Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen
Afbeelding van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselenToon afbeelding van titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.48 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

(1694)–Joannes à Castro–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

49. Sinne-beldt.



illustratie

 
Kont ghy het vier niet teghen staen,
 
Soo moet ghy haestigh vluchten gaen.
 
IN 't diepste vanden slaep, in't middel vanden nachten,
 
Wanneer den mensch vermoeyt, sijn af-geteerde onachten
 
Her-haelen sou door-rust, on-stondt daer eenen brandt,
 
Waer om den wachter sloegh allarm aen allen kant.
 
Daer was een huys door 't vier aen alle kant ont-steken
 
Soo dat het volck door deur en vensters uyt moest breken;
 
Om het vernielend' vier t'ont-komen met de vlucht,
 
Gheweckt uyt diepen slaep, door 't stòrmende gherucht.
 
'tIs wel een meerder saeck, 'twelck ons dit Beldt wilt leeren,
 
En van een meer ghevaer, wanneer men siet vermeeren
 
Het stoeck-vier uyt de hel aen allen kant gestockt:
 
Soo dat de wereldt heel by naer in d'asschen rockt:
[pagina 146]
[p. 146]
 
En slaepen wy gherust, daer alles is in rueren?
 
Op al die begeert sijn schatten uyt te vueren,
 
En sich behouden wilt met sijnen besten pandt,
 
Daer niet een huys of twee, maer heel de werelt brandt.
 
Wat raedt? wat hier gedaen? ô wachters die by nachten
 
Waeckt, om den on-heyl van het branden af-te-wachten:
 
Ont-weckt doch al het volck met tampen en getier,
 
Dat het mocht tijdelijck ont-vluchten 't helsche vier:
 
Daer nu den geylen-brandt heeft d'over-handt genomen,
 
Wie sal dan veyligh dat verslindend' vier ont-komen?
 
Als hy, die naer den raedt, die Paulus ons aen-biedt,
 
Dat vier niet tegen-gaet; maer vluchtende, ont-vlied.

Breeder Aen-merckinghe.

ALle andere gheestelijcke sieckten, die ons den Duyvel voor het meeste aen-doet, kan men met teghen-staen noch wel over-winnen gelijck ons Iacobus leert: Ga naar voetnoot(a) Resistite diabolo & fugiet a vobis; Wederstaet den duyvel en hy sal van u-lieden vluchten. Wy moeten ons waepenen en heftigh teghen-staen, als wy te veldt trecken om teghen den vyandt (hoe vreedt hy oock is) te vechten, naer het vermaen van Petrus: Ga naar voetnoot(b) Quia adversarius vester &c. VVant u-lieden vyandt gaet om, als eenen brissenden leeuw soeckende wie hy verslinden magh: den welcken ghy sterckelijck weder-staet in het gheloof. Dien vyandt met allen sijne mede-hulpers, die ons soecken in te slocken, en konnen niet beter over-wonnen worden, als door teghen-standt, uyt-ghenomen de on-kuysheydt, die wy moeten ont-vluchten, en met den kuysschen Ioseph onsen mantel

[pagina 147]
[p. 147]

inde handen laeten, willen wy over-winnen, en in dat vier niet branden en heel verbranden; 't welck vier soo on-versaedelijck is, dat hoe ghy dat meerder sult voeden, hoe dat het meerder verhonghert wordt, en hoe gy meerder aen-brenght, meer roepen sal, brenght by, noyt sult ghy van dat vier hooren, het is genoch, noyt sult ghy haer gragghe gulsigheydt versaeden, als met het on-trecken en weygheren haer on-ghemaetigh versoeck en al haer begheerten af-slaen: Soo dede den Keyser Fredericus, als hy tot den beghérighen eysscher seyde: Is 't dat ghy geen eynde van vraeghen maeckt, ick sal een beginsel van weygeren vinden; van ghelijcken seght soo, en doet alsoo aen de on-versaedelijcke geylicheydt, die met het weygheren en niet te geven dat zy vereyscht moet ten lesten op-houwen van beghéren, en alsoo die on-voldoenelijck is het alder-best' vol-daen worden: oft soo zy daer mede noch niet op en houwt? soo en blijft ons niet over, dan de vlucht, naer den raedt des Apostels: Ga naar voetnoot(a) Fugite fornicationem: vliedt de on-kuysheydt: Want het is gheraedsaemer met vluchten te winnen, als met vechten te vallen.

voetnoot(a)
Iac. 4.
voetnoot(b)
1. Pet. 5.
voetnoot(a)
1. Cor. 16.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken