Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Houwelick (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Houwelick
Afbeelding van HouwelickToon afbeelding van titelpagina van Houwelick

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.19 MB)

ebook (9.11 MB)

XML (1.73 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

traktaat
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Houwelick

(1625)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Dat is het gansche gelegenheyt des echten-staets


Vorige Volgende
[pagina Fiir]
[p. Fiir]

Vryster-wapen.



illustratie

 
DE tijt, eerbaere Ieught, daerin wy heden leven
 
Is door een losse waen tot inde lucht gedreven,
[pagina Fiiv]
[p. Fiiv]
 
De kray, al isse kleyn, die wil een arent sijn,
 
Indien niet inde daet, ten minsten inden schijn.
 
De slechste van het volck die weet een eygen wapen
 
Niet uyt de lucht alleen, maer uyt het slyck, te rapen;
 
Daer wort schier alle daegh een nieuwe vont bedacht
 
Tot anders geen gebruyck als voor de malle pracht.
 
Men siet een ridder-schilt en hier en elders maken
 
Van alle slim gebroet, van slangen ende draken,
 
Men vint in menigh Velt een leeuw, een fellen stier,
 
Een arent, of een valck, een havick, of een gier:
 
De wapens sijn gevult met alle vreemde beesten;
 
En vraeghje waerom dat? soodanigh sijn de geesten
 
Van die alleen de naem en niet de daet ver-eelt,
 
Sy toonen haren aert in schilden af-gebeelt.
 
Maer wie een wapen voert, 'k en hebbe niet vernomen
 
Dat oyt u vrye staet een wapen heeft bekomen;
 
Schoon yeder u verheft, en beelt u machtich af,
 
Noch quammer noyt een mensch die u een wapen gaf;
 
Het is dan noch te doen. dorst ick't my onderwinden
 
Ick wist u (soo my dunckt) een wapen uyt te vinden;
 
Een wapen, recht bequaem voor uwe teere jeucht,
 
Geen spore tot de pracht, maer tot de ware deucht.
 
Maer eyst tot uwen schilt geen ongetemde dieren
 
Die in het woeste bosch of om de rotsen swieren,
 
En eyst geen wreeden wolf, geen beyr of vinnich swijn,
 
Geen monster uyt het wout en moet u wapen sijn:
 
Dus, schoon ick waer gesint om uyt de groene dalen
 
De vrysters tot gebruyck een wapen af te malen,
 
Soo wist ick beter stoff', en koos in dit geval
 
Een schaepjen sonder erch, een duyfjen sonder gal.
[pagina Fiiir]
[p. Fiiir]
 
Dan ick wil dese mael de velden laten blijven,
 
En op een ander gront een wapen voor u drijven,
 
Ghy dan, ontfangt den schilt die hier voor oogen staet,
 
Het is een leersaem beelt dat aen de vrysters gaet:
 
Het is een Druyven-tros, met koelen dauw behangen,
 
Wiens aengename verw' een yeder doet verlangen,
 
Een tros, niet aende stam gegeesselt vande wint,
 
Niet leelick afgefoolt van eenich weelde-kint;
 
Een tros noyt aende muyr door wrijven af gesleten,
 
Noyt aen haer beste druyf van mieren uytgegeten;
 
Een tros daer noyt een rat haer tant heeft ingeprent,
 
Die noyt een vuyle seugh met kruypen heeft geschent;
 
Een tros daer noyt de Son heeft vinnich op gesteken,
 
Maer die, met loof bedeckt, haer stralen is ontweken;
 
Een tros daer noyt of spreeuw, of hart-gebeckte mus
 
Heeft eertijts ingedruckt een al te diepen kus;
 
Een tros die in het spel of in het dertel mallen
 
Noyt yemant is ontglipt en in het stof gevallen;
 
Een tros niet vande struyck in haesten afgeruckt,
 
Maer vanden hovenier te rechter tijt gepluckt;
 
Een tros, wiens eyge jeucht haer noyt te seer en perste,
 
En noyt te veel en swol, en noyt in stucken berste,
 
Een tros die noyt een holm oneerlick heeft bedot,
 
Van buyten niet geblutst, van binnen niet verrot;
 
Een tros daer noyt een rups heeft boven op gekropen,
 
Daer noyt een vuyle worm is tussen in geslopen,
 
Daer noyt een snoode vliegh haer voetsel uyt en track,
 
Daer noyt een gele bye haer tengel in en stack;
 
Daer noyt een snoode spin heeft netten om getogen,
 
Daer noyt onguere sleck heeft swadder op gespogen,
[pagina Fiiiv]
[p. Fiiiv]
 
Daer noyt een duysent-voet, of kever op en sat,
 
Daer noyt een grage muys de beste druyven at;
 
Daer noyt een dertel mensch met vingers op en druckte,
 
Daer noyt vermeten hant een druyfje van en pluckte,
 
Een tros een gaven tros, noch fris en onbevleckt,
 
En met haer eerste waes aen alle kant bedeckt.
 
Het kransje, datje siet ontrent het wapen sweven,
 
Is ving-koord, wel te recht de maeghden toe geschreven;
 
Een kruyt dat buygen kan, als van gedweegen aert,
 
Ick wenste, soete jeucht, dat ghy soodanich waert;
 
Een kruyt dat nimmermeer plach inde lucht te swieren,
 
Vriendinnen, watje doet, weest sedich in manieren;
 
Een kruyt dat laege wast, en noyt en stijght om hooch,
 
Dat is tot u geseyt; hebt staegh een eerbaer oogh;
 
Een kruyt, wiens jeuchdich groen noyt vorst en dede wijcken;
 
En laet geen machtich Vorst u teeren maeghdom strijcken;
 
Een kruyt, een schaers gewas, dat nimmer saet en heeft;
 
Tis dienstich dat een maeght noyt vryer yet en geeft.
 
Een kruyt dat niet en groeyt als met gelijcke paeren,
 
Leert voor een eenigh vrient u groene jeught bewaeren;
 
Een kruyt dat uytte son en inde koelte wast,
 
Ghy weet, dat open lucht u niet te wel en past.
 
Een kruyt seer nae gelijck doch minder als laurieren,
 
Weest vrouwen in verstant, en maeghden in manieren;
 
Een kruyt dat bloemen draeght, maer nimmer saet en schiet,
 
Toont yeder bly gelaet, o Maeght, en hooger niet.
 
Een kruyt dat lustigh bloeyt, maer niet en plach te rijcken,
 
Ghy, laet geen vreemden reuck aen uwe leden blijcken;
 
Een kruyt, een jeuchdich kruyt, dat sijn geheelen roem
 
Stelt in sijn aerdich blat en in sijn teere bloem:
[pagina Fiiiir]
[p. Fiiiir]
 
Wel aen, o broose waer, o wonder swacke dieren,
 
Laet u gemoet altijt de reyne seden vieren,
 
Vw' eer is al u goet; u bloem, u beste schat;
 
Ach! tis met u gedaen, wort die maer eens beklat.
 
Maer wat sal't eynde sijn? mocht hier een vryer seggen,
 
Moet staegh de rijpe druyf noch stil en eenich leggen?
 
Ach! so haer niet een mensch een heuschen mont en biet,
 
Haer glans, haer schoone verw', haer waes dat gaet te niet.
 
Neen, vrienden, hoort een woort; De vrucht die is te raken,
 
En met een vollen mont op haren tijt te smaken;
 
Doch eerje metter hant het aerdich trosjen vat,
 
Soo staet een weynich by, en leert den rechten padt;
 
Daer is een heusche greep, daer sijn bequame wegen,
 
Om na den rechten aert u reyne lust te plegen,
 
Ghy siet hier aende druyf een aerdich steeltjen staen,
 
Brengt daer u rechterhant, dat is de rechte baen.
 
En souckt te geener tijt, en souckt geen vreemde grepen
 
Om eenich schoon gewas tot u te mogen slepen,
 
Maer gaet daer ick u wijs, so wort het edel pant
 
Gegrepen sonder vleck, genoten sonder schandt;
 
Maer ick en wil voortaen u niet in twijffel houwen,
 
De Druyf-tack is een maeght; de Steel, het eerlick trouwen;
 
De hant die na den tros met reyne vingers tast,
 
Is lust tot echte min, die maeckt de banden vast.
 
Ghy daerom, weeligh Quant, genaeckt de teere panden
 
Niet met een stouten greep of al te grage tanden,
 
Maer tast met heusheyt toe, en hout doch goede maet,
 
Want oock het soetste fruyt, te veel gegeten, schaet.
 
En ghy, o vlugge maeght, als uwe druyven rijpen,
 
Soo laetse nimmermeer, als by haer steeltjen, grijpen;
[pagina Fiiiiv]
[p. Fiiiiv]
 
Doch als een eerbaer hant u soete vruchten pluckt,
 
Seght dan; God hebbe danck; het is my wel geluckt.
 
In tijts, met vrienden raet, in echten staet te treden,
 
Dat is de beste voet u maeghdom te besteden;
 
Want, die haer onbevleckt in reyne liefde draeght,
 
Is vrouw, ja moeder selfs, en efter ware maeght.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken