Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 520]
[p. 520]

Op broot, pap, bry, koecken, en alderhande koren-werck; aen I. van Beverwijck.

 
De tijt, beroemde vrient, begint u aen te manen,
 
Te spreken met bescheyt van alderhande granen,
 
Te schrijven hoe men eerst het edel koren vont,
 
Ten dienste van de maegh, en smake van den mont.
 
De menschen hebben eens alleen maer kruyt gegeten,
 
En vry een ruymen tijt geen beter kost geweten;
 
Oock in het aert-gewas verneemt men vollen lust,
 
Indien men slechts alleen den gragen honger blust.
 
Het was een gulde tijt, wanneer de menschen saten
 
Te midden in het velt, en niet als vruchten aten,
 
Met kleynen kost gedient: het was een gulde tijt,
 
Als met een schotel moes een prinsse was verblijt;
 
Het was een gulde tijt, wanneer een kudde schapen
 
Gingh onder eenen boom met haren meester slapen,
 
Of weyden door het wout èn voor èn nevens hem,
 
En sprongh òf op het spel òf op een blijde stem;
 
Het was een gulde tijt, eer oyt de lieden dachten,
 
Een os, een jonge koe, of ander vee te slachten,
 
En dat geen jarigh lam, met sijn onnoosel bloedt,
 
Haer monden had besmet, haer magen had gevoedt.
 
't Is nu een ander eeuw: het vee dat wordt verslonden
 
Ten dienste van den buyck en van de grage monden:
 
Men wil geen kruyden meer tot spijse voor den noot,
 
Men wil de soete smaeck van nieu-gebacken broot:
 
Men wil dat lecker is; wel, gaet dan vorder treden,
 
En tast hier in het graen als met de gantsche leden;
 
Doorgront den rechten aert van rogg', en spelt, en rijs,
 
En leydt ons van den lust, en tot gesonde spijs.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken