Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 512]
[p. 512]

Op de verdorventheyt des menschen, waer door hy de sieckten, en de doodt selfs, onderhevigh is geworden.

 
De mensch, het edel dier, by Godes handt geschapen,
 
Was, om in stage jeught sijn lust te mogen rapen,
 
Was in het schoon priëel, en waer hy immer gingh,
 
Daer was hy aengesien als heer van alle dingh.
 
Hy vont een schoon gesicht, alwaer de boomen groeyden,
 
Hy vont een soet geluyt, alwaer de beken vloeyden:
 
Hy vont een soeten reuck, alwaer hy neder sat,
 
Hy vont een soeten smaeck, alwaer hy fruyten at.
 
Waer dat hy kwam gegaen, de soete vogels songen,
 
De visschen waren bly, de wilde dieren sprongen,
 
Het schaepjen met den wolf gingh spelen in het groen,
 
En oock het felste beest, dat quam hem hulde doen.
 
Hy wordt aen alle kant getroetelt van de winden,
 
En geen onguere lucht en was'er oyt te vinden;
 
Daar quam geen felle vorst die in de leden sneet,
 
Daer blies geen Noordsche buy die in de wangen beet;
 
Geen koorts, geen vyerigh zeer, geen pest of peper-koren,
 
Geen gicht, geen leelijck schurft, en was'er noch geboren:
 
Geen damp, geen vuyle mist, en vielder op den mensch,
 
Men vont aen alle kant sijn vollen herten-wensch.
 
Maer na dat hem de slangh met liegen had bedrogen,
 
En van sijn hoogste goedt door listen afgetogen;
 
Doe was 't, dat hy terstont in alle qualen viel,
 
Niet met het lijf alleen, maer even met de ziel.
 
Eylaes! het was verbeurt, al wat hy had verworven,
 
En hy vol slim bejagh, en in den grondt bedorven;
 
In hem en is geen deel tot aan het minste lit,
 
Daer in geen slim verderf en stage kancker sit.
 
Soo is dan uytter aert geen doot in ons gevonden:
 
Maer sy is in den mensch een straffe van de sonden;
 
Van daer komt ons het quaet en al het swaer verdriet,
 
Dat yeder menschen-kint hier op der aerden siet.
 
Wilt ghy daerom een koorts, of ander quael, genesen,
 
Of soeckje langen tijt in goeden stant te wesen,
 
Gaet eerst tot uwen Godt, en klaeght daer uwe pijn,
 
Soo kan het heylsaem kruyt uw leden dienstigh zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken