Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het out wijf tot haren jongen man spreeckt:

 
Wel, Fop! wat gaet u aen, waerom soo droeve klachten?
 
Of van uw sture vrou, of van uw sure nachten?
 
Ghy waert voor desen los, ghy waert een vry gesel,
 
En trouwen is van outs een onbedwongen spel.
 
Ghy hebt'et mogen doen, ghy hebt'et mogen laten,
 
Ghy hebt by uw's gelijck al dickmael loopen praten;
 
Maer die en sochtje niet, ghy saeght maer op het gelt,
 
En dat heeft uwe jeught in dit verdriet gestelt.
 
Hebt ghy dan eenigh recht om nu te mogen klagen?
 
Neen, dat men willigh doet, dat moet men willigh dragen.
 
Ghy naemt my om het goet, dat weet ick, lieve vrient,
 
Maer ghy en hebt als noch mijn gunste niet verdient.
 
Kom, doet dat u betaemt, en kom ick dan te sterven,
 
Soo sulje machtigh gelt en rijcke panden erven;
 
Maer soo ick weder hoor, dat ghy noch elders vrijt,
 
Soo gaeje voor gewis mijn gelt en gunste quijt.
 
Ick sal, al wat ick heb, aen neef en nichten maken,
 
En ghy sult wederom in Calis-bende raken.
 
Wie oyt een vrouwe neemt, hoe sy oock wesen magh,
 
Die moet haer eygen zijn, oock tot haer lesten dagh.
 
Ick hoore datje derft uw echten dagh beklagen,
 
En noemt, by my te zijn, niet als bedroefde dagen;
 
Ja, roept oock menighmael, als dat'et u berout,
 
Dat ghy ter rechter tijt geen jonger hebt getrout.
 
Wel, lincker, alsje zijt, wat magh u doch ontbreken,
 
Als datje dertel zijt, mits u de kruymen steken?
 
Ghy quaemt uyt Calis-hoeck, soo naeckt gelijck een pier,
 
En deet al menighmael een maeltijt sonder bier;
[pagina 617]
[p. 617]
 
Een schoots-vel om het lijf, dat moest u leden passen,
 
Maer nu is u de wol tot op den rugh gewassen;
 
Nu hebje maer alleen te sitten by 't gebraet,
 
En let maer of het spit geduerigh omme-gaet.
 
Ghy daerom, zijtge wijs, laet al de kleuters varen,
 
Sy hebben anders niet als slechts haer groene jaren,
 
Haer jeught is al haer goet; ick heb u wel gedaen,
 
En die hem wel bevint, en moet niet elders gaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken