroeg ze.

‘Ja, nog drie dagen in de mijnen en dan is het goud voor Ibiza gedolven,’ zei hij.

Ze antwoordde niet. In triest zwijgen gehuld, zat ze tegenover hem aan tafel.

‘Wat is er nou?’ vroeg hij.

‘Je lijkt wel gek met je Ibiza,’ zei ze. ‘Dat kan toch helemaal niet. Ik heb toch schulden? Waar dacht je dat we van leefden, als jij weken lang niks doet?’

Hij had zin om woedend uit te vallen, maar opeens zag hij een traan aan haar wimper, die hem vertederde.

‘Toe nou,’ zei hij. ‘Huil nou niet. Ik heb een verrassing voor je. Wacht, ik zal 't halen, beneden.’

Hij liep de trap af en greep de honderdtachtig gulden uit de bureau-la. Toen hij even later weer de huiskamer binnen kwam, keek ze hem aan met stralende ogen, vol hoop.

‘Alsjeblieft,’ zei hij. ‘Honderdentachtig piek. Die had ik achtergehouden. Betaal daar maar schulden van.’

[pagina 82]
[p. 82]

Ze staarde naar het geld zonder het aan te raken. Toen begon ze te snikken.

‘Waarom huil je nóu weer?’ vroeg hij hulpeloos.

En hij hoorde haar stem, een beetje gesmoord:

‘Ik dacht dat je een versje op me had gemaakt.’



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken