Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXIII. 's Menschen leven vergeleken met een strijt.

2 Timoth. 2.3.
Ghy dan, lijt als een goet krijghs-man Jesu Christi.
 
Van al dat van de mensch, en van het vluchtigh leven,
 
Van al dat van sijn doen wijtloopigh is beschreven,
 
Raeckt dit mijn herte diepst: ons gansche levens-tijt
 
Is niet als staêgh gevecht, en als een volle strijt.
 
Hoe dickmael stijght de geest tot in het eeuwigh leven,
 
En wil, gelijck het schijnt, tot aen den Hemel sweven;
 
Maer siet, het lompigh vleesch, dat na der aerden helt,
 
Is als een wichtigh pack, dat hem ter neder-velt.
 
Dat hem den loop belet, en stuyt sijn rasse schreden,
 
En druckt hem in het stof, en ruckt hem na beneden.
 
Daer is de geest verstelt; maer t'wijl hy bijster hijght,
 
Is 't dat hy rapper wort, en vaster wesen krijght.
 
Doch 't is als geenen tijt, het vleesch begint te woelen,
 
En laet den moeden geest als nieuwe pijn gevoelen;
 
Het biet hem weder strijt, het tast sijn vleugels aen,
 
Het maeckt' hem weereloos, indien het mocht begaen;
 
En dit als overhant, oock menigh duysent werven,
 
Tot eenmael in de mensch de boose lusten sterven,
[pagina 641]
[p. 641]
 
En tot het quelligh vleesch ten lesten nederleyt,
 
En dat de bleecke doot den harden oorlogh scheyt.
 
Geluckigh is de mensch, die met de gantsche leden,
 
Met yver, met gesucht, met tranen heeft gestreden;
 
Geluckigh is de mensch, oock verre boven al,
 
Die ander bystant krijght, als uyt het aertsche dal.
 
Mijn God, ach! sonder u en kan ick niet verwinnen,
 
Ja, buyten uwe gunst, en kan ick niet beginnen.
 
Ghy neemt dan mijner acht, en siet mijn swackheyt aen,
 
Want sonder uwe hulp, soo moet ick t'ondergaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken