Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen
Afbeelding van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselenToon afbeelding van titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.48 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

(1694)–Joannes à Castro–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 296]
[p. 296]

97. Sinne-beldt.



illustratie

 
Den Oliphant is seer beleeft,
 
Soo langh hy geen quae uren heeft.
 
DEn Oliphant een beest seer grof en on-belompen,
 
Seer slecht van form en huyt met voeten die als stompen
 
Den vleesch-berch onder-staen, die op den rugge draegt
 
Casteelen wel bemant, die naer geen sterven vraeght.
 
Het bloedt dat hist hem op, tot vechten soo on-stéken,
 
Dat hy niet liever siet als bloedt met bloedt te vréken.
 
Hy vreest voor geen gewelt, noch vyantlijck gedruys,
 
Alleen daer hy voor schroomt is een verworpen muys.
 
Dees beest soo moddich plomp, heeft onder al de dieren
 
Dit voor-deel dat zy sich met reden laet bestieren,
 
En 't naest' de menschen volgt in redelijck verstandt,
 
Beleeft en goet van aerdt, maer wanckel-baer van stant.
[pagina 297]
[p. 297]
 
Die som-wijl on-verwacht on-stelt wordt met quae uren,
 
En sich grammoedich laet soo schrickelijck vervueren,
 
Dat zy moet keten-vast seer nouw' gebonden staen,
 
Oft sijne furi' sou niet sonder quaedt vergaen.
 
Wat leert ons Sinne-beldt? als dat men vry mach schouwen,
 
De menschen die sich als de Oliphanten houwen.
 
Die grof en machtich zijn, alleen beleeft in schijn;
 
Maer om de minste saeck van quaede uren zijn,
 
Verschroomt voor eene muys, een woordt kan hun on-stellen,
 
Die waende een heel heyr verméten neer te vellen,
 
En sonder quaede ur niet leven eenen dagh,
 
Dat jemant on-geschent hun gramschap naecken magh.

Voort-gangh op het selve.

HEt en zijn niet al Oliphanten die grof en sterck en somtijdts quaede uren hebben uyt hunnen aerdt oock sonder reden, daer zy met al hunne maght niet konnen tegen-staen moeten ghedooghen, dat zy voor dien tijdt om hun seleven en andere niet schaedelijck te zijn vastgebonden te worden tot dat die buye voor by is. Hier in gaet dese beest den beestelijcken mensch te boven, dat zy haer quaede uren tegen haeren danck en on-voorsiens moet onder-staen, daer den groven trotschen mensch begaeft met verstandt en redelijckheydt, niet tegen danck, maer gewilligh, niet voor korten tijdt, maer gedurich van quaede ueren sich bevindt, en meer diende vast gebonden te zijn als den Oliphant, soo en soude hy soo schaedelijck niet wesen noch aen sich selven noch aen andere menschen. Dese redelijcke Oliphanten vindt-men wel het meest onder de machtige rijcke, die sich laeten voor-staen, dat het al naer hunnen verkeerden sin moet volghen, ende

[pagina 298]
[p. 298]

daerom soo hebben zy gedurigh quaede uren, en zijn gram en on-ghebuyich maer doen niemandt meerder leet dan hun selven. Het waer betaemelijck dat den gram-moedighen gram waer op de gramschap selver, die niet als den duyvel selver is, niet van Godt inden mensch ghesonden, die hem een grouwelijck monster maeckt, en hem soo beseten houdt, dat in hem schier geen speur van eenighe menscheydt te vinden is. Wie sou hem voor eenen mensch her-kennen, die hy in gramschap on-stéken siet? hy dult verlaeten van de redelijckheydt in-wendigh, ende wordt vervoert door sijn blinde driften buyten sijn selven, uyt-wendigh wordt sijn aen-sicht verbleekt, de tanden knersen, de tong braeckt uyt al dat den duyvel hem in-geeft, den mont die schuymt, de oogen branden, het lichaem beeft en ryelt, soo wordt hy van eenen mensch een monster oft in de gedaente van een monster een helsche furie. Galenus dien vermaerden genees-meester, is verschrickt geweest siende eens eenen mensch in sijn furie van de gramschap, waer om hy vastelijck voor-nam, noyt om eenighe oorsaecke, hoe groot die moghte wesen, gram te worden; 't was hem ghenoch het uyt-werck vande gramschap eens gesien te hebben. Den Oliphant als hy den voor-bode gewaer wort van sijn aen-staende quaede uren en gram-moedige dulheydt, gedooght dan dat men hem vast bindt? Waer 't dat al de menschen die gram worden sich lieten binden, waer soude men ghenoechsaem banden vinden? noch men soude soo veel on-heyl niet uyt-staen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken