Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Byspreucken, rakende de dood en afsterven van den mensch.

 
Toont wieje zijt,
 
Wanneerje lijt
 
Weest als een man;
 
Men siet eerst dan,
 
Wat yemandt kan.
 
 
 
Op d'aerd', al isse vast gegront,
 
Noyt eenigh mensch gerustheyt vont;
 
Maer in den Hemel sal na desen,
 
Schoon dat se draeyt, gerustheyt wesen.
 
 
 
Eer wy wat weten
 
Zijn wy vergeten.
 
 
 
Een ziel die haren Schepper vreest,
 
Geeft aen den mensch een stillen geest,
 
En hout gelijck een stage feest.
 
 
 
Vrient, wilt ghy leven met gedult,
 
Denckt wat je waert en wesen sult;
 
Denckt vry al dickmaels op den dagh,
 
Die niet een mensch voorby en magh.
 
 
 
Van al dat ick besat en is my niet gebleven,
 
Als dat om Godes wil daer van is wegh-gegeven.
 
 
 
Waer blijdschap is in huys, is droefheyt voor de deur,
 
Want na te blyen vreught soo komt'er groot getreur.
 
 
 
De bleecke doodt
 
Spaert kleyn noch groot.
 
Wat yemant rooft, of vint, of erft,
 
Hy laet'et al, wanneer hy sterft.
 
 
 
Laet, als'et Godt belieft, ons lichaem hier bederven,
 
Een, die wel heeft geleeft, en kan niet qualijck sterven.
 
 
 
Hoe weyt doch menigh mensch soo breet!
 
Hoe stoft het stof op 't stof van 't kleet!
 
 
 
Is yemandt bleyck of is hy root,
 
Geen mensch is seker voor de doot.
 
 
 
Doet dat voor uwen sterrefdagh,
 
Dat na de dood u baten magh.
 
 
 
De dagh van gister is geleden,
 
Soo let doch op den dagh van heden,
 
En wilt die immers wel besteden;
 
En wat belanght den dagh van morgen,
 
Die is voor 's menschen oogh verborgen;
 
Wilt daerom voor het eynde sorgen.
 
 
 
Een koets vol gouts, een kar vol steens,
 
Dat sal hier namaels zijn al eens.
 
 
 
Als haer de ziel verheft tot Godt,
 
Dan is de werelt enckel spot.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken