Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen
Afbeelding van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselenToon afbeelding van titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.48 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

(1694)–Joannes à Castro–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina XIV]
[p. XIV]

Op de zedighe ende gheestighe sinne-belden van den Eerweerdighen Pater Fr. Joannes a Castro jubilarius.

Op de woorden vanden 102. psalm. Renovabitur ut Aquilae Juventus tua. Vwe jonckheydt sal vernieuwt worden als des adelaers.

 
DEs Adelaers natuer soo langh hy komt te leven,
 
Ghedooght niet dat in hem sijn krachten sich begeven;
 
Als wordende vernieuwt door ouder vermat,
 
Waer in hy sijne jeught ghestaedighlijck her-vat:
 
De hooghte minnende om vruchten voorts te teelen,
 
En't voor-deel van sijn kracht sijn jonckxens mé te deelen;
 
De leeghte heughende, als zijnde sijnen nest,
 
Gemaeckt van gras en aerdt met slijck-gemengelt-mest:
 
Dit is den beesten aerdt de menschen toe te wenschen,
 
Die hier à CASTRO stelt coor d'oogen vande menschen:
 
om als den Adelaer sijn geestelijck gebroedt
 
Te kippen inde deught, te voeden in het goedt.
[pagina XV]
[p. XV]
 
Hy was den Adelaer ten hemel op geheven
 
Als hy in 't eerste Boeck in liefde tracht te sweven
 
Die on-gemaskert is; maer in sijn tweede leer,
 
Als eenen Adeler, dringht hy ter aerde ne'er
 
De menschen leerende al levende te sterven,
 
En leven stervende, om Godt al-soo te erven:
 
En leerde hoe-men in het hoogh ne'er-daelen sal;
 
Om dat het leegh in'thoogh behoet den mensch van val.
 
Maer in dit leste Boeck uyt eenen boeck getrocken
 
Die on-geschreven is, tracht hy den mensch te locken
 
(Als eenen Adelaer her-vattende sijn jeught)
 
Tot alderleye goedt, tot alderleye deught.
 
En dat op een manier die jeder kan vermaecken
 
Door schoon bediedingen getrocken uyt de saecken
 
Die on-geschreven zijn, uyt 't boeck vande Natuer,
 
Die een bereydingh schaft tot onse leste uer.
 
Hy heeft sijn jeught het-vat gelijck de Adelaeren,
 
Om in den ouderdom dees réde-konst te baeren:
 
Want dîen on-aen-gesien oock naer sijn Jubilé,
 
Sijn jeught vernieuwende, brenght dese leeringh mé.
 
Hy wierst met recht genaemt Joannes in sijn daegen,
 
Als zijnde die de daedt van Adelaer sou draegen,
 
Gelijck S. Ian oock was, die hem heeft voor-gegaen;
 
Om van het hooghste goedt te nemen sijn vermaen.
 
Dus wordt oock sijne faem ter wolck'ren op-gesteygert,
 
Aen welcken de Natuer geen gaeven heeft geweygert,
 
Die hy oock mildelijck aen jeder méde-deelt;
 
Op dat hy die her-vormt en inde deughden teelt.
 
Ick swijgh de konsten al die sijnen glans verlichten,
 
Sijn konstigh teeckenen, sijn schrijven en sijn dichten:
 
Op dat den ijd'len lof sijn diepe deught niet krenckt,
 
Die als den Adelaer op sijne leeghte denckt
[pagina XVI]
[p. XVI]
 
Dit wenschte ick alleen, dat hy tot hondert jaeren,
 
Sijn leven trecken kon ghelijck de Adelaeren;
 
Op dat hy meer en meer sou voorderen in konst,
 
En door de Druckerij bethoonen sijne jonst.

Ita vòvet ex animo

F. JACOBUS à KEMPIS

Minorum Minimus.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken