Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De doot, achter de fuyck staende, spreeckt:

 
Ick ben een machtigh Vorst; al die op aerde leven
 
Zijn over langh gewoon my toe te moeten geven;
 
Maer geldt en gelt'er niet: geen man of echte wijf
 
En kan my hulde doen, als met haer eygen lijf.
[pagina 623]
[p. 623]
 
Niet een soo lieven paer en wort'er oyt gevonden
 
(Hoe wel by een gevoeght, hoe vast aen een gebonden!)
 
Niet een van al den hoop, dat ick niet scheyden kan:
 
Nu neem ick eens het wijf, en dan haer lieven man.
 
Dit siet men alle daegh by my te wege brengen,
 
Maer ick doe in het graf haer stof te samen mengen;
 
Dat is een nieuwe trou, een ander bruylofts feest:
 
Hier paren onder een de lijven sonder geest.
 
Het graf, dat is het bedd' daer in sy moeten rusten,
 
Ontbonden van het vleesch en alle vuyle lusten,
 
En dat tot aen den dagh, dat God het aertsche dal
 
Verwecken, en van nieus in wesen brengen sal.
 
Dan heeft mijn rijck gedaen, en niemant salder sterven,
 
Die, uyt des Heeren gunst, den Hemel sal verwerven;
 
Maer hier op dient gelet, eer dat mijn rappe schicht
 
De menschen overvalt, en uyt de werelt licht.
 
Gelooft'et, aen mijn komst is wonder veel gelegen,
 
Want daer in is bederf, of wel de grootste zegen;
 
Zijt ghy in goeden staet, als ick u vinden sal,
 
Soo hebje staege vreught, maer anders ongeval.
 
Doch vraeght my niet, wanneer ick u sal komen halen,
 
Maer weet dat ick gestaêgh om u sal komen dwalen;
 
De tijt van uw vertreck en wort u niet geseyt,
 
Ghy, weest dan over-al en alle-tijt bereyt!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken