Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen
Afbeelding van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselenToon afbeelding van titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.48 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

(1694)–Joannes à Castro–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

XXII. Sinne-beldt.



illustratie

 
Den Bel-man treckt sijn recht gewin,
 
Al heeft daer niemandt koopens sin.
 
HEt is een oudt gebruyck, wanneer daer rijcke waeren
 
Te koop zijn, door de stadt de selve te verclaeren
 
't Zy met de Belleman oft roeper, die sijn plicht,
 
Door het verkondigen aen jeder, heeft bericht:
 
Is 't dat dan naer de handt geen volck komt toe-geloopen,
 
En traegh zijn om die waer' soo goeden koop te koopen;
 
En dat zy on-verkoght daer langer blijven staen:
 
Dat gaet den belle-man, noch sijnen loon niet aen;
 
Maer mach voor arebeydt gerechten loon ontfangen,
 
Vermidts 't gewin wel 't meest aen uyt-roep is gehangen:
 
Soo dat hy noodigh wordt tot baet te werck gestelt,
 
En hy geen oorsaeck is, dat 't goedt soo weynigh gelt.
[pagina 65]
[p. 65]
 
Leert hier on-achtsaem mensch wat dieper te bevroeden
 
Wat waer' u Godt aen-biedt, en daer toe haestigh-spoeden,
 
Die u soo noodigh is en van soo goeden prijs,
 
Blijft niet verlegen met langh-draelen, zy dy wijs?
 
De waer die Godt vercoopt, en schier voor niet wilt geven,
 
Is onse saeligheydt, alleen voor 't deughdigh leven;
 
VVaer toe hy heeft gehuert, uyt-roepers, om sijn waer
 
Te coopen nu van stondt, want 't draelen heeft gevaer,
 
Als ghyse hebben kont en goeden coop meught coopen;
 
Als ghyse hebben wilt, dan is den tijdt verloopen:
 
VVyt het u luyerdij, moet ghy verloren gaen;
 
Daer den vercondiger ten vollen wordt vol-daen.

Aen-merckinge op 't selve.

WAnneer eenen grooten coop-man versien van veele ende kostelijcke waeren doet al-om die met veel uyt-roepers verkondighen, en hunnen prijs soo leegh stelt, dat hy die als voor niet wilt geven: wie en sal niet segghen, dat den coop-man ten uyttersten begérigh is, om sijne waeren te verkoopen? Onsen Saeligh-maecker is eenen Alder-rijcksten man van schatten en juweelen, en soo daer jemandt eenen schat in eenen acker verborgen gevonden had, ghéren alle het zijne verkoopen soude om dien te koopen, achtende sich geluckigh met soo eenen schat alleen: welcken schat der zaeligheyt, die verborgen leydt in den acker des hemels soude Christus soo geren verkoopen, dat hy niet alleen en wilt dat alle menschen souden saeligh zijn ende tot kennisse vande waerheydt komen, maer selver dien schat met den acker van hóningh ende melck vloeyende, voor den prijs wilt laeten van een stercke

[pagina 66]
[p. 66]

begeerte, sonder gelt oft eenighe wisselinghe: ende tot dien eynde heeft hy sijn uyt-roepers ende verkondighers al-om uyt-ghesonden; dat dan de menschen van het Woordt Godts oft van dat hemels Manna walghen, dat zy de bequaemigheydt van dien rijcken schat veron-achtsaemen, dat zy van de Waerheydt hun ghehoor af-trecken, en om fabelkens en kluchtjens te hooren toe-genegen zijn, dat en moet den Predcant niet beteren, het moet hem ghenoegh zijn sijn ampt wel bedient te hebben in het verkondighen van Godts Woordt. Daer en on-breken geen Predicanten noch uyt-roepers noch vermaenders; wat sonden worden daer gebetert? Wat mis-bruycken wegh-genomen? Wat deughden om-helst? weynich genoech, oft om beter te segghen, geene. Veel zijnder die het Sermoon hooren; maer al dat zy hooren en komt aen 't hert niet: zy verstaen wel de woorden, maer dattet gheseyt wordt en wordt niet te werck ghestelt: Het is al te vergeefs een dorre landt dat on-vruchtbaer is te besaeyen: daer geenen sin van beternis is, daer en geldt de vermaeningh niet: maer dat en vermindert den loon van den Predikant oock niet, die sich met Paulus magh ont-schuldigen en seggen: Ga naar voetnoot(a) Ick betuyghe u-lieden op den dach van héden, dat ick suyver ben van u-lieden aller bloedt, want ick en heb my niet gespaert, dat ick u-lieden niet en soude verkondigen allen den raedt van Godt, &c. Ende met troost ten eynde ghecomen, seyde hy: Ga naar voetnoot(b) Ick heb mijnen loop vol-daen &c. Voort-aen wordt my bewaert de croone der rechtveerdigheydt, die my den Heere weder gheven sal in dien dagh den rechtveerdigen rechter, ende niet aen my, maer oock den genen die sijne toe-komst beminnen.

voetnoot(a)
Act. 20.
voetnoot(b)
2. Timoth. 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken